- 17 - De voorzitter: Misschien mag ik nu eerst uitspreken dan kunt U daarna weer het woord krijgen. U hebt dus kunnen kopen, U hebt niet eens een bod gedaan, U hebt het niet gekocht. Dat lijkt mij een bijzonder essentieel punt. Het college had liever aan U verkocht omdat het inderdaad een aantal problemen had voor komen. Ik wil er ook nog aan toevoegen dat het college destijds een ander plan had met die schoei. Door een initiatief raadsvergadering, bijeen geroepen door de heren van Dis, van Dueren den Hollander en Bos, zeer tegen mijn zin, is men op deze schrede teruggekeerd. Het was een juiste daad van deze raadsleden, want het zou een onzalige stap geweest zijn. Mede daarom hebben wij toen gezegd: "dan dat ding maar verkopen, nu het kennelijk niet meer ten publieke nutte wordt gebruikt". Wij hebben met de heren Lodewijks en Vogelaar, zoals met alle ondernemers, natuurlijk bepaalde dingen afgesproken. Het is een vanzelf sprekende zaak, als dit gekocht wordt door een autogaragebedrijfdat op dit moment een verkoop punt heeft voor benzine, olie en smeermiddelen, dat datzelfde bedrijf precies dezelfde vergunningen dóór krijgt. Dat was nog vóór dat Uw raad die "Verordening Benzinepompen" vaststelde. Dat heb ik U persoonlijk al gezegd en ik zeg het U dan nu in het openbaar weer. Zelfs als ons college dat had gezegd nadat die verordening was vastgesteld dan was dat nog juist geweest, want de verordening zegt namelijk niet dat wij moeten weigeren maar dat we kunnen weigeren. Ook dit, mijnheer Kannekens, heb ik U in een prettig onderhoud voorgelezen en het verbaast mij ook dat U er toch weer mee komt. Dit is een beleid van burgemeester en wethouders, of wij weigeren of niet. Er is nog nooit geweigerd, dat is iets anders. Als U op een gegeven moment ziet dat er geweigerd wordt dan kunt U als raadsleden burgemeester en wethouders op grond van de verordening voor dat beleid aansprakelijk stellen. Maar dan blijven er gelukkig gevallen over waar het echt om beleid van burgemeester en wethouders gaat, dat kunt U afkeuren of goedkeuren. Iets anders is dat wij ons misschien hebben verkekenmaar dat moet U ons niet kwalijk nemen,op het openbare karakter van Uw verkooppunt. U hebt mij gezegd dat Uw pomp wel openbaar is. Een keer heb ik gepoogd te tanken. Dat is vijf jaar geleden toen ik nog niet zo bekend was, maar toen werd er niet opengedaan. Er was alleen maar een pomp aanwezig voor normale benzine, want super hebt U niet,geloof ik. Wat de verbrandingsmotoren betreft, dat vind ik bijzonder spitsvondig gevonden. Ik heb U beloofd dat wij dat uitzoeken. Het is n.l. zo dat de Hinderwet zegt dat U voor verbrandingsmotoren een Hinderwetsvergunning moet hebben. Nu dacht ik dat het zo was dat U die alleen moest hebben als dat vaste, tot de inrichting behorende motoren waren, nagelvast, zoals dat heet, verbonden met de inrichting, behorende tot de inrichting en dat dat niet ging over motoren die ter reparatie worden aangeboden. Daar krijgt U dus een zeer bevredigend antwoord op, dat heb ik U al gezegd. Als dat zo mocht blijken te zijn dan bent U een goed jurist. Dan zullen de mensen inderdaad voor het blok moeten, daar hebt U volkomen gelijk in om de vergunning te krijgen. U hebt gesproken over de Firma Hennekam, ja dat mag de raad best weten. Het is voor de Firma gewoon niet aantrekke lijk om op die hoek een punt te vestigen als wij de volgende dan op dat zelfde terrein aan iemand anders een verkooppunt uitgeven. In Uw geval ligt dat anders, want er komt nu juist geen enkel verkooppunt bij. Het enige punt is dan dat wij ons hebben vergist omdat wij Uw pomp als een privé pomp hebben gezien, zoals er meer zijn. De Firma van Baaren heeft ook zo'n pomp waar U ook als publiek welkom bent, maar niet om te tanken, of het moet voor andere dingen zijn. Het beste lijkt mij, ook dat heb ik U persoonlijk gezegd, dat daar toch een gesprek plaats vindt tussen alle belanghebbenden, zodat het zo goed mogelijk kan worden geregeld. De heer Kannekens: Naar aanleiding van hetgeen U zegt over Hennekam wil ik nog iets zeggen. U zou het ook niet reëel vinden wanneer ik nu, want

Raadsnotulen

Fijnaart en Heijningen: 1934-1995 | 1970 | | pagina 271