- 16 - zoeken zoals deze, die niet de beste is geloof ik. Kan het niet, ruim ze dan maar op. Ik geloof inderdaad, mijnheer van der Werf, dat we ze zullen opruimen. Mijnheer Bos, die onderhandelingen die breken we zeker niet af. Maar ik wil wel heel duidelijk zijn. Ik heb tegen de heer Masseurs gezegd: "wat er nu staat gaat weg". Dat staat als een paal boven water, want hij heeft helemaal niets aangevraagd, het is tegen de welstand, het is tegen alles. 'We hebben een heel prettig gesprek gehad. Ik heb toen gevraagd: "waarom bent U nu niet bij ons gekomen?".Iedereen die bij de directeur gemeentewerken of bij de heer Dalemans komt, kan de inlichtingen krijgen die hij hebben wil. Het is. een absolute last die de ambtenaren hebben van ons college om, waar dan ook, te zoeken naar een mogelijkheid om de mensen te helpen. Het is toch veel leuker om een bouwvergunning te geven dan te weigeren. Het is toch veel prettiger om de mensen ter wille te zijn. We hebben toch veel liever mensen bij ons, die fijn weggaan omdat ze geholpen zijn, dan mensen waartegen we "neen" moeten zeggen. Maar regeren is helaas "neen" zeggen. In een land met veel wetten en in een overbevolkt land zul je heel vaak "neen" moeten zeggen. Mijnheer Kannekens, ik hoop dat U mijn opmerking over de Hinderwet piet verkeerd hebt begrepen. Het staat niet aan U om te beoordelen of men daar, wat ik niet weet, zonder vergunning ingevolge de Hinder wet werkt, ja of nee. Ik ben blij dat U zegt en ik vind het spor tief van U, dat ze wat U betreft zonder vergunning mogen doorgaan. Ik kan U zeggen wat ons betreft niet. Ik vergelijk ook niet de Hinderwet met de Bouwverordening omdat dat wetten zouden zijn die overeenkomst hebben. Ik vergelijk het omdat het een wet en verordening is die burgemeester en wethouders moeten uitvoeren. Ze hebben ver der niets met elkaar te maken, mijnheer Fakkers. Ik heb het U net wel horen zeggen, maar wij moeten wetten handhaven. De uitvoering van de Algemene Bijstandswet is ook aan ons college opgedragen en daar mag U ons ook over interpelleren. Dat zult U ook overigens in zulke gevallen niet gauw doen. Wij kijken er niet naar of een buur man zo sportief is om te zeggen: "ga maar door". Mijnheer Kannekens dat speelt geen rol. Daarom meen ik dat tegen U te mogen zeggen, dat U in het ene geval er wel een beroep op doet. Gelijk hebt U. Daarvoor zit U hier als raadslid om te zeggen "daar deugt Uw be leid niet". Maar dan moet U in het andere geval, een eindje verder- weg, bij een andere wet, ook van ons verwachten, dat wij niet met twee maten mogen meten. Ik heb daar verder niets onsportiefs mee bedoeld. Ik heb U er alleen aan willen herinneren, iets wat ik hier bij her haling zeg, dat de wet nare kanten heeft, namelijk verbieden maar ook goede kanten, namelijk waarborgen. In dit geval waarborgt dit dat er voor U geen hinder, althans geen hinder in strijd met de wet, ont staat. Dit is juist een heel mooi voorbeeld, waar die wet niet alleen naar is, maar ook een zegen is voor degene, die er van geniet. Denkt U dan maar aan alle luchtverontreinigingen, parkeerexcessen en ook het bestemmingsplan. Stelt U zich voor, iemand bouwt achter in zijn tuin ineens drie meter bij, U moet de buren eens horen, want die hebben in plaats van bomen en groen, nu ineens een heel blok naast hun tuin. Maar dan zijn ze heel gauw hier om te zeggen dat er klandestien ge bouwd wordt. Dat is precies hetzelfde. Dat ligt nu in deze gevallen iets anders. Dat ben ik wel met U eens. Daar heeft niemand zo direct last van. Dat is ook niet gesteld. Maar de wet is de wet en we moeten niet met twee maten meten. Die mensen met eigen grond en eigen geld zijn mij ook sympathiek en met name de mensen waar het vanavond om gaat. Die zijn mij echt heel erg sympathiek, als mens, als gewone jongens, die dit proberen. Aan de andere kant weet U dat U zult mogen bouwen als U geen cent heeft en als de grond van een ander is, als U

Raadsnotulen

Fijnaart en Heijningen: 1934-1995 | 1970 | | pagina 208