- 21 - college - daardoor aangespoord door een zeer wakkere rand wij willen wat meer openbaarheid en inspraak. Dus er wordt hier eon stadium aan toe gevoegd. Niet met raadsleden, zoals in bijna alle andere raadscommissies het geval is, waar men namelijk gewoon raadscommissies, vaste raads commissies van advies en bijstand hoeft eenvoudig omdat het ondoenlijk is om de grote stroom van besluiten in die ene raad af te doen. Wij zijn nog een stapje verder gegaan. Wij hebben daaraan toegevoegd maar liefst 5 mensen die hele groepen van personen buiten die raad representeren. En nu we dit gedaan hebben, en dit dus eun volkomen oxtra is, nu komt het raadslid Nagtzaam ons vertellen dat de besluitvorming hier niet demokratisch is. En nu gaan we door, in zijn spoor. Ook dit, mijnheer Nagtzaam, U staat hierin niet alleen, maar dat komt omdat wc allen zeer gebrekkig zijn op geleid in het hele proces van demokratisering, dat nu pas goed gaat be- ainnen. Nu gaat U zeggen, ja wat die commissie daar doet dat mag niet stiekem gebeuren. Het is overigens gewoon een proces van besluitvorming.Het is het nadenken wet nok de ambtenaren doen. Daar zit U ook niet bij. U bent welkom hoor om op de tafels te komen zitten terwijl ze nadenken, maar dat doet U niet. Men moet ergens beginnen. Dat gebeurt hier com missie Nu zegt men: nu gaan we allo raadsleden notulen sturen van onze besprekingen. Daar gaan we, ziet U? Die mensen burgemeester en wethou ders slaat dan over. Vervolgens gaat U zeggen ja, wij sturen nu toch de notulen tegelijk aan de rand dus is het eigenlijk toch helemaal onno dig dat de zaak nog in vergadering van burgemeester en wethouders komt. Ja dan gaat U tegen de wet in, want burgemeester en wethouders moeten het voorstel doen. Maar er gaat nog iets veel bedenkelijkers gebeuren, U neemt de tweede stap, dat wil zeggen, dit gaan we openbaar doen. Don heeft die commissie, omdat het werk ergens moet beginnen, weer behoefte aan een stap daarvoor, die er niet is. Dan kan men weer over de openbaarheid daarvan gaan praten. Don wordt dit openbaar en dan komt het in de raad. Hier commissie is het openbaar geweest. Dan zijn de knarten volkomen geschud, hier, want het is een politieke zaak geworden door de openbaar heid in de commissies. Die commissies die zijn politiek zo samengesteld dat ze een raadsmeerderhuid hebben, die zijn met zorg uit alle partijen gekozen. Dan komt het in de raad en het behoeft niet meer behandeld te worden in de raad en tenslotte valt de raad weg. En dat is ook de praktijk. Als U tot openbaarheid van deze commissie besluit dan brengt U Uw eigen raad om. Want dan is de besluitvorming in die raad van geen enkele bete kenis meer. Dus ik wil U zeggen, mijnheer Nagtzaam, bestudeer dat model eens grondig. Maar nu iets anders, en daar begrijp ik U wel. Die commissie is volkomen gerechtigd om met hearingon te beginnen en om de boer op te gaan om nog meer meningen te horen en om enquête*s te houden. Ze mogen doen wat ze willen. En nogmaals, als die commissie persó zelf openbaarheid wil, wij hebben er geen bezwaar tegen. Maar het is niet het proces van: "nu valt het besluit en dat moet openbaar zijn", want dat gebeurt in Uw raad. En als dat besluit hier in de commissie gevallen is dan wil ik U vragen, wat moeten dan eigenlijk burgemeester en wethouders nog doen. Die kunt U wel weglaten. Hier in de commissie wordt een besluit voor gelegd. Vroeger gebeurde dot hier in het college van burgemeester en wethouders U had die inspraak inderdaad minder. Die raad stond inder daad een paar trapjes lager. Die raad wordt nu vóór burgemeester en wet houders gebracht. U hebt precies wat U wilt hebben. Maar U moet de zaak niet verwarren. En als U toch in bepaalde commissies openbaarheid wilt hebben - daar doelt U natuurlijk op - dan denkt U aan die functionele com missie die een taak van de raad óverneemt. Maar deze commissie functio neert nog niet als zodanig. Als namelijk de commissie kan en mag zeggen van de raad, nu gaan wij b.v. subsidies geven, dan mijnheer Nagtzaam, zij wij het allen met U eens. Dan móg U niet openbaar zijn neen, met U

Raadsnotulen

Fijnaart en Heijningen: 1934-1995 | 1971 | | pagina 227