De voorzitter: Ja.
De heer van Dis: Rontewinst en dan hoeven de belastingen niet omhoog,
want U bezit een kapitaal.
De voorzitter: Zo eenvoudig is het niet.
De heer van Dis: Neen, ik vraag het maar.
De heer Kannekens: Voor mij is de hoofdzaak, mijnheer de voorzitter, of
dat Gedeputeerde Staten nu eens een keer zullen zeggen dot het nu einde
lijk goed is, want het is de vierde keer dat het komt.
De voorzitter: Dit is goed. Ik kan U bij interruptie antwoorden, dat dit
wordt goedgekeurd.
De heer KannekensDan is het goed.
De heer Fokkers: Mijnheer de voorzitter, is die brief van 7 oktober 1970
al beantwoord? Op 22 april 1970 hebben Gedeputeerde Stoten namelijk de
stand gevraagd van het Fonds Grote Werken. Op 7 oktober 1970 schrijven
ze dat ze nog geen antwoord hebben ontvangen en verzoeken ze de gemeente
nogmaals om antwoord.
De voorzitter: Ik weet niet of er al antwoord op die brief gegeven is,
maar ik weet wel zeker dat zij het antwoord kennen omdat er inmiddels
een bezoek is gebracht door het hoofd van de financiële afdeling en de
gemeente—secretaris aan de Provinciale Griffie. Ze weten heel goed hoe
onze financiële postitie is.
Mijnheer van Dis, U krijgt een uitvoerig financieel debat. Ik wil U
vragen dit niet in het kader van dit punt te doen. U krijgt het werke
lijk de volgende keer, of die keer daarna en dan kunt U die vraag, zeer
juist een principiële vraag, Uzelf en de raad opnieuw stellen.
De raad besluit zonder hoofdelijke stemming overeenkomstig het voorstel
van burgemeester en wethouders.
Voorstel tot vaststelling verordening regelende vergoeding Commandant
en leden vrijwillige brandweer/10e wijziging gemeentebegroting 1971.
De voorzitter: Dit punt nemen wij terug omdat nader overleg met de
Brandweercommandant heeft aangetoond dat hij dat met al z'n mensen en de
Inspecteur zelf nog onder de loep wil nemen. Dat gebeurt vanmiddag al,
dus we komen daar de volgende vergadering mee terug.
Voorstel tot het bouwen van 20 woningwetwoningen in plan Westkreek door
de Woningbouwvereniging "Fijnaart".
De heer van der Werf: Mijnheer de voorzitter, is de woningbouwvereniging
in staat gesteld om de 10% er bij te leggen
De voorzitter: Dot hoeft niet want het zijn woningwetwoningen.
De heer Fakkers: Mijnheer de voorzitter, hoewel ik zeer verheugd ben dat
er in plaats van 10 nu 20 woningwetwoningen gebouwd mogen worden ben ik
er toch ook huiverig voor. In de stukken staat: "na telefonisch overleg
met de Provinciale Directie van de Volkshuisvesting en de Bouwnijverheid
te 1s-Hertogenbosch is een bouwplan ingediend voor de bouw van 20
woningwetwoningenHiermee zal, volgens de toezegging van de provinciale
dienst, ingestemd worden"Daar heb ik toch wel een beetje moeite mee
omdat ik, gelet op andere ervaringen, liever een schriftelijke verklaring
heb.
De voorzitter: Die is inmiddels in ons bezit. Als U Uw vragen kort stelt,
krijgt U een kort antwoord.