- 12 - De heer van Dis: Die sloot is gegraven door de gemeente en is het eigendom van de gemeente. Waar hij is toch onder het beheer van het waterschap zeker, die heeft toch toezicht erop? De heer Bos; Hij valt onder de keur van het waterschap De Striene en dan heeft men hem maar op aanwijzing van het waterschap te onderhouden. Ce heer Pakkers: Het schouwtrekken. De heer Kannekens: Ik wil er nog we1 iets over zeggen, mijnheer de voorzitter. Want ik ben het helemaal niet oens met de uitleg die ik gekregen heb. En ik ben het vooral helemaal niet eens met het feit dat de gemeente die sloot in zijn geheel heeft aangekocht. Ik heb in die sloot voor dat deze gegraven was verschrikkelijk veel buizen gelegd. Eindbuizen. En dan kon ik er niet één leggen anders dan onder de bodem van de sloot. En als nu de gemeente moet gaan zorgen voor de afwatering van de Striene en van de boeren voor het water en als dat dan op gomeentekosten rnoet gaan, dat vind ik toch wel ver gezocht. En als ze daar dan nog het jaarlijkse onderhoud bij hebben - de voorzitter van het waterschap die zit er bij, die weet heel goed wat zo'n sloot onderhouden jaarlijks kost'- dan vind ik het een dure bedoening. De voorzitter: Ik bon erg blij met de opmerkingen die we krijgen. Ik vind het gewoon leuk. De heer Kannekens; Alle buizen van de boeren lopen er in uit. De voorzitter: Voordat mijnheer Munters een slotwoord spreekt. Mijnheer Hubregtse wilt LI er nog iets over zeggen? De directeur gemeentewerken: De oude sloot was voor de helft in onderhoud bij de wegbeheerder en voor de helft bij de aangrenzende landeigenaren. Als we op het ogenblik dus naar iemand kijken en zeggen moet hij eventueel wat doen, dan moeten we ook nu weer naar de aangrenzende landeigenaren kijken en aan de andere kant naar de wegbeheerder, dat is de gemeente. Dus de Striene is er helemaal tussen uit De voorzitter; We moeten twee dingen onderscheiden. Ik begin het te begrijpen. Er is gDrake van de eigendom van de sloot, die blijft van de gemeente. De heer Kannekens: Dat is juist al verkeerd. De voorzitter: Maar mijnher Bos en de heer van Dis, die spreken over de keur die het waterschap verplicht om die watergang schoon te houden. Meerdere raadsleden: Juist. De voorzitter: En dat is iets anders. Publiekrechtelijke verplichtingen zijn anders dan de privaatrechtelijke eigendommen. Maar ik geloof dat het het oeste is dat we dit punt even uitzonderen cn met de Striene separaat doorspreken. De heer Bos: Geef het maar op een akte van een gulden terug De heer Kannekens: Ja dan ben je voordeliger uit als nu weer onderhouden. De voorzitter: Neen, ik geloof dan tast U natuurlijk de afspraak aan maar dat we de weg De heer Bos; Met de weg zijn we akkoord. De voorzitter: En dat we over die sloot dan nog maar eens even gaan spreken. De heer Bos: Dat lijkt mij wel verstandig. De voorzitter; Is dat net zo dringend als de persleiding? De heer Bos: Uitstel kost geld.

Raadsnotulen

Fijnaart en Heijningen: 1934-1995 | 1971 | | pagina 272