- 40 - andere stukken, dot het een lichte onvorplichtende, niet delegatie bevattende vorm van samenwerking is. Zo licht dat de regio Roosendaal aan burgemeester en wethouders van Fijnaart en Heijningen vraagt of ze willen toetreden. Met andere woorden, jullie hebben, zeggen ze de raad niet eens nodig, want het is zo licht dat wij daar alleen maar met burgemeester en wethouders praten. Nu zijn wij daar iets juister in naar mijn mening want wij hebben Uw rand gevraagd om bekrachtiging van ons besluit om toe te treden, maar wij treden toe als burgemeester en wethouders. Dus die besluitvorming, waar U het over hebt in die regio Roosendaal die is er helemaal niet. Daar kunt U niemand mee binden. Het enige wat U krijgt en dat hebt U zeer juist gezegd, is een zeer voorzichtige, voorlopige visie van een aantal burgemeesters waardoor, ten hoogste burgemeester en wethouders enigszins gebonden zijn.Die vertegen woordiger zal heus wel zorgen dat hij weet wat hij daar namens zijn college meet zeggen, maar waar gemeenten bepaaldelijk op geen enkele manier gebonden zijn. Mijn bedoeling is om daar niet naar toe te gaan met een mening vóór of tegen, maar ik ga er naar toe om te luisteren en te horen, om naast het rapport informatie te krijgen en dan aan U te vragen, als het tijdstip rijp is, of U vóór of tegen het vliegveld bent. Ik geloof eenvoudig dat U een waarde hecht aan de regio Roosendaal, die de regio Roosendaal zelf niet daar aan hecht. Bovendien U moet ook als provincie kunnen praten met bewerkbare eenheden. Don kunt U niet tegelijkertijd 3D gemeenteraden raadplegen. Mijnheer Fokkers, als dit college fel vóór dit vliegveld was, dan wist U het, als dit college fel tegen dit vliegveld was dan wist U het ook. Dit college doet op dit moment wat heel veel colleges doon, namelijk het heel moeilijk vinden en het heel ingewikkeld vinden en eigenlijk doen wat de provincie doet, namelijk de voor— en nadelen bestuderen. Daar zijn we mee bezig en daar distantióren wij ons niet vanMaar verder gebeurt er niets De heer Bos; Voorzitter, het kon nog welecns zo zijn dat de Staten zouden kunnen zeggen: "Heren van Gedeputeerde Staten U heeft op korte termijn met alle lof daarvoor een mooi rapport samengesteld met .allemaal voordelen en geen opsomming van de nadelen"En dan gaan we eens verder praten, dat kan ook woleens gebeuren. De voorzitter: Als Uw raad behoefte heeft aan een uitspraak op dit moment, nu dat zou voor mijnheer Fakkers fijn zijn. Dat mag U best doen. Maar ik kan niet met een voorstel bij U komen, want ik ben er niet uit. Bent U er wel aan uit? De heer Fakkers: Ik ben er wel aan uit, het is voor mij dus een heel een voudige zaak. Het gaat om het besluitvormingsproces. De heer van Dueren den Hollander^ We hebben geen concreet besluit, dat is niet aan de orde vandaag. Je moet eerst allerlei zaken toegespeeld krijgen. Je moet het als het ware voor je zien en dan ga je zeggen: "Ja maar daar pas ik toch voor", of je gaat zeggen: "Akkoord". Dan pas moet je aan mij een vraag stellen die van zo'n grote diepgang is. De heer Fakkers: Dan krijg je dus heel vlot een tweede Shell Moerdijk. Maar goed, dan moet je die gevolgen ook zondermeer slikken, want wij gaan door. Dat is het besluit. Je moet het besluit lezen, waardoor Gedeputeerde Staten dus gemachtigd worden. De voorzitter: Waarvoor? Tot de aanleg van een luchthaven? De heer Fakkerst Neen. De voorzitter: Gedeputeerde Staten vein Noord—Brabant uit te nodigen om de noodzakelijke nadere studies te bevorderen en overigens al die voorbe reidingen te treffen die in de huidige situatie noodzakelijk en gewenst zijn. Bij deze studies en verdere voorbereidingen de streek en de gemeenten te betrekken. Bij alle betrokken instanties een adequate inspraak van de

Raadsnotulen

Fijnaart en Heijningen: 1934-1995 | 1971 | | pagina 118