- 5 - benzinedampen. Dat zit er dik in op dit moment. Veel woorden wil ik er eigenlijk niet meer over zeggen. Het is gewoon gebeurd, het is weg. Ik vind het jammer en ik betreur het. Elk stuk natuur dat we op het ogenblik hebben, dienen we zondermeer te bevorderen dat dat behouden blijft. Dat er op deze manier mee omgesprongen werd vond ik niet juist. De heer van Duoren den Hollander: Voorzitter, ik heb die boom niet zien rooien. Ik vraag me af of ik soms niet te kort schiet als raadslid, dat ik al die gebeurtenissen zelf niet meemaak. Dat schijnt aan sommige men sen nu eenmaal voorbehouden te,zijn en dat ze dan toch verder nog pro ductief zijn dan vind ik het kunstenaars. Maar goed dat is buiten de zaak Die bomen die hebben we wat te veel vergeten de allereerste keer toen dit onderwerp aan de orde v/as. Nu is er een vestiging gekomen en de pompen zijn geplaatst en nu komen de bomen. Ik vind dat soms gezocht en daarnaast eigenlijk inconsequent aan ons eerste raadsbesluit. Het is eigenlijk maar een opmerking, die ik plaats. De heer Fakkersi Die boom had er in feite niet uitgehaald behoeven te worden omdat de opslagtanks later op deskundige wijze, namelijk met een hele grote kraan, in de daarvoor gemaakte kuil zijn geplaatst. De voorzitter: Ik wil niet te lang bomen over de bomen anders zien we door de bomen het bos niet meer. De heer Fakkers; Dat zien bepaalde verslaggevers wel. De voorzitter; Ik wil toch nog een zin voorlezen, mijnheer Fakkers, uit een brief die U niet kent, want die zat niet bij de stukken. Het is een brief van ons college verzonden op 15 april j1de brief is al van 5 april, als antwoord op de brief van Lodewijks en Vogelaar van 10 maart waarin ze vragen om al die bomen te mogen rooien. Lang voor Uw wakkere actie tot het behoud van het dorpsschoon dat gaat dan over die bomen, schrijven wij al: willen wij echter niet zondermeer uitsluiten dat het mogelijk is aan Uw verlangen te voldoen, U ziet hoe voorzichtig men het stelt, hoewel wij U zouden willen aanraden de bomen pas te doen rooien nadat de hinderlijkheid is gebleken. Wij zijn dus met U van mening dat iedere boom in ons dorp er één is, zeker een oude boom. Deze boom die moest weg als wij de verleende Hinderwetsvergunning effectief wilden doen maken en als wij de verleenden/pomp op de plaats effectief wilden maken. Onder het toeziend oog van gemeentewerken is toen die boom ge rooid. Maar het is dus niet zo, dat wil ik duidelijk zeggen, dat wij pas waakzaam zijn geworden nadat U dat was, maar we waren dat. Wij vinden dat juist om dat hier te stellen. Iedere boom ie er één. Wij willen ook zeg gen dat er wel meer uitritten en garages zijn, laatst nog in de Vrouwe Jacobstraat, waar bomen sneuvelen, dat vinden we jammer. Maar je moet weieens kiezen als je de mensen wilt helpen aan een garage of aan een pomp. Ja dan moet er weloens een boom sneuvelen. Ik weet niet of de directeur gemeentewerken nog behoefte heeft om iets over de techniek van het rooien te zeggen, zonder zich in het beleid te begeven natuurlijk? Directeur gemeentewerken: Ik ben niet bij het rooien aanwezig geweest voorzitter, dus ik kan niete over de techniek van het rooien zeggen. De voorzitter: Dank U we1 voor Uw antwoord. De raad besluit zonder hoofdelijke stemming overeenkomstig het voorstel van burgemeester on wethouders. Q. Voorstel tot het niet ontvankelijk verklaren van de heer Kannekens in zijn beroep tegen de beslissing van burgemeester en wethouders tot het verlenen van een vergunning ingevolge de Benzinepompenverordening aan garagebedrijf "De Westhoek" De heer Kannekens: Mijnheer de voorzitter, U spreekt hier in de toelich- ^vergunning voor de

Raadsnotulen

Fijnaart en Heijningen: 1934-1995 | 1971 | | pagina 145