- 27 -
De voorzitter; Dank IJ wel, ik sten ar graag mee in. Mijnheer Fakkers ik
kan er niet veel over zeggen, maar alleen als voorzitter, dat ik het jam
mer vind, inderdaad, dat het niet mogelijk is gebleken in deze raad om
inderdaad met 511e betrokkenen van te voren een afspraak te maken. Want
afspraken worden er in <*lle raden gemaakt on dat is ook een hele normale
procedure, dat kan bijna niet anders, ik betreur persoonlijk dat de tijd
die hier in Fijnaart weieens bestaan heeft, dat een hele grote groep raads
leden hierover kon spreken, met elkaar als collega's dat die tijd voor
bij is. Het wethouderschap is natuurlijk een begeerd ambt, dat is goed,
stolt l! zich voor dat hot niet zo is. Er zijn velo mensen die het willen
wordon, dat is ook heel goed, het is verheugend zelfs. Het is jammer,
dat afspraken gemaakt moeten worden» Maar dat is natuurlijk wel erg in
herent, dat zit wal erg vastgebakken aan de politiek,en aan het systeem waar
in je op een gegeven moment een bepaalde groepering - of het nu juist is
of niet daarover laerc ik me niet uit - laat vallen. Jo laat die gaan,
ja laat die alleen gaan. En dat betekent dat als je zelf groter wordt dan
die groepering, dat ju gast doen wat dio groepering vrooger doed en als
je kleiner wordt - of blijft - dat jo jezelf buiten spel plaatst, En als
je werkelijk bezwaren hebt tegen deze wijze van besluitvorming, ja dan zeg
ik in het algemeen: dan is er maar 66n weg, Dat is de weg terug, maar dan
ook in allo zaken. En dan natuurlijk niet plotseling alleen als het om
oen wethoudersverkiezing gaat. Als je niet het besluit kunt nemen in het
algemeen om in alle zaken voor de raad - in het openbaar of niet in het
openbaar - samen op eon andere wijze tot besluitvorming te komen, dan mag
je dat natuurlijk niet verwachten bij zo'n moeilijk, teer punt als een
verkiezing, om welke verkiezing het ook gaat of het nu om raadsverkiezingen,
staatsverkiezingenof andere gaat. Dat is heel erg moeilijk, want mensen
zijn zwak, dat zijn we allemaal. Dan komen er hartstochten boven. Die
houd je alleen maar in de hand als je ver voor die verkiezingen een hele
goede sfeer hebt geschapen. Ik zou U dus in overwoging willen geven - dit
keer is het niet gelukt, kennelijk niet - om na deze verkiezing te be
ginnen met frisse moed om een dergelijke sfeer te creëren, om een bestuur
lijke vorm van overleg te zoeken niet elkaar, zo dat de volgende wethouder,
bij wijze van spreken, met elf stemmen gekozen wordt. Dat is natuurlijk
bijna nooit zo, maar je kunt het heel erg ver brengen met overleg. Ik wil
U dan nog wijzen op de ene opvatting die zegt: we willen een meerderheids-
college. Dan gaat het keihard, dat is een opvatting die heel veel opgeld
doet in jonge kringen, maar don krijgt LI wel processen die U in Uw hart
juist verafschuwtEn dan is or de andere opvatting en dat is meer
oen traditionele, dat is het afspiegelingscollege waar je dus van te voren
met elkaar zegt: wat is nu reëel, wie moetan er in zitten. En dcan wordt
hot natuurlijk buitengewoon moeilijk om een afspiegeling te vinden in de
raad die 7 of 8 spiegeltjes heeft en er maar 2 mag voorhouden. Voor dat
probleem zit U vanavond wederom. Ik wens IJ veel succes met het uitbrengen
van Uw stem.
Pc heer Kanne-kens: Mag ik nog even naar aanleiding van Uw antwoord iets
zeggen, mijnheer de voorzitter? En den wil ik nog aanhalen wat wij zelf
in de cursussen burgerschapskunde ook nog besproken hebben en waar het
ons dan duidelijk geleerd is. Vooral over de afspraken die gemaakt worden.
Ik betreur dan het meeste dat de afspraken die gemaakt worden gewoon ge
negeerd wordenDat er zelfs briefjes getekend worden en dat die ook ge
negeerd worden. Dat vind ik voor zo'n verkiezing een zeer penibele zaak.
Daar ban ik toch wel over verbolgen. Ik maak me er niet kwaad over, maar
ik moet er wel dit bij vertollen, dat daar wel mijn vertrouwen en vooral
mijn eed, die ik op 1 september 1970 heb afgelegd, zeer onder lijdt. Dan
wil ik er nog dit bijhalen, dat degenen die dezelfde eed afgelegd hebben