.ódulc- ..T.-.'.nr nov jidoiscjo ,-vjj- n._ dirxow 'xuniaia i.j.ji: r, irio.j'i - 3 - Ik geef toe dot de heer de Rooij eerst, voordat hij gaat bouwen, een ver gunning moet afwachten. Dat moet iedereen. Zelfs Shell aan Moerdijk moet datMaar voor dat deze aangevraagd wordt, moet er toch allerminst een bouwplan zijn. Ik neem aan, mijnheer de voorzitter, dat iemand die zelf bouwt, zijn plannen zo ver heeft uitgewerkt, dat hij, zodra de vergunning komt, kan gaan bouwen. De aanschaf van materiaal zal over het algemeen dan ook wel gebeurd zijn. Ik neem aan, en weet bijna zeker, dat het als een zware slag aankomt als dan de vergunning niet gegeven kan worden om dat er een bestemmingsplan in betrokkene zijn woonwijk geldt. Iedereen kan weten of daar, waar hij wil bouwen, een bestemmingsplan geldt. Maar, mijnheer de voorzitter, ik vraag me af, of iedereen dat wel weet. Dat daar voldoende bekendheid aan gegeven wordt, vraag ik me ook af. Het is n.l. zo dat dit bekendgemaakt wordt aan de bevolking via de dagbladen en ik zeg er met nadruk bij "door middel van een advertentie". De officiöle stukken liggen dan normaal een maand voor eenieder ter inzage. Ik krijg, mijnheer de voorzitter, naar aanleiding van deze recente gevallen de indruk, dat deze stukken daar dan zo maar liggen te liggen en dat er door de bevolking maar weinig aandacht aan wordt geschonken. Ik dacht dat dit kwam doordat de lezers van deze dagbladen, en die niet alleen, echt niet zitten te wachten op een advertentie in een of andere krant of hun woonwijk toeval lig niet onder een bestemmingsplan valt. Ik had gedacht, mijnheer de voor zitter, om aan deze bekendmakingen in het vervolg meer aandacht te beste den. .Dit. zou dan volgens mij kunnen •.gebeuren door de bewoners van de betrokken woonwijk een schriftelijke bevestiging-toe te zenden. De voorzitter: Mijnheer Nuiten, eigenlijk bent U een beetje buiten de orde. Het gaat hier namelijk over het al of niet in behandeling nemen, het al of niet ontvankelijk verklaren, van het bezwaarschrift van de heer de Rooij. U moet toch wel onderscheid maken tussen de aanschaf van materi aal en het klaar maken van de bouwplannen voor de vergunning. Dat zijn toch wel twee heel verschillende dingen. Iemand die gaat bouwen moet twee dingen doen n.l. een bouwplan laten maken en een bouwvergunning aan vragen. Als hij zijn vergunning heeft dan zal hij pas zijn materialen kopen, tenzij hij van te voren een principe-uitspraak heeft gevraagd aan het col lege van burgemeester en wethouders, dat gebeurt wel, of zelf zo goed in de wet zit dat hij eerst naar het gemeentehuis gaat om te kijken wat hij daar mag doen. Ik kan het wel met U eens zijn dat dat hele systeem van bekendmakingen in "De Westhoek""Brabants Nieuwsblad" en "De Stem" en de openbare aanplakking niet helemaal bevredigend functioneertDat doet dat eigenlijk overigens nooit. Maar dat is ook hier eigenlijk niet in het geding. Er is hier dus niet van een bekendmaking sprake geweest, behalve in 1952 toen dit bestemmingsplan is vastgesteld. U kunt zich natuurlijk onmogelijk in 1970 beroepen op het niet gelezen hebben dat dit bestemmings plan is vastgesteld in 1952. Ik dacht dat het nu algemeen bekend was na het rondschrijven dat we, mede op initiatief van de heer van Dis, hebben ver zonden aan alle inwoners, maar dat het toch ook voordien wel bekend was, dat iedereen een bouwvergunning moet hebben. Dat is één punt. En een ander punt is, en daar willen we graag over denken, hoe wij verbetering kunnen brengen in het systeem van openbare bekendmaking als er oen nieuw bestemmingsplan komt.Bij de procedure ingevolge het inmiddels ver vollen artikel 20 van de Wederopbouwwet vond de bekendmaking plaats in de dagbladen en in het publicatiebord en werden de eigenaren van de aangren zende percelen door burgemeester en wethouders ook nog aangeschreven. Dat is natuurlijk bij de procedure tot vaststelling van een bestemmings plan onmogelijk want dan zouden burgemeester en wethouders de gehele bevolking moeten aanschrijven.

Raadsnotulen

Fijnaart en Heijningen: 1934-1995 | 1970 | | pagina 215