- 23 - 11Voorstel tot het kenbaar maken gevoelen raad aan Gedeputeerde Staten inzake herindelingsplan West Brabantse Riviermonden. De heer Fakkers; Volgens de ons toegezonden raadsstukken is op 2 november 1970 binnengekomen de ontwerpregeling betrekking hebbende op het herindelingsplan West-Brabantse Riviermonden. Op 23 november 1970 vond er een open gesprek plaats in het "Anker" te Zevenbergen met de Minister van Binnenlandse Zaken. Was het nu zó onmogelijk een vergadering vóór die 23e november te beleggen, waarin bepaalde standpunten van zeer zeker de nieuw benoemde raadsleden aan de orde hadden kunnen komen, terwijl ook nu weer gesteld wordt dat het stand punt van de raad thans nog steeds hetzelfde kan zijn als destijds (op pag. 1 van het voorstel van 9 december 1970, raadsvergadering 17 december 1970 nr. 11.)?Ik vind dit een beetje voorbarig en getuigen van weinig respect voor de mening van bepaalde raadsleden. Bovendien een onjuiste weergave. Laat ik echter,mijnheer de voorzitter,daar niet op door gaan maar beginnen bij een algemeen gedeelte en aan de hand van de concept memorie van toe lichting behorende bij het herindelingsplan voor de West-Brabantse Rivier monden. In deze memorie van toelichting staan een aantal kreten en zijn een aantal uitgangspunten verwerkt (zonder te denken aan andere mogelijk heden of de zaak te relativeren) waaraan de herindeling kennelijk wordt op gehangen. Ce toelichting loopt over van ongecontroleerde kreten als: te verwachten industriële ontwikkeling (pag 1)streven naar een betere spreiding van de bevolking en de werkgelegenheid van ons land (pag. 1). Door de aanleg van industriële projecten (pag. 2); te verwachten ontwikke lingen eisen (pag. 3). En tenslotte het ijzersterke - tussen aanhalingstekens - begin: Het weste lijk gedeelte van Noord-Brabant is in sterke mate betrokken bij de zeehaven- aktiviteiten van Rotterdam en Antwerpen welke de laatste jaren een sterke groei hebben doorgemaakt. De unieke positie ten opzichte van deze indus triële zwaartepunten zal West-Brabant in de toekomst dienen te benutten door van verbindingsschakel uit te groeien tot aktief deelnemen aan deze ont wikkelingen (pag. 1) Maar, mijnheer de voorzitter,dan zal toch bekend moeten zijn of er inderdaad industrieën bij komen naast Shell Moerdijk. Ik denk hierbij aan Tonnekreek. Komt er een vliegveld in West-Brabant? Heeft West-Brabant daar de hoog gekwalificeerde arbeid voor? Welke concrete ontwikkelingen staan West-Brabant te wachten? üf voegt men samen om een gemakkelijkere industrievestiging mogelijk te maken zoals bijvoorbeeld door het bij de voorgestelde samenvoeging afschei den van Zwingelspaan van Fijnaart naar Zevenbergen nota bene dat toch al zo'n bedenkelijke rol heeft gespeeld bij de industrievestiging van de Shell in Moerdijk? Is het de plannenmakers bekend dat de situatie van overspannenheid op de arbeidsmarkt nu aktueel is? Dat wij zelfs mensen importeren uit Spanje, Turkije, Marokko en andere landen om onze zogenaamde groei in stand te houden. Een kunstmatige groei volgens de Macro-economische verkenningen van 1971 de olie en chemische industrieën werken voor de export. Is het dan niet verstandiger te zeggen laten we in de onderontwikkelde lan den industrieën vestigen omdat daar arbeiders voldoende zijn zoals ook is uitgesproken door Dr. Marga Klompé op de centrale presentatie van de film "In de ban van het gebeuren"in Zierikzee.? Is het de plannenmakers bekend dat de door de Raad van Advies voor de Ruim telijke Ordening ingestelde commissie du volgende beleids aanbevelingen doet? Om aantasting van de open ruimte van het Delta-gebied te voorkomen, dient deze niet te worden doorsneden door een zware transportas (bundeling van verschillende vormen van verkeersinfrastructuur) Er dient een goede infrastructurele verbinding tussen het noordelijke en het zuidelijke Delta-gebied te komen via de Zoomweg en een eventuele Delta spoorlijn (oostelijk tracé)

Raadsnotulen

Fijnaart en Heijningen: 1934-1995 | 1970 | | pagina 277