- 10 - als raad in feite ook over hadden kunnen praten. Het is gewoon een te be langrijke zaak om dit te missen. Dat zult U toch wel met me eens zijn? De voorzitter; Het grappige is dat U het zeer duidelijk op papier hebt gehad in Uw vorige vergadering naar aanleiding van het voorstel tot toetreding tot de regio Roosendaal. Formeel moet ik U gelijk geven, dat was niet naar aanleiding van de brieven van Oosterhout en Etten-Leur. Wij hebben zo'n ruime gedachten als college dat wij daar kristal helder uiteen hebben gezet hoe wij het ons voorstellen, namelijk eerst regiovorming tegelijkertijd daar^- mee een rigoureuze herindeling, zoals wi'j die altijd hebben voorgesteld en dan vanuit krachtige gemeenten en reële en goed werkende regio's waarbij wij denken aan de regio Roosendaal-Bergen op Zoom, eventueel naar een gewest. Wat naar onze mening Oosterhout en Etten-Leur doen, die zoeken het grotere omdat ze voor het kleine vrezen. Die zoeken het grote gewest, dat in de wet een zwakke voorloper daarvan nu niet een aanmoediging heeft gehad, en zij schuwen de meer reële en onmiddellijke samenwerking in de vorm van de regio. U hebt een duidelijke mening nu, maar wij hebben die geuit, voor wie het duidelijk wilde horen, tijdens de behandeling van ons voorstel tot toe treding tot de regio Roosendaal. U hebt formeel gelijk. We moeten dat dan nog weer een keer hier in de raad brengen. De heer Fakkers: Ik dacht dat het, in verband met het door het Nederlands Economische Instituut uitgebrachte rapport toch belangrijk was dat we daar kennis van namen. De voorzitter; Nu, dat zullen we de volgende keer dan als punt op de agenda zetten. Ik wil U wel zeggen dat het college niet van plan is meer dan uiterst summier daar verder nog woorden aan te wijden De raad besluit zonder hoofdelijke stemming overeenkomstig het voorstel van burgemeester en wethouders. 21. Rondvraag. De heer Nuiten: Mijnheer de voorzitter, dank U zeer dat ik deze keer eerst mag. Hoe ver staat het nu met de aanschaf van de brandweerauto? Dat is de eerste vraag. Dan de tweede vraag. Er doen geruchten de ronde dat U Fijnaart en Heijningen als burgemeester gaat verlaten. Wat is daarvan waar? De voorzitter: Mijnheer Nuiten, Uw eerste vraag over de brandweerauto, dat besluit is nog niet goedgekeurd en dat vindt zijn oorzaak in het feit van die centrale financiering. De kraan wordt dichtgedraaid. Het is de vraag of we de goedkeuring binnenkort krijgen. Wij hebben Gedeputeerde Staten ge schreven dat wij graag goedkeuring willen hebben omdat wij op dit moment alles kunnen financieren wat er in Den Bosch Van ons ter goedkeuring ligt. Wij hebben er ook bij geschreven, alles op hun verzoek natuurlijk, dat wij ons wel bewust zijn dat wij een aantal zeer belangrijke taken, Dintelmond II, Westkreek en de afbouw van ons Dorpshuis niet zouden kunnen uitvoeren als er niet binnenkort ons nieuwe financieringsmiddelen toestromenDaarom zullen wij Uw raad in de volgende vergadering voorstellen voor de aanschaf van de brandweerauto en de vuilnisauto een lening aan te vragen. Hebben wij tussentijds weer succes met onze financieringsmiddelen, b.v. verkoop van industrieterrein, dan hebben we dat geld niet nodig. Komt dat soelaas niet dan hebben we dat nodig, want we kunnen het gewoon niet betalen. Ik geloof dat we op dit moment aan financieringsmiddelen hebben, al met al, binnen nu en êén jaar vier miljoen gulden. Dat is ongekend veel voor een gemeente van onze omvang. We hebben liggen aan kapitaalsuitgaven, tussen nu en dat jaar, voor een bedrag van 4 en een half miljoen gulden. We hebben dus een half miljoen gulden tekort. We zullen dus zelf ergens moeten temporiseren of we moeten geld kunnen lenen. We komen daar de volgende raadsvergadering uitvoerig op terug.

Raadsnotulen

Fijnaart en Heijningen: 1934-1995 | 1971 | | pagina 136