- 12 -
De heer Bos: Voorzitter, ik kan het met al de opmerkingen, door mijn collega's
gemaakt, eens zijn, behalve met die ene door collega van der Werf, die zegt:
dat ding is vastgesteld volgens de wet. Dan heeft hij ergens ongelijk, want in de
wet zitten gelukkig nog mazen, maar hierin geen een. Ik zou daarom willen voord
stellen, gezien dit grote aantal opmerkingen, neem dit ontwerp terug en kom dc
volgende keer met een beter reglement op tafel.
De voorzitter: Wat artikel 4 over die verborgen gebreken betreft, mijnheer Havei>-
kampik geloof wel dat we daarin mee kunnen gaan om dat er uit te halen. Ik heb
het Burgerlijk Wetboek niet bij de hand en ik ken het ook niet allemaal meer uit
het hoofd, maar dat lijkt mij redelijk. Er staan in het huurregloment heel veel
dingen, mijnheer van der Werfdie juist bestemd zijn voor de slechte huurder.
Je maakt nooit een contract op voor de goede huurder. Huur is nog altijd vormvrij.
Je hoeft helemaal niet zo'n ding te maken. Ik zou altijd iederepn aanraden, zet
het wel op papier, maak het wel schriftelijk, want je hebt papier alleen maar
nodig als het slecht gaat. Dat heeft de heer van Dis eigenlijk ook al gezégd.
Het is bijzonder onverstandig om iets te maken uitgaande van to goeder trouw,
omdat je het alleen maar nodig hebt als er van kwader trouw sprake is. Dat is
een algemene opmerking en in dat licht moet U het zien.
Mijnheer Haverkamp, wij gaan nooit kijken wat voor meubels er staan. Maar het
kémt voor, in onze gemeente bijna nooit, dat er bewust a-sociale bewoners in
zitten die niet meubileren en dan hebt U dit novum, het is nog nooit toegepast.
Mijnheer Evers, in artikel 7 lid 1 leest Uï het is de huurder zonder schrifte
lijke toestemming van burgemeester en wethouders verboden. Dat wil zeggen dat
men bijna alles kan doen, als men maar even de moeite neemt om die schriftelijke
toestemming aan burgemeester en wethouders te vragen. Ook daar zijn met één
slag de bezwaren van U weggenomen.
Ook hebt U artikel Q lid 2 nog genoemd betreffende het wasgoed. Van dat was-
of beddegoed, daar lig ik niet wakker van mijnheer Evers. Het is toch ook niet
zo dat wij controlerend langs de huizen gaan. Ik weet bijna zeker dat U een deel
van deze bepalingen, die in dit reglement staan nu eenmaal in de Algemene Poli
tieverordening, zoals die door de afdeling Noord-Brabant van de Vereniging van
Nederlandse Gemeenten is ontworpen, kunt vinden. Wij zijn hier niet gekomen
met een nieuw huurreglement, maar wij hebben in feite twee wijzigingen voorge
steld betreffende de waarborgsom en de wijze van betalen. Dit huurreglement is
in 1954 door Uw eigen raad vastgesteld. Als U zegt wij willen dat hele huurregle
ment eens bekijken, dan is daar geen enkel bezwaar tegen. Dan zou ik U alleen
voor willen stellen om het als volgt te doen: stel dit voorlopig vast met deze
twee nieuwe bepalingen waarop we zitten te springen. Er is dan geen enkel be
zwaar tegen, zelfs niet als de heren van der Werf, Evers en Bos samen eens in
een kring gaan zitten en zeggen: "wij zouden er dat en dat willen uit hebben of
er in hebben','... Want wij zijn eigenlijk maar met twee wijzigingen gekomen en dat
betreft de waarborgsom en de wijze van innen. En daar heb ik U nog niet over
gehoord.
Mijnheer van der Werf, die waarborgsom bedraagt op het ogenblik 25,
Daar kunt U helemaal niets voor doen. Als huurders - en dat gebeurt - een wo
ning in praktisch uitgeleefde toestand verlaten, dan hebt U gaen enkele sanctie.En
als er één maand huur tegenover staat dan leeft tenminste nog de wetenschap bij
de huurder als hij dat huis uitleeft - want dan doen we nog niets mijnheer van
der Werf, voor 120,of voor 100,dat hij dan zijn waarborgsom kwijt
is. De gemeente is bovendien bij het toepassen van het regres buitengewoon soe
pel.
De heer Munters verlaat met toestemming van de voorzitter de vergadering
om 20.00 uur.