- 4 - Voordat ik U hot woord zal geven, wil ik U nog voorlezen een brief van hot raadslid B. van Duercn don Hollander, die schrijft: "Aan de raad dor gomeontc Fijnaart on Heijningen tc Fijnaart, "Geachte collega's, "Vie namen kennis van do oproep voor con extra raadsvergadering op "verzoek on bekrachtigd door ondertekening van drie collega's met "als onderworp: "Woningbouwbeleid, moor toegespitst op de illegale "bouw en verbetering". "Wc brengen tc Uwer konnis, dat do datum en het uur van de oproep ons "niet convenieert door oen naar ons oordeel belangrijker vergadering "in Brussel. "Niettemin namen wo kennis der agendapunten, vonden daarin terug ccn "rondvraagopmerking onzerzijds, namelijk dat de maatregelen tegen dit "klandestion optreden - een eventuele afbraak - voldoende diepte hadden "om te komen tot een volwaardig agendapunt op oen volgende vergadering. "Daarom verbaast het ons, dat de eerder genoemde collega's deze proce- "dure als de beste beschouwen. "U proeft dus, dat deze gang van zaken ons niet aanspreekt. "De behandeling, overigens op normale wijze, van een eventuele af- "braakafstraffing is een zware zaak, waar men niet lichtvaardig "moo om moet springen. "Wo hebben desalniettemin als regerend college met de wet te maken, "die duidelijk de te volgen procedure aangeeft, bij nonchalant om springen met dit alles ondermijnen we ons eigc3n gezag. "Zowel hot regerend college als hot wonend publick zal misschien door "opvoeding hier duidelijk rekening mee moeten houden. "Inmiddels, mot vriendelijke groet en hoogachting, "getokond B. van Dueren den Hollander". Ik geloof dat ik hot voldoende heb toegelicht. V/ie van U mag ik het woord verlenen? Do heer van Dis: In de eerste plaats dank ik U voor Uw bereidwillig heid, mijnheer de voorzitter, dat U deze vergadering heeft willen houden. Uit Uw pleidooi heb ik vernomen dat U het betreurt en dat U alle mogelijke punten opgezocht heeft om het zo te stellen. V/ij heb ben gemeend, eer er tot afbraak overgegaan zou worden, het te moeten doen naar aanleiding van de opmerking van de heer van Dueren den Hollander in dc vorige raadsvergadering. De heer van Dueren den Hollander heeft gezegd; "daar zou eigenlijk een aparte raadsverga dering aan besteed moeten worden". Dat hij nu niet kan, dat is aan te nemen. Hij heeft uitvoerig zijn kennisgeving van verhindering aan U ter hand gesteld, V/ij nemen aan dat die vergadering, die hij in Brussel heeft, van meer belang is dan deze. Maar, mijnheer de voor zitter, over de punten, welke U aangehaald hebt, daar gaat het direct niet om. Het gaat eigenlijk om hetgeen nog niet gebeurd is. Mijnheer de voorzitter, in de vergadering van 1 oktober j.l. is ons medegedeeld, ik meen naar aanleiding van een vraag van dc heer Bos, dat al wat gebouwd is zonder een bouwvergunning afgebroken dient te worden. Nog diezelfde avond vernam ik dat enkele inwoners, die de bouwverordening in meer of mindere mate overtreden hebben een van de gemeente uitgaand schrijven hebben ontvangen, om het klandestion ge bouwde binnen een "x" zekere termijn af te breken, en bij niet vol doen hieraan dat daarna de gemeente op kosten van dc overtreder der bouwverordening dit zou doen. Of een zo drastisch optreden nu zonder meer in deze de aangewezen weg is betwijfelen ondergetekenden. Ondergetekenden staan op het standpunt dat de inwoners van een ge meente zich dienen te onderwerpen aan de wet cn gemeentelijke ver ordeningen wil een gemeente leefbaar kunnen zijn. Ook ben ik er van overtuigd, dat het college van burgemeester en wethouders als toe zichthoudend college nauwlettend moet toe zien, dat de inwoners van

Raadsnotulen

Fijnaart en Heijningen: 1934-1995 | 1970 | | pagina 196