- 9 - we dat niet doen. Ik wil alleen een concrete korte vraag stellen. Hoe lang is de korste procedure, zo het te schatten is, om de zaak zodanig te wijzigen dat er althans de mogelijkheid is dat de heer Jacobs deze woning daar wel kan bouwen? Als dat bij wijze van spreken een procedure wordt van 5 of 6 jaar, dan kunnen we veel beter realist zijn, neen ik overtrek het misschien, door dan maar te zeggen: "heer Jacobs zie er maar vanaf,want er komt niets van terecht". De heer Fakkers: Mijnheer de voorzitter, U zei dat ik gesuggereerd zou hebben dat 6ên man in het college zijn mening zou kunnen doordrukken. Ik moet eigenlijk toch wel stellen dat ik de woorden ,die ik dus gesproken heb, heb opgedaan uit gesprekken met de heer Jacobs. En ik neem aan dat de heer Jacobs tegen mij de waarheid heeft gezegd. Maar ik wil daar ver der toch eventjes op ingaan, door aan U een vraag te stellen, die U met ja of neen kunt beantwoorden. Dient een wethouder, mijnheer de voorzitter, de normale procedure te kennen voor het indienen van een aanvraag voor een bouwvergunning? Zo ja, waarom stelt hij dan een tweetal brieven op naar het college van burgemeester en wethouders, waarin hij dus zelf zitting heeft en waarin hij dus ook feitelijk mee het antwoord bepaalt. Als ik dan kijk naar het feit, dat deze brieven geschreven zijn in december 1969 en gedateerd 17 januari 1970 in groene ballpoint met briefhoofd van de betreffende wethouder, ik heb de brief hier bij mij, U kunt hem van mij zien dat ik dan toch tot mijn spijt moet stellen dat ik het met deze gang van zaken eigenlijk niet eens kan zijn. Een aanvraag voor een bouwvergunning, dacht ik dat elk raadslid dat onder hand al weet, moet ingediend worden op een bepaald formulier met tekenin gen en met een bestek. Het model van zo'n aanvraag is op de gemeente secretarie te verkrijgen. Ik vind dat eigenlijk een spijtige gang van zakendat dit in feite langer heeft geduurd eer men dus de feitelijke aan vraag binnen had. Misschien door een verkeerd advies, ik weet het niet, en nu zult U het mij wel erg kwalijk gaan nemen, wat ik allemaal ga zeg gen, maar ik kan er ook niets aan. doen. Als ik me niet vergis is per 1 augustus j.l. de mogelijkheid om van artikel 20 der Wederopbouwwet ge bruik te maken vervallen. Op 10 april j.l. wordt de aanvrage ingediend en op 9 juni j.l. wordt de brief van burgemeester en wethouders verzonden. Hij komt daartegen in beroep binnen de gestelde tijd en dit wordt op 21 augustus behandeld. Dan moet ik toch zeggen: "als het juiste advies had plaatsgevonden, tijdig, december, januari, en ik tel er dan de twee maanden bij die het college kan nemen om een uitsluitsel te geven be treffende een aanvrage, dan was dus binnen de gestelde tijd van 1 augus tus alles voor elkaar gekomen". En dan was dus nu niet de situatie ontstaan, dat we zitten te praten over iets dat volgens mij een beetje zinloos is, omdat het niet meer kan. Want de mogelijkheid van artikel 20 van de Weder opbouwwet is naar mijn mening vervallen. En U zult het mij dus niet kwalijk moeten nemen, maar U mag het wel, dat ik het vertrouwen in de betreffende wethouder toch echt wel opzeg. Wij als raadsleden zitten hier om het algemeen belang te dienen. Ik weet ook hoe U tegenover het algemeen be lang staat. Wat is dat? Als wij een advies geven, hoe dan ookmoeten we proberen het juiste advies te geven waardoor dus geen vertraging kan optreden en de mensen geen schade lijden. Dat is mijn grote punt. De voorzitter: Dank U zeer. Nog iemand van U? De heer Munters: Mijnheer de voorzitter, ik wil er graag op antwoorden. Ik dacht dat het een zeer logische zaak was, dat, alvorens men een defi nitieve tekening in zou dienen, iedereen van te voren weet wat hem dat gaat kosten. Zodra iemand naar een architect gaat en gaat vragen om een tekening te maken, dan gaat hem dit geld kosten. Als ik me niet vergis 10/o van het totaal bedrag van de architectkosten. Het college past deze gang van zaken meerdere malen toe. Wanneer een zaak dubieus is of die

Raadsnotulen

Fijnaart en Heijningen: 1934-1995 | 1970 | | pagina 173