- 26 - is. Viant dat is nogal rekbaar. Voor mijzelf heb ik wel een idee wat een on toelaatbaar gedrag is, maar daar kan een andex^ wel anders over denken. Wat de voorzitter betreft, voorgedragen door het college en benoemd door de raad, en die drie raadsleden, dat houd ik liever zo. 'Wat voor de rest gezegd is over, "bij ontstentenis van de voorzitter wordt hij vervangen door een ander, door de commissie uit haar midden aan te wijzen lid", dat is voor de vergadering die de voorzitter bijeen roept. Dat staat er ook in. Die voor- zitter kan er dan niet zijn en stel dat dat zo is en de vergadering gaat door, dan heeft de vergadering het recht brn bij ontstentenis van de voor zitter een andere vervangende voorzitter te benoemen voor die vergadering. Dat zou misschien een goed ding kunnen zijn. Ik wil dat niet veranderd zien. Ik wil liever niet een vaste tweede voorzitter, omdat dan juist de voox>- zitter aangewezen kan worden voor het punt dat die avond aan de orde is Belangrijk is de zienswijze van de vijf of van wat dan ook en die laat je dan het presidium waarnemen, zo is mijn visie. We moeten uit de velen maar de beste kiezen. Wat had de heer Muiten verder nog? De heer Nuiten: Artikel 6 lid 2 en lid 6. De heer van Dueren den Hollander."De commissie mag omtrent de door haar te geven adviezen geen besluiten nemen indien niet tenminste de voorzitter en vier leden, danwel tenminste vijf leden aanwezig zijn". Ik heb geen bezwaar tegen dat lid, ik vind het heel logisch opgebouwd. De heer Nuiten wil twee dingen veranderd hebben, dacht ik. Dat hoeft niet einders voor mij. Het kan precies gebeuren zoals het hier staat. De voorzitter: Hij krijgt van mij ook een antwoord in die zin. Maar als U nieuwe zaken habt, noem ze dan maar, dan zullen we zien dat we er uit komen De heer van Dueren den Hollander; Ik heb geen nieuwe zaken. Ik ben het vrij eens met de regeling zoals die hier is voorgesteld. De heer Kannekens: Mijnheer de voorzitter, ik ben het natuurlijk wel eens met deze regeling en ik ben blij dat hij er is, maar wat wordt er verstaan onder jeugdverenigingen, jeugdbeleid, jeugdsport en jeugdrecreatie? Wij hebben nog mensen in de sport die 75 jaar en ouder zijn. Die vallen daar niet onder, maar misschien dat die er wel onder thuis horen. De voorzitter; Dank U wel voor de vragen die er allemaal liggen. Mijnheer Nuiten dank voor Uw waardering. In het algemeen, wij verwachten veel van deze commissie maar verwacht er geen wonderen van. Het is niet ge makkelijk het is pas. eigenlijk goed de eerste stap. De woonruimtecommissic hebt U. Dit is nieuw en nieuw ontgonnen gebied dat is moeilijk om daar iets te doen. De leden die er inkomen, die hebben we expres niet in deze raad voorgesteldDat is ook hut verstandigste want die zullen hun handen er aan vol krijgen. Artikel IJa dat is eigenlijk heel aardig. U moet hot goed begrijpen dit werk is, zegt U maar, honderd jaar door burgemeester en wethouders gedaan, U mag ook bescheidener zeggen: "20 jaar door burgemeester en wethouders" omdat het pas na de oorlog begonnen is. Nu hebt U een college dat heeft ge zegd: "Wij willen wel van een stuk van die taak af en wij willen ons wel laten adviseren". Wij willen dat zelf doen beste mijnheer Fakkers, met een commissie ex artikel 61 der gemeentewet, die juist die kant uit kan gaan die U wilt. Dat kan namelijk alleen maar bij deze commissie en juist niet bij een commissie ex artikel 162 der gemeentewet want dan krijgt U namelijk een commissie van advies en bijstand. Als U nu goed dit statuut, zoals mijn heer Kannekens zegt, gelezen heeft dan mout U eens naar artikel 4 over de taak kijken, wat daar in verstopt zit. Daar staat namelijk onder punt d."de advisering over samenstelling en uitvoering van du gemeentelijke ver ordeningen" Dat is erg cryptisch geschreven want U kunt ook lezen "de

Raadsnotulen

Fijnaart en Heijningen: 1934-1995 | 1971 | | pagina 104