- 17 -
De voorzitter: Dan bent U daarmee een heel eind in de goede richting.
De heer Fakkers: Wij weten dus niet wat de vraagprijs van de boerderij
zal zijn.
De heer Munters: Neen, accoord. Ik bedoel zoals U die redenering nu maakt.
Kunt U zich dat voorstellen?
De heer Fakkers: Als de boerderij iets meer kost dat die dan een tekort
van ongeveer dit bedrag op kan leveren.
De voorzitter: Dat geloof ik niet. Maar als U zo doorgaat met denken,
dan weet ik tegelijk welk bedrag dat ongeveer ten laste van dat ander
plan moet worden gebracht. En dan hangt het af van het plan hoe U dat
doet.
De heer Munters: Mijnheer de voorzitter, mag ik dan als tegenvraag
stellen? Mijnheer Fakkers wilt U het dan zo laten, zoals het nu dus is?
De heer Fakkers: Ik bekijk het eventjes los van het geval of het daar
nu gelukkig staat, of niet. Ik rijd ook dagelijks met m'n fiets door die
straat en ik ruik ook het een en ander. Daar gaat het dus niet om.
Ik heb dus uitsluitend gezegd: "de financiële consequenties, daar kijk
ik even na". Het gaat dus cm ongeveer 5200 m2.. Dan reken ik dat dus uit.
In de kom der gemeente zal 50,aan de mooie kant zijn voor de m2.
prachtig zelfs en dan komt het ongeveer uit op 250.000,Ik mag
toch die berekening voor mezelf maken?
De voorzitter: Ik ben erg blij dat U dat hebt gedaan. Maar ik begrijp
mijnheer Munters ook weer als die zegt: "stel is dat er een tekort zou
komen, zou dat Uw besluitvorming beïnvloeden, in die zin dat U zegt, ik
doe het niet"Dan wil ik U aan iets anders herinneren Uw raad heeft
de laatste jaren zo'n 10 pandjes voor de sloop opgekocht, waarvan U weet
dat er geen cent van terug komt, behalve, als het saneringsplan wordt
goedgekeurd, 8CP/0. Dat doet U om het dorp te verfraaien. Ik geloof dat U
het resterende deel, ook van zoiets nu moet doen, want het wordt alleen
maar duurder en dan komen er grote problemen. We hebben goede hoop dat een
overgroot gedeelte rendabel is te maken, Ook als het niet rendabel is,
moeten we als raad bereid zijn om ook een heel groot gedeelte desnoods
bij de tekorten te schrijven want die boerderij moet daar weg.
De heer van Dis: Mijnheer de voorzitter, kunt U bij benadering opgeven
over hoeveel ha. U die aankoopprijs kunt berekenen?
De voorzitter: Dat hangt van de heer van Dis af.
De heer van Dis: Neen het bestemmingsplan.
De voorzitter: U weet dat het perceel van de heor van Dis tot aan
de Langeweg, 12 ha. groot is. Dat zal eens helemaal bestemmingsplan zijn,
dat lijdt geen enkele twijfel. Dan hebt U dus 12 ha. dat is 120.000 m2.
Dan kunt U de som zelf maken. Iets anders is, dat heb ik wel begrepen,
dat de heren van Dis, en dat spijt ons bijzonder, wie ze daartoe kan
aanzetten die moet het zeker doen, dat hebben wij ook niet gesteld als
voorwaarde, er niet veel voor voelen om grond te verkopen. Dat vinden
wij jammer. Dat gaan we ze ook schrijven, omdat het de goedkeurings—
kans bij Gedeputeerde Staten kleiner maakt, als ze geen grond willen ver
kopen. Als zij alsnog zeggen: "wij verkopen drie tot zes ha. erbij", dan
zou dat de kans dat het goedgekeurd zou worden, groter maken. Degenen
onder U die graag de boerderij weg hebben moeten de heer van Dis, wij
zullen dat ook nog wel doen, maar misschien beter dat U het zelf doet
mijnheer van Dis, maar aanraden om nog een paar ha. te verkopen. Wij
denken aan een stuk grond gelegen ten zuiden van het verlengde van de
van Eijckstraat en de Edvard Griegstraat. Dan kan de Fa. Langbroek daar