- 6 -
D_c heer Lc^brejjts: Voorzitter, waar zitten wij nu eigenlijk hier voor, voor de
belangen van do gemeente en de gemeentenaren, of om het gemeenterecht te be
antwoorden voor U?
De heer van Dis: Voorzitter, wanneer U het voorstel terugneemt, dan duurt
het altijd een paar maanden voordat wc weer een vergadering hebben, Is dan
artikel 20 der Wederopbouwwet nog toe te passen? U zegt dat artikel 20 der
Wederopbouwwot nog maar voor enige weken geldt.
De voorzitter: Mijnheer Bos, wij blijven een beetje van mening verschillen.
Het is niet hogerop in dit geval. Het is Uw eigen raad, het is Uw eigen be
stemmingsplan, het is ook een besluit van Uw eigen raad geweest om voor
Heijningen gcon bestemmingsplan vast te stellen. U weet ook dat het voorstel
bij de raad terugkomt, dat we er althans over gaan praten, zodra die weg ge
heel is aangelegd. Dit is onze zaak, onze gemeente, ons gebied, en wij moeten
hierover besluiten. Het bestemmingsplan heeft Uw raad vastgesteld als uit
breidingsplan, De voorschriften daarbij behorend, heeft Uw raad ook vast
gesteld. De wet krachtens welke burgemeester en wethouders de vergunning
weigeren is oen product van de Staten Generaal. De wet, krachtens welke U de
bevoegdheid hebt om deze appellant te horen is eveneens vastgesteld door de
Staten Generaal, en die moet U dan ook uitvoeren.
De heer Oostenrijk heeft drie keer een aanvraag ingediend om dat perceel te
kopen. Wij hebben hem drie keer gevraagd om een bouwplan in tc dienen, omdat
er nog nooit iemand van deze gemeente grond heeft gekocht zonder een bouwplan
in tc dienen. Tot op heden is nog geen enkel bouwplan van de heer Oostenrijk
ontvangen. Als dat morgen binnenkomt, komen wij in de volgende raadsvergade
ring met het voorstel om deze grond aan de heer Oostenrijk te verkopen.
De heer Bos; Het spijt me wel voorzitter, nu moet ik U interrumperen.
Deze man heeft advies gevraagd aan gemeentewerken en dat heeft hij ook nog niet
gekregen, dus er kan nog geen bouwplan komen.
De voorzitter: Dat is mij niet zo bekend. 'Wij zullen het graag uitzoeken. Wij
zullen gemeentewerken terstond opdracht geven om er naar toe tc gaan.Als er
een normaal bouwplan komt don kan de heer Oostenrijk dat stukje grond kopen.
Hij heeft dus wel antwoord gehad van ons college. Er zijn meer mensen om een
bouwplan te laten ontwerpen dan gemeentewerken.
De heer Bos: Neen, ze zullen het niet maken. Hij hoeft advies gevraagd hoe het
het beste kan.
De voorzitter: Hij weet toch best wat mag, mijnheer Bos,
De heer Bos; Neen, hij ziet twee wegen. Hij wil en het 66n en hij wil er ook een
winkel aan koppelen. Dat heeft hij aan gemeentewerken gevraagd of dat mogelijk
is.
De voorzitter: Bij deze zij dus gezegd dat v/ij voor die verkoop niets hebben, maar
dot wij althans op goede gronden meenden, dat de heer Oostenrijk niet meer ge-
interesseerd was.
Mijnheer van Dueren den Hollander, "blamage" is een sterk woord. Toch geloof ik
wel dat ik het mag gebruiken. In de wet staat als U dit beroep gaat horen, dat
U dan de redenen zult moeten aangeven waarom U een door burgemeester en wethouders
niet verleende bouwvergunning, wilt verlenen. U moet dus zeggen: "burgemeester
en wethouders, jullie hebben daar en daar gefaald, op grond van die en die be
palingen moet de vergunning worden verleend". Dan nodig ik U vriendelijk uit om
met zulke beweegredenen te komen. Dat kunt U niet. Dus U zult, om zoals ze in
het noorden zeggen, besluiten en daardoor zult U zich blameren. Ik geef U het
op oen briefje, anders ga ik namelijk van dat artikel 76 der gemeentewet geen
gebruik maken. Ik geloof niet dat het ooit gebeurd is dat een voorzitter ver
nietiging aanvraagt op grond van het algemeen belang. Dit is een bijzonder, wet
telijk althans, rechtlijnig en gemakkelijk geval waar iedereen, ook zonder scholing,
tot de conclusie kon komen, burgemeester en wethouders kunnen niet anders, ze
moeten zö.