- 16 Do voorzitter: Dat is dan jammer, daar wnrdt U to oud voor. Do hoor Bos: Mijnheer de voorzitter, toen ik de namen las dacht ik aan het boek waarin staat: "het diaconiehuismannetje, het mannetje vertelt", die zaten ook altijd in een hof. De heer van der Werf:Mijnheer de voorzitter, deze namen hebben mij toch eigenlijk verwonderd, ik heb er toch wel even bij stilgestaan. Toen ik de- vorige keer wel zc'n hof uitsprak voor het pleintje t en zei U,dat is geen naam er voor en nu komt het college van burgemeester en wethouders met al die hofjes voor de dag. Waar moeten we nu naar tuo? En met Parelstraat ben ik het ook niet eens, daar mag je van mij wel een andere naam voor geven. En wat die Nieuwe Dorpsweg betreft zou ik zeggen, laat die nu eens een keer de van Heemstraweg heten De heer Dos: Dat is nog beloofd ja, dat klopt. De heer van Dueren den Hollander: Mijnheer de voorzitter, als je thuis zo die stukken doorneemt dan ga je denken waarom zullen we het nu niet eens anders doen dan in die 921 gemeenten elders in den lande. Maar dat moet niet daarom dominant zijn omdat we het anders doen, het moet toch wel ergens mee in relatie staan. Nu zijn er een paar dingen bij die vind ik toch wel leuk. In ieder geval is alles ludiek en daar streeft men tegenwoor dig bijzonder naar, maar Sprookjeshof zegt me zo weinig en waar breng je Dauwdruppelhof mee in relatie? Een verweer zou kunnen zijn, moet nu iets altijd een relatie hebben? In 1971 niet meer, maar ik zou tenzij er iets geweldigs weggebouwd werd, alleen al om de namen er niet eens altijd graag wonen. Ik geloof nog in sprookjes, maar waar moeten we Spreekjeshof nu mee in wezenlijke relatie brengen? De voorzitter: Ja, mejuffrouw mijne heren, ik had eigenlijk gehoopt dat we een herhaling van de straatnaamgeving voor 't Pleintje hadden voorkomen. De namen hebben we aan leerlingen van de schelen gevraagd. We hebben de kinderen zelf met een aantal suggesties laten komen. Er zijn er ontzettend veel uitgekomen, mijnheer Nuiten en inderdaad eok veel wijknamen, daar zouden wij dus liever niet toe overgaan. Ten eerste is het volstrekt onorigineel en in de tweede plaats is het verwarrend. Het heeft wel het gemak dat je naar een bepaalde wijk toeloopt, maar de mensen zelf vinden het helemaal niet leuk om in een Appelstraat, een Perenstraat of een Pruimenstraat te wenen. Nogmaals, dat vindt U in alle gemeenten uit pure onmacht om iets anders te bedenken. Toen hebben wij via de hoofden de scholen ingeschakeld. Wij dachten, dat over smaak niet te twisten valt, we hebben wel één heel bepaald argument gehad namelijk dat in dit nieuwe plan, zoals U weet, ook een aantal beleggers wil bouwen. En deze mensen willen nu juist liever niet, in verband met de verkoopbaarheid, want dat schijnt iets uit te maken, aller lei van Ruijsdaal, Rembrandt en Jan Steenstraten want daar hebt U er twaalf van in een dozijn. En die willen juist, mijnheer Fakkers dat is erg gek, die willen graag omdat ze misschien niet meer in het sprookje geloven maar er zo graag in zouden willen geloven, wel een Sprookjeshof hebben. En die willen als ze vanuit Rotterdam komen, waar de dauwdruppels schaars zijn tussen alle uitlaatgassen, die willen er graag aan herinnerd worden dat er in deze buurt, inderdaad vlakbij die boomgaard - bovendien willen we er neg doorheen een groenstrook maken bij die Westkreek en aan de kont van de Maasroute ook nog een boomboplanting en wat gras - hier in Fijnaart, zij het ook al afnemend, toch wel dauwdruppels voorkomen. Gouden Regenhof, ja dat is dus eigenlijk de filosofie achter die naam en die nogmaals door kinderen van onze scholen is bedacht. Die Nieuwe Dorpsweg vonden wij bij zonder leuk. Ik ben direct voor die van Heemstra weg of laan, wel zou ik hem ergens anders willen leggen. Omdat deze weg naar het Dorpshuis gaat vonden wij dat zo'n aardig idee. Omdat daar in wezen een nieuw dorp aan

Raadsnotulen

Fijnaart en Heijningen: 1934-1995 | 1971 | | pagina 20