- 27 -
Maar dat is nu juist bij ons niet het geval.
Pc heer van der Werf: Daar gaat het helemaal niet over. Kijk eens, het gaat
hier over die 18 woningwetwoningen. Volgens mij had U er dit gerust uit kunnen
laten. Dit is eigenlijk een aantasting van de eer van de woningbouwverenigingen.
Dit wil zeggen, dit kan niemand anders dan de gemeente. We hadden die woning
wetwoningen ook gewóón aan de orde kunnen stellen.
De voorzitter; Zo mag het niet, mijnheer van der Werf, want de wet verplicht
ons om ze de woningbouwverenigingen te laten bouwen, tenzij wij gemotiveerd kun—
nen aantonen dat dat niet wenselijk is. Als U nu de affaire leest, die aan de
gang is in Krimpen aan den IJssel, waar de bouwvereniging en de gemeente eL«»
,<aar in de haren vliegen, dan zult U begrijpen waarom wij in dit voorstel bewust
hebben gezegd dat van alles afwetende— het ons juister leek dat de gemeente
ze zou bouwen.
Mijnheer van der Werf, dient nu eens een plan in voor de bouw van corpora
tiewoningen waarvan onze gemeente er niet één heeft. En probeert U zelf met
Uw woningbouwvereniging die dingen, die met name voor Uw vereniging bestemd
zijn, te realiseren. Dan zijn wij de eersten om dat toe te juichen. Ik zal wel
vechten voor het contingent,
De_ heer van der Werf; Dat zullen we doen zodra we alle woningwetwoningen mo
gen bouwen.
De voorzitter: Dat zal, wat onze gemeente betreft, gezien het beleid van bur
gemeester en wethouders pas het geval zijn als er één grote algemene waning-
bouwvereniging is en niet 3 of 4.
De raad besluit zonder hoofdelijke stemming overeenkomstig het voorstel van
burgemeester en wethouders.