- 6 -
Do hoer Kannekens: Mijnheer de voorzitter, allereerst zou ik willen
stollen dat do wet zo goed mogelijk nageleefd dient te worden. Daar
bij merk ik wel op dat het gemeentebestuur oen dienstverlenend bedrijf
is. Hoe ziet men dat nu? Ik voor mij zie het zo, dat alles in over
weging genomen dient te worden om de mensen zo veel mogelijk te helpen.
Zo moet het ook zijn met de gemeentewet.
Maar als ik dan mijn oor bij het publiek te luisteren leg en ik hoor
hoc cr gemanipuleerd wordt eer een vergunning al dan niet verleend
wordt, dan geeft dot mij toch wel veel bedenkingen. Vinden we dan zelf
niet dat cr iets hapert aan hot beleid? Regelmatig zijn er in de raads
vergaderingen beroepschriften te behandelen tegen da beslissingen van
burgemeester en wethouders, Hoe komt dat toch? Worden do burgers wel
goed voorgelicht? Of is het juist dat zij verkeerd worden voorgelicht?
Uil het gemGontebestuur zelf ontevreden burgers door deze handelwijze?
Ik ben de mening toegedaan, dat diegenen, die zelf willen bouwen, op
eigen grond, met eigen geld, zonder subsidie, dat deze mensen door
de gemeente van alle kanten geholpen moeten worden wat de vergunning
betreft, om dit te kunnen doen, vooral als dit de perken niet te bui
ten gaat. Ook weet ik, dat het niet eenvoudig is om alle mensen te
voldoen. Dat kan ik niet, maar ook burgemeester en wethouders niet.
Er is misschien misbruik gemaakt van de spelregels die gelden, maar
dot kan met geweld en afbraak niet worden opgelost. Haal du mensen
aan tafel en bespreek met hen hoe er een oplossing1te vinden is.
Ook burgemeester en wethouders zijn niet volmaakt net zo min als de
gewone mensen. Daarom ook moet er een oplossing mogelijk zijn. Zet
een streep onder wat gebeurd is en help de mensen om do moeilijkheden,
die er nu zijn, niut meer te herhalen. Daar is niemand mee gebaat.
Maak geen verschil, want dat veroorzaakt onbehagen. Ik dank U.
De heer Nagtzaam; Mijnheer de voorzitter, de gebeurtenissen welke zich
hebben voorgedaan in onze gemeente, omtrent de klandesticne bouw op
grote schaal, en het bouwen van diverse opstallen, hebben uiteindelijk
geleid tot het doen dreigen over te gaan tot het toepassen van artikel
152 der gemeentewet, inhoudende het slopen of doen wegnemen van reeds
voltooide gebouwen of die welke in een vergevorderd stadium zijn.
U moet mij geloven, mijnheer de voorzitter, als ik zeg dat ik deze
hele gang van zaken, met U betreur. Even zovele vragen echter resten
mij, vragen die vragen om een antwoord. Vandaar ook, mijnheer de
voorzitter, dat ik zonder enige aarzeling, het vorzoekschriftaan
Uw college gericht, welk verzoek aanleiding gaf tot deze vergadering,
met mijn handtekening deed vergezellen. Als splinternieuw raadslid,
mijnheer de voorzitter, schaam ik mij niet U te zeggen dat artikel
152 dar gemeentewet (vooral de laatste dagen) is uitgegroeid tot een
zekere obsessieTemeer omdat ik me bewust ben 'van het feit, dat daar
niet aan te tornen valt. Mijnheer de voorzitter, indien eventueel
zou worden overgegaan tot het toepassen van dit artikel dor gemeente
wet, vechten, bij mij althans, ja en nee om voorrang.
Het is, mijnheer de voorzitter, voor 't laatste dat ik zou kiezen
bij-aldien mij gevraagd zou worden een beslissing te nemen in deze
kwestie, U mag me nu hot slechtste raadslid noemen, dat hier momen
teel tegenwoordig is, mijnheer de voorzitter. In de korte spanne
tijds van mijn raadslidmaatschap is de betekenis van de woorden, bij
de beödiging door mij uitgesproken "Zoo waarlijk hclpc mij God Almach
tig" klaar en duidelijk. Met de gemeentewet in de ene hand, die ik van
U gratis mocht ontvangen na do beëdiging, en met de wet van ons leven
in de andere hand heb ik naarstig gezocht naar 66n klein lichtpuntje,
(indachtig artikel 152 der gemeentewet) heb ik de gemeentewet terzijde
geschoven, als een harteloze papieren moloch, die zijn prooi verscheurt
zonder zich rekenschap te vragen van de gevolgen die hieruit kunnen
voortvloeien en het leed dat onze medemens wordt aangedaan. De wet
van ons leven echter biedt een zee van licht namelijk vergeving in