- 23 - De heer Kanneksns: Dat kan volgens mij nooit de bedoeling zijn. De voorzitter-: Maar dat gebeurt, dat is juist het punt. Dus tegen mijn- heer Nagtzaam wil ik zeggen, zijn betoog is goed bedoeld en gaat ten volle op waar het de commissie ex artikel 61, verbonden aan 53 betreft. Voor deze commissie, die nu commissie van advies en bijstand is betekent het eenvoudig het uitschakelen van Uw raad zelfEn daarom hebben we een ad vies aan U, niet om de zaken onder de tafel te stoppen. Werk met die commissie en zorg dat via U besluiten genomen worden. Voorstellen aan burgemeester cn wethouders komen van U gevraagd of ongevraagd. Die open baarheid komt volledig aan zijn trekken, Maar nogmaals als de commissie en haar voorzitter, hearingen willen houden of terug komen op dit punt, het college heeft er geen bezwaren tegen. Wij willen het IJ alleen ont raden. En het is ook echt niet omdat wij er zelf tegen zijn, maar gewoon omdat net een onjuiste procedure is, zeker in dit stadium. Wij stellen U nu voor voorlopig de mensen in beslotenheid hun werk te laten doen. Zij houden heus wel contact met hun achterban. De heer Kannukens: Op die manier, mijnheer de voorzitter, ben ik er ook zeker en vast tegen dat het zal gêfin gebeuren in de toekomst. Maar even zo dat wij hier zitten te vergaderen als raad - dan mag op de publieke— tribune zitten wie wil - evenzo kan, volgens mij, een adviescommissie wel vergaderen. De voorzitter: Het kan wel, maar het is de taak niet van die commissie om in het openbaar rekenschap te geven over een beleid, want dat beleid is ar nog niet. De taak van de commissie is het helpen van burgemeester en wethouders om tot een voorstel te komen dat bij voorbaat moer gedragen wordt door raadsleden, inwoners cn bevolking, dan voorstellen zoals die op dit moment volgens de wet Dij Uw raad komen. Dat is de enige bedoeling van een vaste commissie van advies en bijstand, U wout ook dat de wet zegt dat die commissie alleen maar kan worden ingesteld als burgemeester en wethouders het willen. Als ze het niet willen,dan kan de raad wel commis sies maken, maar dan hoeven burgemeester en wethouders zich daar bij hun voorstellen niets van aan te trekken. Maar wij zeggen als burgemeester en wethouders dat wij die commissie zullen horen. Wij zullen dat graag. Wij nemen dat als een verplichting. Daar geef je al een stuk van je eigen beleid mee uit handen. De heer Fokkers: Mijnheer de voorzitter, ik heb Uw betoog rr.et aandacht gevolgd. Ik heb Uw tekening gezien. Ik ben een slechte tekenaar dus ik zal me niet aan tekeningen wagen. Wat ik er wel van wil zeggen is dit. De besluitvorming, zegt U, die moet je niet voorbereiden in het openbaar want dan wordt het een chaos. In het voorstel wat voor ons ligt staat o.a. niet vermeld - maar het staat wel in de stukken, in de brief van de commissie - dat er ook oen minderheid was in dc commissie dio bepaald wel voor openbaarheid was. Besluitvorming, dacht ik, moet juist in de volle openbaarheid tot stand komen, omdat, indien we komen met oen panklare oplossing - zoals dus ook stond in het voorstel - het zo is dat die pan klare oplossing, geen mogelijkheid meer voor alternatieven geeft. Het be sluit ligt vast, een vaste meerderheid heeft het er door. Punt en amen uit, daarmee de raad degraderend tot een fiateringscollege. Ik heb het al meer gezegd en ik blijf dat stellen. Dat ligt precies hetzelfde als met de voorstellen van burgemeester en wethouders..... De voorzitter: mijnheer Fakkers,meg ik nu interrumperen.Ik begrijp U echt niet. U zit nu zelf in een commissie. U hebt daardoor gekregen wat U wilde namelijk U kunt eerder dan burgemeester en wethouders dat doen, gestalte geven aan een voorstal voor dc raad, wat moet U nu nog meer? Nu zegt U: ik wil graag die werkzaamheid verrichten terwijl anderen over mijn schouders mee kijken.

Raadsnotulen

Fijnaart en Heijningen: 1934-1995 | 1971 | | pagina 229