- 16 - een ellenlange geschiedenis, maar ik zal m'n best doen het zo kort mogelijk te maken. Daarbij wil ik eerst nog verklaren dat ik er persoonlijk te nauw bij betrekken ben om mee te doen aan de bepaling van de prijs, of wanneer het eventueel op stemmen aankomt, daaraan mee te doen. Ik mag het wel, want het gaat niet om personen, maar zoals ik al zei: "ik doe het niet". Dan wil ik ook eerst nog verklaren dat ik niets tegen de heren Lodewijks en Vogelaar heb, dus dat dat ook niet in het geding isIk vind het zelfs jammer dat het zo gaat, daarom zal ik uitleggen waarom. Toen de oude Ulo-school leeg kwam heb ik getracht, mij dunkt als hoogst belanghebbende, om deze te pakken te Krij gen, voor stalling. Ik huurde toen een schuur in de Wilhelminastraat voor dat doel, dus kon ik hem best gebruiken. Dat kon ik niet, ook niet toen hij verhuurd werd aan derden kon dat niet, want ik was een blijvend letsel. Om kort te zijn toen ik buiten de gemeente toch gesteld was, kwam de school te koop. Dat is ook gebeurd in 1967. De data, mijnheer do voorzitter, die hoef ik niet te noemen die weet IJ veel beter dan ik en de prijs ook. De voorzitter: Zou U misschien ter verduidelijking wel willen zeggen in welk jaar U wilde huren? De heer Kannekens: In 1963, zodra de school leeggekomen is wilde ik kopen i en huren De voorzitter: Dan voel ik me al wat rustiger. De heer Kannekens: Na ongeveer 2A jaar krijgt U bericht dat die koop niet door gaat. De zaak gaat opnieuw aan het rollen en Uw raad verhuurt de school op nieuw medio rnei 1970, voor welke prijs dat is voor mij niet van belang. Wat wel van belang is dat de raad in november 1967 een "Verordening Benzineporp^- pen" vaststelt en dat U medio mei 1970 een oude Ulo—school verhuurt en -Ik weet niet of U het ook nog bevestigd heeft in dat huurcontrncfdut de i betreffende firma alle vergunningen krijgt van U, terwijl U niet weet of rt«-Vor- aan alle bepalingen zal worden voldaan. Voor mij is dit een heel onduidelijke zaak. Volgens artikel 9 van de"Verordening Benzinepompen" van 16 november 1967 zult IJ de plaatsing van benzinepompen op minder dan 150 m. van een bestaande T- pomp toch moeten weigeren. Voor de Hinderwet zult U toch de bepalingen dien aangaande moeten volgenU dient er rekening mee te houden dat in een garage met verbrandingsmotoren wordt gewerkt. De bepalingen voor brandveiligheid zullen toch in acht genomen moeten worden, U weetmijnheer de voorzitter, welke bezwaren er nog meer zijn. Als U dan zelf zegt dat U een bepaling heeft moeten maken dat er geen benzinepompen meer geplaatst mogen worden in de Westkreek om de Firma Hennekam daar in te krijgen, dan kan ik niet be grijpen dat ze in de Wilhelminastraat op 10 m. afstand van elkaar wél ge plaatst mogen worden en nog wel van twee verschillende ondernemers. Dat vind ik op z'n zachtst uitgedrukt een onrechtvaardige zaak tegenover Uw eigen burgers waar ik er toevallig ook één van ben. Maar Lodewijks en Vogelaar zijn ook Uw burgers en tegenover hen vind ik het ook niet reëel wat U doet. Ik dank U. De voorzitter: Mijnheer Kannekens, die geschiedenis van 1963 daarvoor kunnen wij echt geen verantwoordelijkheid meer nemen. Er is op een gegeven moment, ik weet de tijden niet meer allemaal, een advertentie geplaatst dat iedereen kon kopen. Ik weet niet of U toen hebt ingeschreven. De heer Kannekens: Neentoen was ik gesteld De voorzitter: Maar dat is natuurlijk een zeer essentieel punt. U hebt ge- weten dat U kén kopen. U hebt ook geweten aan wie de raad ging verkopen, althans dat had U kunnen weten. De hoer Kannekens: Ik ben ook nog bij U geweest, mijnheer de voorzitter.

Raadsnotulen

Fijnaart en Heijningen: 1934-1995 | 1970 | | pagina 270