- 20 - De heer Fakkers: Mijnheer de voorzitter, gaat het hier om 5 ha.? Ik dacht dat we in de vergadering van 1 oktober j1gesproken hadden over het per ceel grond kadastraal bekend sectie F 1649 ca. 5.000 m2. groot en dat dat het stukje grond was bij de boerderij. Ik dacht dat dat beslist niet aan de 5 ha. komt? In de stukken heb ik verder gelezen dat de heren van Dis niet zo zeer bereid zijn om meerdere grond af te staan. De voorzitter: Mijnheer van Dis, het nut?U weet dat. Uw zoon was destijds secretaris van het Bejaardencentrum en was de eerste die daar bij mij de aandacht op vestigde om dat het Bejaardencentrum deze grond zou willen ver krijgen om daar bejaardenwoningen op te bouwen. Ondanks veel te lange onder handelingen is dat tot op heden niet gelukt. Wij hadden gehoopt een oplos sing te vinden. Tot ontstemming van onze raadslieden - wij hebben precies gedaan wat is afgesproken met de tegenpartij - willen de heren van Dis, ondanks het gegeven woordeenvoudig niet de akte laten transporteren. Er zit dus nu niets anders op, het is ook medegedeeld, dan het te onteigenen. Wij hopen, want ik ben een enorme optimist, dat het niet tot die onteige ning zal komen. Mijnheer Fakkers, het gaat hier natuurlijk alleen maar om dat kleine stukje. Want voor de rest geldt geen goedgekeurd oestemmingsplan dus dat kunt U helemaal niet onteigenen. Op het erf ligt wel een bestemming maar er zijn geen bebouwingsvoorschriften voor vastgesteld. Het staat in het voorstel omdat wij hebben geprobeerd, daarmee hebt U ons zelf op gang geholpen, om niet alleen dat stukje maar ook de boerderij en erf te kopen, wat vader en zoon van Dis graag wilden. Toen hebben wij weer gevraagd: "geef ons dan ook nog 5 ha. land erbij", om de stellig niet te lage prijs van boerderij en erf, althans gedeeltelijk te kunnen uitsmeren over die 5 ha. grond. De heer van Dis: Voorzitter, kunt U dan niet aan de heren van Dis vragen om alles te kopen tot aan de boomgaard van de heer van Dueren den Hollander? Dan hebt U ongeveer een 9 ha.. De voorzitter: Wij zouden het dolgraag willen, mijnheer van Dis, maar dat weet de heer van Dis, de andere dan, ook heel goed. Wij mogen aannemen als zij al moeite hebben met 5.000 m2. en nog meer met 50.000 m2., dat ze er eenvoudig van wakker zouden liggen als het ging over de verkoop van 90.000 m2.Maar wij willen wel, liever morgen dan overmorgen. De heer van Dis: Dat ben ik niet met IJ eens. De voorzitter: Mijnheer van Dis, dit is ze aangeboden, we hebben gevraagd of we alles mogen kopen. Wij willen niets liever. De heer van Dis: Ik zou proberen om die 9 ha. aan te kopen. De voorzitter: Maar dat wordt al geprobeerd. U moet het zo zien en dat kunt U uit de stukken wel volgen. Wij wilden dat stukje hebben. Zij zeiden: "dan moet U de boerderij met erf ook kopen" en wij hebben daar "ja" op gezegci. We hebben alle zekerheid, die U als raad kon geven, gegeven, maar men wil de akte niet laten transporteren. Wij hadden gevraagd, maar niet als eis want dat deden ze niet, "verkoop ons dan ook de hele 9 ha. erbij". Ik heD ook nog gezegd: "verkoop ons dan van die 9 ha. een stukje", dat deze ze ook niet. Ze doen, om het zo te zeggen, niet veel. De heer van Dueren den Hollander: Wanneer we dat hier zo doen over die 5.000 m2. dan moeten we nog dikwijls beraadslagen eer we aan die 9 ha. zijn. Dan ben ik er van overtuigd, dat die laatste 5.000 m2. verschrikkelijk duur zullen worden. Want dat is gewoon de hele zaak, dacht ik. Daarom moeten wij, willen wij ons gezicht niet verliezen, willen ze het trouwens zelf ook niet verliezen, deze onteigening doorzetten. Ik heb al eens eer der stukken gelezen die helemaal naar een oplossing toegepraat waren, die nu dus geweld aangedaan worden. Wij kunnen niet anders meer dacht ik, om

Raadsnotulen

Fijnaart en Heijningen: 1934-1995 | 1970 | | pagina 274