- 44 - De heer Kannekens: Neenneen De voorzitter: Laat U mij dan even uitspreken. Begrijpt U mij nu goed. Ik hoop dat U gelijk heeft. Maar ik ga toch niet vertellen dat ik een subsidie niet gekregen heb als iemand mij gezegd heeft dat ik hem wel gekregen heb. Ik kan U zeggen dat ik de voorzitter van de Nederlandse Sport Federatie heb opgebeld, we hebben brieven geschreven en ik weet niet wie heeft opge beld, maar men heeft eenvoudig telefonisch medegedeeld dat de subsidie niet is verleend. Dat heeft ons in alle staten van wanhoop gebracht omdat we niet meer weten hoe we dat ontstane gat, dicht moeten krijgen. Ik heb wel hoop gehad, en daarom heb ik U ingeschakeld, overigens niet met de bedoeling dat U daar op deze wijze zo in het openbaar op terug zou komen De heer Kannekcns: Ik vind het eigenlijk al jammer mijnheer de voorzitter. Het gaat mij in hoofzaak om de publicaties, dia in de kranten staan. De voorzitter: Mijnheer Kannekensik kan eenvoudig niet de eerste paal slaan en dingen verzwijgen die later wellicht financiBle consequenties hebben. Dat zou mij dan weer door andere mensen kwalijk genomen kunnen wor den. Dan moet ik dus zeggen dat er een gat is ontstaan in de financiering en ik geloof dat ik dan duidelijk moet zeggen, met vele andere gemeenten, door hot niet krijgen van een subsidie van de Nederlandse Sport Federatie, hoewol die wel waren toegezegd. En ik kon U wel zeggen dat het een kwartaal niet in de krant is gekomen, maar dat er een moment komt dat de eerlijkheid gebiedt dat het in de krant komt.Het zal mij bijzonder spijten als onze hartelijke contacten,die we altijd met de N.5.F. hebben gehad, zeker na deze openbaarheid, waar ik niet voor gezorgd heb, er toe zouden leiden dat we dat geld niet zouden krijgen. Mijn verzoek aan U had bepaald niet die be doeling. Het is eerlijk medegedeeld dat we het niet kregen, telefonisch. Ik heb nog steeds enig hoop, ook nu nog, dat we nog eens een mededeling krijgen, en dan zal ik de N.S.F. uitbundig prijzen, dat dit project dat bezig is alsnog gesubsidieerd wordt. Dat hoop ik van harte. Dan zal ik dat wel publiceren. De heer Kannekens: Don mout U daar nog even op wachten. De voorzitter: Goed, dat hoop ik dan maar. Doordat de band vol was is het navolgende niet meer woordelijk genotuleerd kunnen worden. De heer Fakkers: zegt dat er in de loods gemeentewerken een brief van Gede puteerde Staten van 2? mei 1970 is opgeplakt waarin stond dat de mensen in de buitendienst in een te hoge loongroep waren ingedeeld. Dit heeft onrust veroorzaakt onder het personeelHij vraagt waarom het antwoord van burgemeester en wethouders op deze brief niet is opgeplakt. De voorzitter: antwoordt dat deze brief is opgeplakt door de opzichter van gemeentewerkenHij vindt het ook geen prettige zaak. Waarom het antwoord van burgemeester en wethouders niet is opgeplakt is hem niet bekend. Het zou gewenst zijn als de directeur gemeentewerken ook aan de raadstafel zit ting zou kunnen nemenZulke vragen zouden dan door hem beantwoord kunnen worden De heer Fakkers: vraagt waarom hij nog geen antwoord heeft ontvangen op zijn vraag waarom de mensen aan wie na 1 januari 1971 plastichuisvuilzak— ken zijn verstrekt, hiervoor hebben moeten betalen. De voorzitter: zegt toe dit na te zullen laten gaan. De heer Fakkers: vraagt of het juist is dat het Pestalozzihuis niet ge schikt is voor gymnastiekonderwijs. De voorzitter: zegt dat het Pestalozzihuis aan een grondige opknapbeurt toe is. Met kleine reparaties is het euvel niet te verhelpen. Getracht

Raadsnotulen

Fijnaart en Heijningen: 1934-1995 | 1971 | | pagina 122