- 18 - ik heb een verkooppunt, daar twee pompen aan de straat zou laten zetten om daar die morisen mee te gaan beconcurreren. Dat zou oneerlijk zijn als U mij dat in de hand werkt tegenover diezelfde mensen, Lcdewijks en Vogelaar. Ik begrijp niet dat ik heel dat stuk voor heb moeten lezen. Er is een heel andere ontwikkeling gaande en wanneer er geen prijs bepaald wordt van die ulo school, dan kan daar overeenstemming toe bereikt worden. Dan zitten die men sen daar bij mij en kopen dan het huis en hebben daar dan mijn benzinepomp en dan is er helemaal niets meer gaande. Waarom kan dan dat punt 9, over die bepaling van die koopprijs, niet worden uitgesteld? Dan hoef ik er verder niets meer over te zeggen. De voorzitter;'Vij hebben dus een "Verordening (Benzinepompen" om benzine pompen te weren en wij hebben een Hinderwet om inrichtingen te weren, maar wij hebben geen koopcontract om benzinepompen en inrichtingen te weren. Als Uw raad heeft besloten dat aan die man te verkopen dan is niet aan de orde het verkopen, dan is alleen aan de orde voor hoeveel verkopen we dat. Iedere burger zou zich tekort gedaan voelen als op dit moment de raad zei: "wij be palen de koopprijs niet". Misschien vloeit er nooit een koop uit voort, men heeft het alleen verzocht aan het college. De heer van Dueren den Hollander: Voorzitter, ik wist dat het vervelend lag. Het is eigenlijk nog vervelender geworden en ik vind dat we hier duidelijk,nu we over die school praten, de functie van raadslid en de functie van mens moeten gaan scheiden. De heer Kannekens is een grote vriend van mij, maar ik wist ook niet dat het een openbaar verkooppunt was. Ik heb nooit de moed ge had zelfs om daar te tanken, omdat ik doodeenvoudig de mensen niet lastig wilde vallen. Het kan zo zijn dat het werkelijk ergens officieel een verkoop punt is. De heer Kannekens: Als je geen bietser bent dan doe je zo iets niet en ik ben geen bietser. De heer van Dueren den Hollander: Dat doet er nu niet toe,mijnheer Kannekens, U heeft een aantal dingen op genoemd en dat vond U vervelende dingen en die moesten er uit om tot de koopprijsbepaling te komen. Als we dan nog diep in het verleden duiken en we gaan dan zeggen: "in 19S3 heb ik geprobeerd die school te kopen want ik zocht onderdak voor m'n auto's", dan duikt U wel heel erg diep in het verleden. Daar was mij toen niets van bekend, ik geloof trouwens niet dat ik in die zin een beslissing heb moeten nemen en dan gaat U zo door. Het is er voor mij niet duidelijker op geworden rnoet ik eerlijk zeggen, voorzitter. Ik kom er hier niet aan uit. Ik geloof - en dat wil ik nu duidelijk onderstrepen dat we wel uit dit punt moeten en dat we con form het voorstel, ondanks wat de heer Kannekens duidelijk gezegd heeft, hier gestalte aan moeten gaan geven. Het was toen duidelijk onze fout dat we geen bedrag in het huurcontract hebben gezet. Maar een fout van twee kanten, want het kan ons geld kosten en het kan de heren Lodewijks en Vogelaar geld kosten De voorzitter: Het was geen fout van onze kant. De heer van Dis: Mijnheer de voorzitter, naar aanleiding van het betoog van de heer Kannekens heb ik toch enkele vragen De heer Kannekens zegt:"de prijs die kan hoger en die kan lager zijn"Ik denk dat de heer Kannekens doelt op de vergunningen ingevolge de Hinderwet on van de Arbeidsinspectie die de Firma Lodewijks en Vogelaar nog moeten krijgen. Dat zijn twee punten die kunnen tenslotte dadelijk wel van invloed zijn op de prijs. Wanneer wij nu die prijs vaststellen dan hebben wij daar niets mee te ma ken en is dat risico voor Lodewijks en Vogelaar. De voorzitter: Ze hoeven ook niet te kopen.

Raadsnotulen

Fijnaart en Heijningen: 1934-1995 | 1970 | | pagina 272