-na zeggen "wacht rustig af tot het nieuwe bestemmingsplan is vastgesteld". Het staat Uw raad vrij, om het bestemmingsplan zo vast te stellen dat hij daar kan bouwen, maar ik denk dat het niet wordt goedgekeurd. Ik denk ook niet dat burgemeester en wethouders met zulke bebouwingsvoorschriften bij U zullen komen, want het is Landelijk gebied. Maar als Uw raad dat wil, dan kan Uw raad het best zo vaststellen. Maar dan wel met de consequenties, mijnheer Dos, dat U in deze gemeente geen Landelijk gebied meer overhoudt, want dan is het hek van de dam, maar ook letterlijk het hek van de Deltadam en van de Vol- kerakdam. Onze gemeente zal dan worden overstroomd met mensen die graag bungalows bouwen in ons prachtig Landelijk gebied, met overigens geen riole ringen enz. enz.. Mijnheer van der Werf, wij hebben een aanvrage gekregen om een bouwvergunning. Die hebben we geweigerd en daarna is er een bezwaarschrift bij Uw raad binnen gekomen, In die zin hebben we niet alle begaanbare wegen gezocht omdat er een bezwaarschrift kwam. Als U ons wilt verzoeken dat alsnog te doen, dan zijn we daartoe gaarne bereid. Ik zie misschien toch nog oplossingen in Heijningcn zelfEr ligt nog steeds een bouwperceeltje in Heijningen waar weieens vraag naar geweest is, maar dat nog altijd niet is verkocht. Het is ongeveer 400 m2. groot en ligt naast de woning van H. Oostenrijk, En er is in de kom van Fijnaart bouwgrond, meer dan voldoende, zou ik zeggen. Die is dan natuurlijk veel duurt .s, dat weet ik, maar dat hebben andere mensen ook. Wij zijn graag bereid om de betrokkene te berichten dat er in Heijningcn nog een bouwper ceel te koop is. We zijn evenzo graag bereid om hem attent te maken op de mogelijkheden in onze gemeenteen hem een andere woning toe te wijzen zegt mijnheer Munters, dat spreekt vanzelf. Als dit een minder draagkrachtige is, die in aanmerking komt voor een woningwetwoning, zoals alle andere mensen, dan wordt hij zonder meer op de woningwachtlijst geplaatst. We zouden voor dit geval kunnen besluiten om hem een hoge urgentie te geven. Dat moet in elk geval mogelijk zijn, daar zijn we graag toe bereid. Mijnheer van Dueren den Hollander, wij hebben expres het voorstel zo geredigeerd niet om Uw raad daarmede te kwetsen, maar omdat dit een interessante zaak is - dit is namelijk het vijfde geval dat Uw raad te behandelen krijgt - en omdat steeds weer blijkt dat de raad er moeite mee heeft om te beseffen wat hij hier moet doen. In een artikel in het Tijdschrift voor Overheids Administratie van 27 april 1967, van Dr. C.J. Verplanke, staat dat het merendeel van de Koninklijke schorsings- en vernietigingsbcsluiten betreffen de door de raad ten onrechto verleende bouwvergunningen. Ik geloof dat het 80% is. De toe passing van het vernietigingsrecht, schrijft hij, wordt op deze wijze geen ultimum remedium meer, geen aller uiterste laatste redmiddel, maar zonder meer, zou ik kunnen zeggen mijnheer Bos, procedure. Dat is nu juist in dit artikel pertinent niet de bedoeling, Het moet het aller uiterste redmiddel zijn en niet een goedkope boeman, die U kunt vinden, omdat U die zelf niet wilt zijn. De raad, schrijft Dr. C.J. Verplanke, als beroepsinstantie is niet gelukkig, omdat de raad een bestuurscollege is dat een beslissing moet nemen, en nu eenmaal niet is een onafhankelijke rechterlijke instantie. Men had dan ook voorgesteld om in de nieuwe woningwet dit beroep op de raad te brengen bij Gedeputeerde Staten of nog liever bij de rechter. Dat is niet gebeurd. Men heeft bovendien verzuimd om betrokkene, als de raad burgemeester en wet houders volgt, en dus zijn beroep niet honoreert, nog een hoger beroep te. geven. U beslist in allerlaatste instantie. Zegt U "ja", dan gaat het door, zegt U "nee" dan gaat het niet door. Er is helaas geen andere mogelijkheid. Ik vind het bijzonder jammer, dat de Woningwet deze leemte heeft. Ingevolge de Algemene Bijstandswet kan betrokkene een bezwaarschrift indienen bij burgemeester en wethouders, Y/ordt dit afgewezen dan is er beroep op Gedepu teerde Staten en daarna op de Kroon.

Raadsnotulen

Fijnaart en Heijningen: 1934-1995 | 1970 | | pagina 76