het terrein gebruikt hadden met een bezwaarschrift gekomen .Wij nebben in onze
eerste commissievergadering hier enige tijd bij stil gestaan - vanwege de
souplesse van de voorzitter - alhoewel hij er toon op attendeerde dat we het
niet behoefden te behandelen, want het was niet gericht geadresseerd. Als we
nu door een soepele voorzitter dat toch even aan een beschouwing onderwerpen
omdat er een uitspraak moet komen, dan begeven we ons op gevaarlijk terrein.
In die tussentijd was dit wel in de vergadering van het college van burge
meester en wethouders aan de orde geweest en gepasseerd en die hebben op een
volkomen normale manier hierover een uitspraak gedaan. Dan leg ik me als
commissie-lid - wanneer iets niet gericht binnen komt, vooral als ik nader
geïnformeerd wordt - daar bij neer. En dat is gebeurd. In de tweede vergade
ring zijn we er weer op terug gekomen, voorzitter, en men moet het mij dan
maar moeilijk maken als voorzitter van die commissie, daar ben ik hopelijk
tegen opgewassen. En zo niet, dan zal ik moedig genoeg zijn om voor mij een
vervanger te laten aanwijzen. Laten we dat duidelijk stellen. De tweede keer
hebben we de zaak volledig toe laten lichten, hoe het burgemeester en
wethouders is gepasseerd en toen heb ik geadviseerd aan de commissie zich
daar achter te scharen. Naar mijn smaak is dit gebeurd en ik verwonder me dat
we nu weer een totaal andere weg bewandelen. Wij hebben toen gezegd zó moeten
de zaken gebeuren. En dan moeten we vanavond een raadsvergadering oen raads
vergadering laten en niet binnen die raadsvergadering een commissiebelcid
aan de orde stellen, We zijn bezig juist in die chaos wat orde op zaken te stel
len, om er toe te komen dat die wijkvereniging "de Kooimast" straks gericht
subsidie krijgt. En ik hoop dat jullie er allemaal waarachtige studie van
maken en met alternatieven, met voorstellen komen en niet dat de een wat
met de ander meepraat - nu ga ik een stukje pedagogie weggeven - omdat ik
dan zelf wat gemakkelijker voor die tafel zit. Ik vind het verrekte jammer
dit laatste is een jammerlijk woord - dat dit nu zo hier passeert en dat
moet er bij mij even uit.
De heer Nuiten; Het is ook geen bezwaarschrift maar een verzoekschrift.
De heer Fakkers: Zonder nu maar direct met portefeuilles te gaan 'wapperen
om te zeggen van ik treed af of ik trood niet af
De heer van Dueren den Hollander: Ach, v;at met portefeuilles wapperen, mijn
heer Fakkers laat nu zien dat U
De heer Fakkers: Mag ik ook eens een keer uitspreken deze keer? Dank U wel
Het is namelijk zo, dacht ik, dat we in de eerste commissie-vergadering toch
wel besloten hadden om een brief te doen uitgaan naar de rest.
De heer van Dueren den Hollander: Het was een niet gericht verzoek op minder
juiste gronden, want de achtergronden kenden we teen niet.
De heer Fakkers: Oke, maar we waren toch wel soepel genoeg met z'n allen om
dus te zeggen die brief gaat er uit. En in de tweede vergadering komt er dus
blijkbaar uit dat die brief niet is weggegaan.
De voorzitter: Ik wil vaststellen, mijnheer Fakkers dat U...
De heer Fakkers: Dat ik stemming verlang.
De voorzitter: Die stemming die komt en iedereen verheugt zich er al op. Ik
wil nu alleen maar vaststellen dat het a nog dubieus is of zo'n verzoek in
Uw commissie thuishoort, daar had U over kunnen praten; b het buitengewoon
ongebruikelijk is om een ongeadresseerd en niet ondertekend schrijven te rich
ten* en c. het wel een heel vreemde gang van zaken is en gewoon niet zuiver
dat'het college van burgemeester en wethouders eenvoudig niet weet dat dit
verzoek ook bij Uw commissie ligt. Dan moet U toch gewoon heel reëel en rede
lijk zijn, dat kan natuurlijk, dat zal ook wel weer te goeder trouw zijn.
Maar we moeten experimenteren en beginnen met de commissie. Als we op zo'n
chaotische - mijnheer Nuiten heeft het gezegd - rommelige manier beginnen dan