- 16 -
De hoer Kannokens; Die is 20 jaar. Hij is vanaf zijn 18e jaar secretaris,
penningmeester of voorzitter van diverse verenigingen op Gudemolen. Ik ge
loof wel dat hij met de jeugd vertrouwd is. Hij is zelfs jeugdleider geweest
van de voetbalvereniging Oudemolen maar door de vele werkzaamheden, die hij
heeft, is hij dat op dit moment niet meer. Dat heeft hij lange jaren goed
gedaan. Dus ik mag er wel een beetje reclame voor maken.
De voorzitter: Ik kom er straks op terug.
De heer Bos; De voetbalverenigingen kennende moet ik zeggen; dat geen stem
recht niet inhoudt geen inspraak.
De voorzitter: Goed wij zitten met het voorstel van mijnheer Nuiten. Wordt
dit voorstel om dit terug te nemen door U gehandhaafd?
De heer Nuiten: Ja.
De voorzitter; Is er iemand die dit voorstel ondersteunt? Er is niemand die
dit voorstel ondersteunt. Dan wordt het dus geacht te zijn verworpen. Wij
kunnen nu overgaan tot do stemmingen. We gaan twee keer stemmen, de eerste
keer over de nummers 1, 2 en 3.
Mejuffrouw Verhagen; En het voorstel van mijnheer Fakkers?
De voorzitter; Dat wordt door burgemeester en wethouders overgenomen. Dat zou
U gehoord hebben bij de stemming. We gaan dus eerst stemmen over de nummers
1, 2 en 3. Die namen zet U straks op éón papiertje. Dan gaan we de tweede
keer stemmen. Lot U nu op want er is dus een tegenkandidaat ingediend. Dan
moeten we even kijken. Mijnheer Kannokens, tegen wie wilt U Emiel Reijnders
laten kandideren?
De heer Kannekens: Ja
De heer van Dis: Dat is niet juist. De verenigingen die hebben een kans gehad.
De voorzitter; Mijnheer van Dis, als het niet juist is dan bewijst U die
tegenkandidaat een hele slechte dienst. Het is een vrije stemming, dus dat wil
zeggen dat U die tegenkandidaat overal bij mag schrijven en dat hij dan bij
voorbaat al geklopt isAls ik de heer Kannekens dit zegdan bedoel ik alleen
de tegenkandidaat, die hij noemt, een reBle kans te geven. Maar dan moet hij
zeggen; ik stel> hem als kandidaat b.v. in vakature A of B, want anders krijgt
Emiel Reijnders óf helemaal geen stemmen óf hij krijgt er óên bij D, éón bij
B, twee bij C en óón bij A.
De heer van Dis;Dat had U duidelijker moeten zeggen.
De heer Kannekens: Als ik het dan moet zeggen dan bij vakature C.
De heer van Dis; U moet het duidelijker zeggen, we voegen er een kandidaat
bij.
De voorzitter; Dat doet de heer Kannekens.
De heer van Dis; Ja, goed maar dat mag dan niet ten koste gaan van een andere
kandidaat
De voorzitter; Dat gaat het altijd.
De heer van Dis; Neen, dat is niet waar.
De voorzitter; Anders moet U het niet doen.
De heer van Dis; Neen.
De voorzitter: Het is heel moeilijk om er een kandidaat bij te voegen zonder
dat het ten koste gaat van een ander.
De heer van Dis: U mag geen kandidaat schrappen.