- 43 - met het voorstel komen, don nadat U het ter advies of ter behandeling in die commissie hebt gebracht. De hoer Kannekens; Neen, maar dat zal nog wel even duren eer het in die commissie komt. U zegt dat ik er maar mee moet komen, maar ik had liever dat het van burgemeester en wethouders vandaan kwam. Dg voorzitter: Ik denk niet dat burgemeester en wethouders dat doenwant die waren niet gelukkig met dat voorstel en dat hebben ze ook niet onder stoelen of banken gestoken. Nogmaals, het was oen raadsvoorstel, niet ontsproten aan het brein van burgemeester en wethouders. We hebben, laat ik dat duidelijk zeggengeen enkele invloed aangewend voor do goed— of afkeuring. En we zijn sportief genoeg om Uw voorstellen met gejuich binnen te halen als ze zijn goedgekeurd, maar het is niet goedgekeurd. Ik neem het U helemaal niet kwalijk als U er mee komt. Consequenter vind ik het om het niet te doen, om het eerst in de commissie te laten behan delen. De heer Kannekens: Mijnheer de voorzitter, ik wilde vraag weten voor wiens rekening de publikatics zijn over het Dorpscentrum/sportzaal. De berichten als zou de Nederlandse Sport Federatie haar toezeggingen niet nakomen, zijn in de eerste plaats onjuist en in dit stadium niet erg bevordelijk. En ik zal U vertellen waarom. Ik heb een onderhoud gehad met mijnheer van der Harst, wat U gevraagd had aan mij, en die is daar niet zo blij mee. De voorzitter: Neen, laten we nu eerlijk zeggen, wij zijn helemaal niet blij met het feit dat er een jaar lang verwachtingen worden gewekt, die niet worden gehonoreerd. De heer Kannokens: Dat moet U nog niet zeggen. Vooral niet in dit stadium want U hebt geen toezegging dat U het zou krijgen en U hebt ook geen afwijzing. De voorzitter: Juist wel. De heer KannekonsEen schriftelijke? De voorzitter: Een schriftelijke niet. De heer Kannekens: Ik weet dat U geen afwijzing hebt. De voorzitter: Gelukkig, neen men heeft De heer Kannekens: Juist daarvoor is het zo gevaarlijk om in de kranten deze publikaties te doenEn daarom zou ik graag weten voor wiens rekening die zijn. Want dat is de kwestie waar het om gaat. De voorzitter: Mijnheer Kannekens, dat hoort niet helemaal hier thuis maar ik wil U een duidelijk antwoord geven. Wij hebben contact met de Nederlandse Sport Federatie gezocht op advies van C.R.M. om een bij drage te vragen. Die verwachtingen zijn gewekt. Wij hebben de meest hartelijke contacten gehad met de Nederlandse Sport Federatie. Wij hebben, hoewel maand na maand verstreek en wij wel een uitvoerig schrijven kregen waarin werd gevraagd willen jullie voldoen aan die en die voorwaarden, nimmer zwart op wit, terwijl we al twee beschikkingen van C.R.M. binnen hadden, waar overigens die bijdrage vnn de Nederlandse Sport Federatie in stond, nooit antwoord gekregen van de Nederlandse Sport Federatie. Dan ga je bellen. Eerst werd mij geantwoord in de zin waarin U mij nu schetst, niet ja niet neen. Tenslotte werd er gewoon gezegd, mijnheer Kannekens, en dat weet U heel goed, het is niet toegewezen omdat de ledenvergadering heeft besloten de subsidieaanvragen, die er liggen en nog niet zijn toegewezen, af te wijzen. Dat weet U beter dan ik.

Raadsnotulen

Fijnaart en Heijningen: 1934-1995 | 1971 | | pagina 121