- a - Over dat hele bouwbeleid, waar wij hier eigenlijk over zouden kunnen praten, dat zet U helemaal niet in Uw oproepingsbrief. Dat krijgt de raad niet van U te horen 24 uur van te voren. Dat komt bom in deze vergadering. De raad moet zelf maar zeggen of hij deze voorstellen wil ondersteunen cf niet, en of hij deze wenst te behandelen, U bent met dit punt buiten de orde. Ik zelf voel wel voor behandeling, om dat ik het wel goed vind die dingen te behandelen. En ook ben ik van plan om er uitvoerig op in te gaan. Ik weet alleen niet of Uw raad U zal horen, en of men tot stemming over zo'n punt over zal willen gaan, maar dat zien we dan straks wel. Dit had het punt van Uw agenda moeten zijn, en dit had U Uw voorzitter moeten doen toekomen, maar daar staat niets van in Uw brief. Het zijn nogal wat dingen; een streep zetten, dat is een voorstel, een schrijven richten en een commissie vormen. Dat hadden we nu juist eens heel zakelijk en rustig moeten bepraten, maar dan niet aan.de .hand van deze drie gevallen. Mijnheer van Dis, dat is ook mijn bezwaar tegen dp door U gevolgde procedure. Als U spreekt over verwarring en ever onrust dan was die misschien er een beetje, maar zij is pas goed gekomen door Uw actig. Wij hebben met deze mensen gepraat, met sommigen tot uit den treure. V/ij dachten dat we met sommigen van hen ook een oplossing bereikt hadden. Ik denk aan de heer Masseurs. Hij heeft mij dat niet gezegd, maar die voelde toch wel aankomen dat dat gebouwtje daar weg moest. Ik heb hem ge zegd; "vraag dan een tijdelijke vergunning aan", want hij heeft oen familielid dat waarschijnlijk naar Oud-Gastel gaat, dan zou dit pro bleem opgeheven zijn. Ik heb gezegd dan zijn wij wel bereid om een tijdelijke vergunning, die dan wel aan de bepalingen voldoet, te ver lenen, Dan moet dat wel aangevraagd worden aan Gedeputeerde Staten die de Inspecteur van de Ruimtelijke Ordening moeten horen. U hebt eigenlijk door Uw actie het college iedere verdere wijze van spreken afgesneden. U hebt hot zelf met recht in het emotionele vlak gedre ven, zelfs zo, dat het college bijna niets anders doen kan dan uit voering geven aan de dreigementen vermeld in de brief aan de betrok kenen. Als er onrust is ontstaan in deze gemeente, als hier met recht onduidelijkheid is ontstaan, dan hebt U dat te danken aan de heren van Dis, Nagtzaam en Fakkers, door hun actie. ;ant iedereen in deze gemeente weet, b.v. mijnheer Fakkers, de namen. Ik wil ze U wel voor lezen. De zaak van de lieer Bras inzake de optieverlening daar is een streep onder gezet. Aan hem is ook tweemaal een bouwvergunning geweigerd, op 2 december 1969 en op 3G juni 197Q, vorder de heer Reuvers, de heer H.J. van Dis aan de Kcrkring, de heer van Dorst, de heer N. de Vos en de heer Jacobs, voor een woning, Uw raad heeft het uitvoerig be handeld. Dok aan de heer de Rooij voor een garage met berging, aan de heer van der Zandc voor een opslagloods en aan de heer Nieuwkerk vcor een aardappelsortecrloods zijn bouwvergunningen geweigerdAan J.P.H. van de V.'eijgaert hebben wij met toepassing vnn artikel 20 der Weder— opbouwwet vergunning verleend voer het plaatsen van een spouwmuur om de houten woning. Deze is door Gedeputeerde Staten niet goedgekeurd. Men wist heel goed, en men weet heel goed dat men een bouwvergunning moet aanvragen. Er is thans juist onrust ontstaan. Dan moet ik de raad, die voor U bestond, een woord van gepaste kritiek toevoegen. Als de raad daarin veel eerder, veel sneller en veel duidelijker was geweest, dan was het misschien inderdaad - en dat is dan een antwoord op de vraag van de heer Kannekcns - niet gekomen tet deze zee van klandostiene bouw. U hebt hier door Uw actie alleen maar kwaad aan gedaan. Met recht zal men zich nu afvragen"is er misschien niet iets te doen?".Dan wil het college heel duidelijk zeggen; "neen er is hier niets aan te doen", Er moet voor een bouw vergunning worden aangevraagd, al is het maar uit recht en rechtvaardigheid mijnheer Nagtzaam.

Raadsnotulen

Fijnaart en Heijningen: 1934-1995 | 1970 | | pagina 200