- 16 -
Ten aanzien van de brandweer zouden wij U er weer op willen wijzen, zijn er
wel voldoende maatregelen getroffen om eventueel industriële branden te kun
nen bestrijden? Wij denken hierbij met name aan de samenwerking met de brand
weerkorpsen van Dinteloord en Willemstad. Wij menen, dat de wijziging in ver
band met de vuilnisophaaldienst een succes is geworden, maar ten opzichte van
de vuilnisbelt zijn we nog lang niet tevreden. Wij vragen het college daarom
dringend meer aandacht hieraan te besteden.
Onze traditionele vraag betreffende het regionale woonwagenkamp willen wij dit
maal zeer zeker niet vergeten.
Mijnheer de voorzitter, dan onze laatste vraag. Wij zijn zeer benieuwd naar
dö ontwikkeling met betrekking tot de vraag naar Dintelmond II
Mijnheer de voorzitter, onze beschouwing was kort, wij hebben zo hier en
daar enkele punten aangestipt. Wij hopen dat 1971 niet voel bestuurlijke pro
blemen togen zal komen en wij wensen het college alle wijsheid en de kracht
toe die het voor de toekomst nodig zal hebben om onze gemeente oen goed be
stuurde gemeente te houden. Ik dank U.
De heer FokkersMijnheer de voorzitter, eerst was ik beslist niet van plan
om iets over de begroting te zeggen omdat het geen zin heeft deel te nemen
aan een schijndemocratie - maar ik ken geen betere - omdat de vaste regering
evenals bij de wethoudersverkiezingen van 1 september j.l. toch wel zonder
meer de dienst uitmaakt al dan niet elkaar iets belovend en dat allemaal met
in gedachten de woorden: "Zoo waarlijk helpe mij God almachtig". Woorden ge
sproken bij de beëdiging. Het valt allemaal wel moeilijk te bewijzen in de
strikt juridische zin van het woord, hetgeen niet wegneemt dat we met de
feiten, het tastbare van wat men ziet, geconfronteerd worden. De vraag rijst
dan kan het bestuur, het dienen van een gemeenschap, alleen mogelijk gemaakt
worden door een 6-tal mensen?
Het is zo, mijnheer de voorzitter, dat U dit politiek noemt, politiek dat
voor mij inhoudt, dorpspolitiek, een meerderheid die zichzelf een minder
heid schept. De vraag rijst of het algemeen belang of wat daar dan ook voor
doorgaat, hiermee gediend is, als bepaalde raadsleden reeds weten wat voor
gesteld gaat worden bij datgene wat we straks, onder mijn protest, in be
slotenheid te heren krijgen.
Maar laat ik hier vanaf stappen en me in grote lijnen bepalen tot de be
groting 1971 die thans voor ons ligt.
Als pas benoemd raadslid moet mij van het hart dat ik met al die honderden
cijfers in de dikke pil, die dan begroting heet, geen weg kan. Een in
zicht in die cijfers of ze al dan niet te hoog zijn geschat, geraamd zoals
dat heet, heb ik niet. Het is een technische aangelegenheid, een prognose
voor het jaar 1971, voor een toekomst dus, waarin we in feite geen seconde
vooruit kunnen zien. Ik heb respect voor het ongetwijfeld enorme vele werk
wat verzet is door de ambtenaren. Als we ergens een potje hebben ik dacht
dat ik dat wel gevonden had in de staat en we beheren er veel, bedenk
ze dan met Sint Nicolaas als waardering voor het vele werk dat ze hebben
gedaan. Het is een eenmalige uitgaaf, dus volgens mij kan het. Tegen de op
stelling van de begroting, zoals die voor ons ligt, heb ik bezwaren in die
zin dat ik graag de begroting aangepast zag aan de meer commerciële boek
houding, waardoor een en ander aan duidelijkheid stellig zou winnen. Een
mogelijkheid zou tevens geopend moeten worden om dan een taakstellende be
groting te maken van elke afdeling apart. Bij de vaststelling van de reke
ning kan dan gemakkelijk gecuntroleerd worden in hoeverre aan een en ander
is voldaan. Dit voor wat het algemene karakter van de begroting betreft.
Ook de wijze waarop de begroting behandeld wordt is een manier, die mijn
goedkeuring niet kan wegdragen omdat wij op 1 oktober 1970 de formele aan
bieding van de begroting hebben gehad terwijl de wet nergens hierover spreekt.
Welk artikel zegt dat het zo kart? Immers een 6-tal weken later op vrijdag
middag 13 november volgt dan de aanbieding van de begroting en de voor
treffelijk uitgevoerde aanbiedingsnota verluchtigd met foto's, zelfs een
tje van het dorpshuis, overgenomen uit ons aller Dagblad "De Stem".