- 32 - Mijnheer van Dueren den Hollander, Uw opmerking over Tonnekrock wordt niet ondersteund, vermoed ik, door het college. Door mij in elk geval niet. ',7e hebben destijds Moerdijk schoorvoetend beaamd omdat we geen alternatief zagen. Wij geloven zolang dat, zolang er een alternatief is, we toch bij de mening van de raad moeten blijven, dat we dat niet doen. Ik geloof nl. echt dat het dan toch wel echt afgelopen is met het hele wonen met name in de kern Willemstad en in de kern Fijnaart. En als U daar dus nog iets mee wilt doen - zoals het plan er lag kwam het 500 m. over de üudemolen heen van het plan Westkreek - ik geloof niet, eerlijk gezegd, dat we in die rich ting door moeten. Het bewijst overigens wel, natuurlijk bewijst het dat, mijnheer Fokkers, wat er hier werkelijk aan de hand is. Als men na 2Q0C ha. gepakt te hebben in Klundert, tegelijk al weer doordenkt over 4500 ha. bij Tonnekreek. Mijnheer van Dis, ik waardeer Uw mening ten zeerste. U maakt er een voorstel van om Zwingelspaan er uit te lichten. Ik heb U al gezegd, ik heb precies dezelfde woorden gebruikt destijds als U. Ik heb inderdaad op zuiver gevoels gronden besloten - maar dan gezien de mening van de inwoners, die wij naar mijn mening verantwoord geönguêteerd hebben nl. blanco - dat wij toch dat kerntje bij ons houden. Ik ben wel met U eens dat het een ondergeschikt punt is en het is dan ook niet zo, dat Uw college zegt: wij zijn tegen, als Zwin gelspaan weggaat. Nu het punt van die onzekerheid, mijnheer van der Werf, mijnheer Bos, mijn heer van Dis en mijnheer Kannekens, U ziet hier toch hoop ik niet in van ons college een teken van onmacht, van red ons nu maar. Wij zien hier in dat deze procedure is ontstaan zo'n halve eeuw geleden. Die ligt niet meer in het tempo van deze tijd. Het is gewoon niet goed als dit zoals in Tholen of zoals in Den Bosch met omliggende gemeenten, vijf of tien jaar moet gaan duren. Laat de Minister zich uitspreken, laat hij duidelijk zeggen het mag noch lang duren. Maar ja dat kan hij niet. De Kamer moet het zeggen. Het is een Wetsvoorstel. Maar laat hij er alles aan doen om dit te bespoedigen. Ik zou dus daarom, mijnheer van der Werf, toch bijzonder graag deze zinsnede - juist deze zinsnede - in het voorstel houden. Ik kan me zelfs voorstellen dat de raden van Willemstad en Dinteloord - die tegen zijn - deze zinsnede juist wel hebben en dan niet met de gedachte van "we moeten herindelen", maar met de wens "geef ons nu de beslissing snel". Ik heb daar dacht ik, mijnheer Bos die zeer kort is geweest, recht mee gedaan. Ik ben blij dat U ook, mijnheer Kannekens, Uw mening heeft kenbaar gemaakt. Ik heb begrepen dat het ook bij U een moeilijke beslissing is. Maar dat is het voor ons allemaal, want onze wereld wordt groter en zakelijker en minder gezellig. Ik heb ook begrepen dat bij U vooral de tijdsduur van de beslissing en de innerlijke wetenschap dat het toch wel door zal gaan - ik geloof dat Minis ter Beernink dat wel heeft gezegd - IJ tot deze mening heeft gedreven. Het onderwijsmijnheer van Dis, daarover wil ik hier nog een keer spreken Het college heeft geen bezwaren op dit moment tegen de positie van dit onder werp. De nieuwe raad zal er over moeten beslissen. Wij vinden het gewoon niet terecht dat men niet heeft gekeken naar de aanwezige kernfunctie van dit dorp op dit moment en al veel langer geleden. Wij vragen daarom gewoon om met name die onderwijsfunctie zeker te stellen. Het lijkt mij een funeste ontwikkeling bijvoorbeeld als in een van de andere plaatsen een onderwijsinrichting zou komen die tenslotte alle onderwijsinrichtin gen nog zwakker zal maken dan ze nu eigenlijk al zijn. Dit voorde eerste termijn. Wie van U mag ik het woerd geven? De heer van Dueren den Hollander: Ja voorzitter nog even. U haalde dat van Tonnekreek aan en ik heb gezegd: we moeten daarom samengevoegd worden om desnoods dat geval Tonnekreek te ondersteunen en te realiseren. Je kan het natuurlijk ook omdraaien, maar dat is het punt niet vanavond. Je kan het ook omdraaien. Je kan samenvoegen om dat plan Tonnekreek weg te duwen. Ik wil U alleen zeggen: U kan dat willen en mijnheer Fakkcrs kan dat willen

Raadsnotulen

Fijnaart en Heijningen: 1934-1995 | 1970 | | pagina 286