- 31 -
kaar en er is enkel een pad tussen zo breed als hier de tafel waar het
publiek kornt. Die mensen pakken daar heus geen enkele cent toegang van
elkaar aan. En zo ik dit hier nu gezien heb, moet de ene vereniging aan
de andere gaan bedelen, schop die bal eens terug als deze over de afra&-
tering is gegaan en dat gaat niet zo liefelijk allemaal.
De voorzitter: Ik geloof dat U die dingen echt op de verkeerde plaats
stelt. Het is geen initiatief van de gemeente.
Wij hebben die clubs geprobeerd naar elkaar toe te brengen, dat is niet
gelukt. Niet in het samen bouwen van de kleedgelegenheid, niet in het
samenbouwen van een kantine en tenslotte ook niet in het samen beheren
van een heel groot cample*. Het allereerste dat wij tegen ze gezegd heb
ben* "Wat zou het leuk zijn als U samen ons gehele complex huurde".
Het zou natuurlijk hot allerleukste zijn als het helemaal ê&n club was.
Dan waren die problemen er niet. Helaas zijn er voortdurend spanningen
en minder sportieve bejegeningen. Daarom alleen is dat hek er. Dat staat er
niet voor het plezier van de gemeente. Mijnheer Kannckens, als er een
verzoak komt van beide clubs om dat hek weg te nemen, of om daarover te
praten, dan is het college daar altijd toe bereid, Maar dit is eigenlijk
een zaak die U beter zelf eens aan de orde kunt stellen als bemiddelaar
of zou kunnen doen stellen in de commissie die zich met deze dingen wel
wil bezighouden. Het is eon hele moeilijke zaak, voor ons ook, om deze
mensen mot elkaar te verzoenen.
De heer Kannekens: Mijnheer de voorzitter, is dit verzoek om die afras
tering te plaatsen, van beide verenigingen gekomen?
De voorzitter; Dat geloof ik niet.
De heer Kannekens: Ja juist.
De voorzitter: U mag niet te snel spreken, want ik zeg: "Ik geloof het
niet". LJ mag namelijk wel weten dat wij zelf z<5 delegeren dat dat hek er
niet is geplaatst dan nadat men contact met burgemeester en wethouders
heeft opgenomen. Dat mag U in zoverre gcruststellon, niet over de wijze
waarop wij besturen maar over de wijze waarop wij niet in bepaalde
dingen verwikkeld zijn. Het is een vrij objectieve zaak dat een direc
teur gemeentewerken, die eenvoudig toestanden ziet die minder prettig
zijn besluit een hek te plaatsen. Dat hek was opgenomen in het plan,
dus het is op zichzelf niet zo abnormaal. Wij hebben dat hek zelf niet
willen plaatsen maar de clubs hebben een hele lange proeftijd gehad, maar
nu is het hek geplaatst. En nu zegt de een kennelijk: "Wij staan er zelf
een beetje buiten". Het is in de eerste plaats een zaak van de clubs.
En ik geloof dat we het hierbij moeten houden. Als de clubs het er samen over
eens zijn dat het weg moet dan zijn wij dat op voorhand met de clubs eens.
Maar dan moeten ze eindelijk leren samen te werken. Err dan moet het uit
allerlei sferen i waar het nu inzit, want het zit bij ons in geen enkele
sfeer. Wij hebben wat dat betreft geen enkele relatie of voorkeur of wat
dan ook.
De heer Kannckens: Nu dat hoop ik dan althans zeker, ik kom nog op een
volgend punt naar aanleiding van Uw gezegde over het gezamenlijk een karv-
tinc bouwen
De voorzitter: Mag ik U nu vragen om het dan maar als punt aan de orde
te stellen, want we zijn bezig met de rondvraag. Kom eens bij mij in de
kamer, of stel het als punt aan de orde een volgende keer, dan kunnen
we er met U over praten.