- 15 -
De heer van Duuren den Hollander: Ik moet eerlijk zeggen ik heb er wel
behoefte aan en de laatste tijd raak je er ook wel aan gewend. We hebben
pas het evenement van cie heer van Dis meegemaakt en nu hebben we het met
wethouder Munters. We zijn eigenlijk wel blij dat hij als raadslid in ons
midden blijft, maar we vinden het toch wel jammer dat hij als wethouder
vertrekt. Ik heb een aantal jaren met hem hier in deze raad mogen samen
werken, zij het niet zo zeer in een hecht fractieverbandmaar toch wel
in een goed collega van de rechterkant. Dat mag ik zeer bewust zeggen, dat
is toch wel aanwezig geweest. En ik vind dat we bij dit soort evenementen
er niet zo aan voorbij mogen gaan. Ik geloof zelfs dat net goed is dat een
mens dit dan ook openlijk uitspreekt. We hebben eigenlijk altijd al in
het verlengde van elkaar gewerkt en ons door Fijnaart heen bewogen. We
nebben ons nogal eens dikwijls aan elkaar opgetrokken, in die zin dat ik
naar Munters keek hoe Munters het deed, om toch te bereiken de hele rij
van datgene wat IJ etaleerde. Daar moet je bepaalde gaven on toch echt
wel inhoud voor hebben om dit te bereiken en om dit zo lang te continueren.
Dat is niet aan ieder gegeven en als het dan dus zo is, dan moeten wij de
moed hebben om dat te erkennen. Dan moeten wij de moed hebben om daar
iemand van in kennis te stellen dat we het ook waardoren. En dan kunnen
we weieens meemaken dat we het op momenten totaal oneens zijn. Ik geloof
dat dat zelfs logisch is. Ik geloof dat het ook noodzakelijk is, nood
zakelijk in die zin, dat we dan proberen toch de weg te vinden. En het
is ook een sieraad, als we zo door een gemeente heengaan, werkende. Dan
is het een groot sieraad geloof ik dat we dan de getuigenissen terug
vinden in de gemeente. En ik mag zeggen - ik neem aan namens de hele raad -
dat we van het werk van de heer Munters werkelijk de getuigenis vinden
binnen de gemeente. Men kon er wat verschillend over denken, maar het
echte, het diepe, bereikt in de 10 jaar van de heer Munters - of bijna
10 jaar - van het college-lidmaatschap, ik dacht dat we dat werkelijk
kunnen vinden. En dan wil ik namens de raad - het is al moedig vind ik
om iemand die dat zo vindt, dat hij dan ook zegt dat hij zich daarvan
gedistantieerd wil zien - de heer Munters echt toe te spreken en daarvoor
te bedanken. En ik dacht ook wel boven die raad uit, namens de gehele
gemeente. Want niemand kan hier bewust aan voorbij gaan. Ik hoop dat het
zo mag zijn dat we als collega's, als collega raadsleden, nog een aantal
jaren Je gemeente mogen dienen.
De voorzitter: Dank U, nog iemand het woord, behalve mijnheer Munters die
ik dan het slotwoord wil geven?
In ieder geval mijn warme dank voor Uw woorden.
De heer Munters: Mijnheer de voorzitter, mag ik in de eerste plaats U
hartelijk danken voor de twee endeaux die ik mocht ontvangen. Ik ben daar
bijzonder door getroffen. Het is misschien mogelijk dat een van die boeken
straks nog getekend wordt door allomaal. Dat heeft voor mij nog des te
meer waaroe. U had wat dat betreft Uw keus niet beter kunnen maken. Ik
ben daar bijzonder blij mee, ik vind het heel leuk. Ik ben blij dat dit
ook heel gewoon gehouden is. Het is tenslotte een plicht die ja doet.
Je wordt er bovendien nog voor betaald ook, dus wanneer daar een aardigheid
je tegenover staat dan vind ik dat bijzonder leuk en ik ben er erg door
getroffen. Ik hoop dus dat het, met die handtekeningen er in, een waarde
vol geheel voor mij en mijn gezin zal zijn. Ik wil ook de heer van Dueren
den Hollander heel hartelijk danken voor de warme woorden die hij tot mij
gesproken heeft. Ik weet, wanneer hij dit zo zegt, dat hij dit ook van
ganser harte meent. En daar bon ik echt vari onder de indruk. Ik ben U
daar zeer dankbaar en erkentelijk voor.
Mijnheer de voorzitter, een afscheid roept altijd vele gevoelens op.
Zo ook bij mij. 9 jaar is nu heus geen periode waarvan men kan zoggen;
wat een tijd, wat een tijd.Helemaal niet! Toch doet 9 jaar een gemeente
meebesturen je wel wat.