- 10 - De heer Fakkers: Er zijn mensen, hebt U gezegd, die vinden dat de raad niet zo zeer de instantie is waar deze gevallen in thuishoren. Ik dracht dat de raad volgens de gemeentewet een beroepsinstantie was bij het weigeren van bouwvergunningen. Dus dat hoort hier wel in thuis. Die zorg voor dat milieu, wat U mij dan verwijt, och dat neem ik dan maar een keer. Ik heb wat dat be treft zoveel van U te slikken, tot nu toe, dat kan me dus niets schelen. De voorzitter: Daar wordt men hard van De heer Fakkers: Zo is het, een rug als eelt en elke avond groene zeep, vaste remedie. Maar nu gaan we verder. Bij punt 6 van de vorige agenda, betreffende het voorstel tot vaststelling van een voorbereidingsbesluit bestemmingsplan omgeving Boomgaardstraat, zegt U letterlijk: "wij gaan plan Oost uitbreiden met een lapje van dat Buitengebied - in overleg met de Zuid Nederlandse Staalbouw N.V. - omdat ons al lang de uitbreidingsplannen dezer N.V. bekend waren. Nu komen die uitbreidingsplannen en ze blijken te liggen in het ge bied wat nu in het Buitengebied ligt. We zouden dus die bouwvergunning niet kunnen verlenen want het is industriële bouw. Nu stellen wij U voor een voor bereidingsbesluit vast te stellen en dan blijven we daarmee binnen cns eigen beleid". Voor mij is het een afgedane zaak, ik verlang zondermeer stemming en voor de verdere rest zien we maar. De voorzitter: Wat wilt U hier nu mee zeggen? De heer Fakkers: Wat ik daarmee wil zeggen? De voorzitter: Schreuders ligt in een bestemmingsplan waar hij die industri ële bestemming mag hebben. Hij gaat alleen verder en komt dan op verboden terrein. Hier hebt U iemand die vanaf de aanvang - en ik zou zeggen, ik over weeg nog altijd of ik dit aan de justitie doorgeef - eenvoudig op verboden terrein zit omdat hij de schuur heeft onttrokken aan de bestemming van het plan. Dat kunt U toch niet mot de Zuid Nederlandse Staalbouw vergelijken. Ik wil U nogmaals zeggen, er is hier eenvoudig geen sprake van enige dis criminatie. Er is hier sprake van iemand die eigenmachtig en op een onverstan dige wijze - overigens op een economisch flinke wijze, op een doortastende wijze maar dat staat verder niet aan ons ter beoordeling, dat maakt het wel moeilijker gezien in het menselijke vlak - zondermeer begint midden in het landelijke gebied. En U hoort hier dat dat in 1971 niet kan, dat kon ook al in 1954 niet. En als nu het college zegt: "omdat het een band heeft met het agrarisch bedrijf, willen wij dat gaan legaliseren" dan vind ik dat U daar eenvoudig niet een uur over moet gaan DratenDan moet U zeggen in hoe verre de wet niet is toegepast. Ik heb vein niet êên van U niet één argument gehoord waaruit blijkt dat een wet niet goed zou zijn toegepast door Uw col lege. Voor alle argumenten zou ik dan die groene zeep kunnen gebruiken want die zijn eenvoudig niet terzake, mijnheer Fakkers. Wij moeten nu eens leren als raad werkelijk beroepsinstantie te zijn en te zeggen: "college U hebt dat bouwvoorschrift of die bestemmingsbepalingen onjuist toegepast; op grond van die bepalingen had U deze mijnheer een bouwvergunning moeten verlenen" Betrokkene kan een advocaat nemen, ik raad hem ook aan dat te doen, om dat waar te maken. En als die advocaat wint, ben ik de eerste die bij hem komt om te zeggen: "gefeliciteerd man en ga bouwen". De heer van Dueren den Hollander: Eigenlijk moeten we over dit punt stoppen. IVe hebben hier eigenlijk vanaf het begin toch wel weer een souplesse in ge bouwd, dacht ik, hoe langer we er nu over praten hoe vervelender de zaak komt te liggen. Er zit wel een lering in want U zegt: "niet êón Uwer heb ik dit of dat gehoord" en daar hebt U nog gelijk in ook. ,'/e zullen toch als raad er op toe moeten zien dat we dit in het vervolg tot het minimale be perken door doodeenvoudig regels vast te stellenEn hoe die regels moeten luiden weet ik niet, want vandaag of morgen duikt er ergens weer zoiets op

Raadsnotulen

Fijnaart en Heijningen: 1934-1995 | 1971 | | pagina 180