- 9 -
doet U Uw eigen commissie weer geen deugd. U moot zich ook niet verdiepen,
lijkt mij, in bepaalde gevallen, U moet nu juist proberen dat hele beleid
- dat zeg ik tegen U mijnheer Kannekens - te veranderen, U bent vanavond
weer bezig met oen klein gevalletje. We zullen daar nu over gaan stemmen.
De heer Kannekens; Mag ik dan als allerlaatste en dan op een menselijke
manier er nog iets over zeggen? Die mensen zouden misschien wel met het
verzoek om vrijstelling gekomen zijn vóór dat die sportdag gehouden was,
want ik heb namelijk met die mensen gesproken. Maar dat is achterwege
gebleven omdat de tijd tekort was eer ze er antwoord op hadden gekregen.
Gf ze hadden persoonlijk met IJ daar over moeten gaan praten. Waar gaat U
voorzitter, dat invorderen? Deze vereniging is niet Koninklijk erkend,
is niet rechtsgeldig en dan moet U personen aansprakelijk gaan stellen
voor de bedragen die betaald moeten worden voor een wijkvereniging.
De voorzitter; Mijnheer Kannekens, ik wil U bij deze zeggen als dat wer
kelijk tot die nare gevallen aanleiding geeft, dan zal ik die GD,
zelf wel betalen.
De heer Kannekens; Maar dat rnoet helemaal niet nodig zijn voorzitter.
Het moet kunnen dat er een andere verordening komt en dat het niet
nodig is.
De voorzitter; Als U het normaal vindt dat wij aan deze niet Koninklijk
erkende verenigingen deze velden verhuren dan vind ik dat U het ook nor
maal moet vinden dat we ze 80,vragen. En als we deze mensen serieus
moeten nemen dan moeten wij dat vragen. Nogmaals éón rondje op de publieke
tribune en U hebt weer 10,Dat is allemaal echt wel te doen. Ik ge
loof dat we nu maar zo groot moeten zijn dat we het hierbij laten.
De heer Fakkers verlangt, neem ik aan, nog steeds stemming?
De heer Fakkers; Ja.
De voorzitter; Wie ondersteunt dit voorstel?
De heren Kannekens en Nagtzaam; Ik.
De voorzitter; Goed, dan zullen we stemmen.
De raad besluit met zeven stemmen vóór en drie stemmen tegen overeen
komstig het voorstel van burgemeester en wethouders.
V/óór stemmen Mej. Verhagen en de heren Munters, Nuiten, van Dueren den
Hollander, Bos, Evers en van der Werf
Tegen stemmen de heren Kannekens, Nagtzaam en Fakker3.
13. Voorstel behandeling en vaststelling begrotingen.
De heer Kannekens; Mag ik daarover een verzoek doen voorzitter?
De voorzitter; Graag mijnheer Kannekens.
De heer Kannekens: In punt 1 staat: voor de vaststelling van de begro
tingen deze puntsgewijze te behandelen in openbare vergadering van de be
grotingscommissies, waarbij Uw raad wordt verdeeld in twee afdelingen,
waarvan de leden door ons worden aangewezenIk zou daarover een verzoek
willen doen. Ik geloof wel dat die indeling door U geregeld wordt.
De voorzitter: Ja, dat staat in het reglement van orde, maar als U het
anders wilt vind ik hot uitstekend hoor.
De heer Kannekens: Zeer graag, U weet misschien de bedoeling wel.
De voorzitter: Ja, toch kom ik daar niet gemakkelijk uit. Hebt U er ver—
trouwen in als het college van burgemeester en wethouders dat doet? Ik
bemoei me er overigens zelf nooit mee.
