GEMEENTE FIJNAART EN H E IJ N I N G E N
HANDELINGEN VAN DE OPENBARE RAADSVERGADERING VAN DONDERDAG 15 SEPTEMBER 1971.
1. Opening.
De voorzitter; Ik open deze vergadering en verzoek U een ogenblik stilte
in acht te nemen.
2. Gelukwens aan de heer H. van Dis ter gelegenheid van zijn 40 jarig raads
lidmaatschap.
De voorzitter; Iviejuffrouw, mijne heren, we beginnen met punt 2, de geluk
wens aan de nestor, de heer van Dis. Ik vind het heel leuk dat U gaat staan,
mijnheer van Dis, maar U mag, als LI dat prettig vindt, blijven zitten.
De heer van Dis heeft burgemeester en wethouders de kans ontnomen om een
gehele en aparte raadsvergadering te wijden aan een uniek feit, zijn ge
schiedenis: gedurende een periode van 40 jaar lid van de gemeenteraad van
Fijnaart en Heijningen. Hij gunde ons de kans dan één agendapunt van een
normale vergadering daarbij stil te staan. Het feit is te bijzonder om
er in een haastige tijd snel aan voorbij te gaan.40 jaar is lang en
vermoedelijk toch ook weer niet zolang wanneer je ze zelf hebt meegemaakt.
40 jaren raadslidmaatschap worden aannemelijker en begrijpelijker, als dat
raadslid kalm, passief, rustig en tevreden - wachtend op wat komen gaat -
zijn tijd zo heeft uitgezeten. 40 jaren raadslid worden wel zéér bijzonder,
ja krijgen iets heldhaftigs, als dat raadslid die 40 jaren onvermoeid,
onverflauwd, voortvarend en strijdbaar bezig is geweest.
En het raadslid Huib van Dis Jzn. is bezig geweest. Vanaf de 21ste ok
tober 1931, zijn eerste gewone raadsvergadering na beëdiging, toen hij
tot stemopnemer werd benoemd en mej. Folkers verkozen verklaarde tot,
mijnheer van Dis, onderwijzeres der Openbare Lagere School in Heijningen
tot de 16de september 1971, waar de voorzitter hem hoopt te verzoeken
als stemopnemer te fungeren bij de verkiezing, die wat meer gemoederen
in beweging kan brengen, die van eon wethouder.
De heer van Dis is bezig geweest. Intens. En steeds. Niet aflatend. Daar
over zouden en zullen alle "raden" die hij, in welke samenstelling en ver
houding dan ook, meemaakte het volkomen eens zijn.
De heer van Dis was bovendien strijdbaar bezig. Van strijdb&ar zegt het
woordenboek: weerbaar, geschikt en geneigd tot de strijd. En dat was
- en is - de heer van Dis ook. Politieke strijd is hem niet bespaard ge
bleven. Hij ging die strijd ook niet uit de weg, hij zocht het front soms
wel op. Dio strijdbaarheid heeft mijnheer van Dis getekend, ten goede
getekend. En wel vooral, toen die eigenschap heel hard nodig was: in
oorlogstijd; tijdens de watersnood van 1953. Vóór ons ligt een der vele
foto's van die vreselijke ramp: water grauwheid, verwoesting - en op een
overgeschoten brok afkalvend land het raadslid H. van Dis Jzn., door de
burgemeester met een deel van diens bevoegdheden belast, op zijn tocht
door de gemeente. Zonder opsmuk, mot klompen - onverzettulijk, strijd
baar, óók, neen, juist toen. Hij bleef als anderen wegliepen» Hij bleef
ook, als anderen wol wilden dat hij wegliep. En hij bleef op zijn stuk
staan. Ja, hij bleef zich zelf. En ook dat tekent hem ten goede.