d. dat de landbouw geholpen dient te worden in plaats van dat de particulieren huisjes opkopen en laten herstellen en proberen deze te verhuren in Landelijk gebied; e. dat de heer Jacobs, begrijpelijkerwijs niet graag de grond, waarop hij zoveel jaren heeft gewerkt en waaraan hij zijn beste krachten gegeven heeft, gaat verlaten; f. dat het bovendien niet goed is om direct met werken te stoppen; g. dat de heer Jacobs nog graag in het bedrijf meewerkt; h. dat er aan de lijst van woningzoekenden niet nog meer worden toe gevoegd i. dat in onze gemeente meerdere mensen hebben mogen bouwen volgens artikel 20 der Wedcropbouwwetterwijl daar ook Landelijke be stemming op rust. Bovendien, mijnheer de voorzitter, is U de uitspraak bekend van Ir. Margry_ in "Boer en tuinder"von 16 juli 1970 naar aanleiding van een discussiemiddag cnJcr voorzitterschap van Prof. Krielaars, Hoogleraar van de Katholieke Hoge School in Tilburg. Wanneer een boer zijn bedrijf overdraagt is het in principe mogelijk dat er op het erf, of in de nabijheid van de boerderij, een woning voor hem wordt gebouwd. Geëist wordt dan wel, dat de nieuwe woning ze goed mogelijk wordt aangepast aan de bestaande bebouwing. In het algemeen wordt vanwege de Woningwet voorgeschreven dat er stenen huizen worden gebouwd. In een afzonderlijk geval wordt de bouw van een houten woning toege staan. Op grond van het bovengenoemde zou ik willen voorstellen om aan de heer Jacobs de vereiste vergunning te verlenen, of althans do mogelijkheid te scheppen, of de weg aan te wijzen, waarop op zeer korte termijn met de bouw van deze bungalow een begin kan worden ge maakt. Tot zover in eerste instantie, mijnheer de voorzitter. De voorzitter; Dank U zeer mijnheer Fakkers. De heer van Dueren den Hollander: Mijnheer de voorzitter, ik was wel in gemeentcraadsdienst de vorige vergadering waarin dit punt aan de orde was. Ik heb gezegd dat je het met de wet in de hand het voor deze man onmogelijk kan maken. Desalniettemin, en dat heb ik toen gezegd en dat zeg ik nog, zou ik bijzonder graag de woning daar zien zoals die op de tekening gesitueerd staat. Ik zou er de man een dienst mee bewijzen en de gemeente ook wanneer we dit door zouden kunnen laten gaan. De heer van der Werf; Mijnheer de voorzitter, we zijn hier toch wet telijk aan gebonden? Als straks het nieuwe bestemmingsplan "Buiten gebied" er komt, kunnen we er dan niet op terugkomen? De heer Kannekens: Mijnheer de voorzitter, U weet hoe ik er over denk. We hebben er al meerdere malen over gesproken. Mijn mening is nog steeds wanneer iemand zijn eigen helemaal bedruipt en probeert om zijn eigen bedrijf te verfraaien, daar van onzentwegc alle mede werking aan verleend zou moeten worden. De voorzitter: Dank U zeer. Ik heb heel veel gehoord van i5én spreker,iets minder van anderen. Een ding heb ik van niemand gehoord en daar moet het om gaan. De enige van wie ik iets gehoord heb is de heer van der Werf. Die heeft gevraagd; "zijn we hier wettelijk aan gebonden?".En in de tweede plaats; "kunnen we daar straks op terugkomen?",U kunt natuur lijk altijd, mijnheer van der Werf, er op terugkomen. Het raadsvoor stel biedt ook al die opening. Maar dat neemt niet weg, dat U van daag, daaraan ontkomt U niet meer, een beslissing zult moeten nemen, of U dat bezwaarschrift hoort, of niet hoort. Dus in zoverre moet ik U teleurstellen. Gf U daar aan gebonden bent, dat is nu juist des poedels kern.

Raadsnotulen

Fijnaart en Heijningen: 1934-1995 | 1970 | | pagina 170