- 3 -
5. Voorstel tot aangaan gemeenschappelijke regeling Vleeskeuringsdienst
Roosendaal.
De voorzitter: Het wordt namelijk een veel gunstigere regeling. Wij hopen
er in 1971 in te slagen om met de door de raad bij te passen tekorten bene
den de 1.0G0,te blijven. Dus zelfs minder dan 2.500,die hier
staan. Als U nu weet dat dat in 1966 nog bijna 6.000,was, dan gaan
we toch vooruit, ondanks dat alles duurder wordt.
De raad besluit zonder hoofdelijke stemming overeenkomstig het voorstel
van burgemeester en wethouders.
6. Voorstel vaststelling herziening bestemmingsplan in voorbereiding grond
met opstallen van H.L. van Dis.
De heer van Dis: Mijnheer de voorzitter, bij het lezen van het begelei
dende raadsstuk heb ik mij afgevraagd of dit voorstel niet ter tafel
wordt gebracht om de heer van Dis te dwingen zijn woonhuis en zijn be
drijfsgebouwen aan de gemeente te verkopen om reden dat hij bemoeilijkt
wordt in zijn bedrijfsvoering. Reeds meer dein vier maanden geleden heeft
de heer van Dis een bouwvergunning aangevraagd om een loods te mogen bouwen
om zijn machinepark in te kunnen stallen. Tot nu toe heeft hij hierop
geen enkele beslissing van de gemeente ontvangen. Ik meen, nu U in onder
handeling bent over die aankoop van de boerderij, dat je geen bezwarende
besluiten moet nemen voordat die onderhandelingen beëindigd zijn.
De voorzitter: Mijnheer van Dis, de hele geschiedenis met het perceel
van de heer H. van Dis is in feite een heel moeilijke geschiedenis die
teruggaat tot 1953. Toen heeft de raad, waar U toen deel van uit maakte,
niet ik, op Uw voorstel overigens, deze grond van de heer van Dis niet
betrokken in de overige grond van plan Oost, maar voor deze grond, het
was een grote fout, een agrarische bestemming gehandhaafd, zonder overi
gens voor die bestemming bebouwingsvoorschriften vast te stellen. Niemand
weet nu wat op die grond wel mag en wat niet mag. Reden ook waarom zonder
dat er enig voorbereidingsbesluit gold, mijnheer van Dis, de bouwaanvrage
van de heer van Dis voor een kippenhok is geweigerd. Dit besluit is door
Uw raad daarna gesanctioneerddoor ook het bezwaar van de heer van Dis
tegen het weigeringsbesluit van burgemeester en wethouders te verwerpen
Dat wil ik voorop stellen. Het is dus zeer de vraag in hoeverre het voor
bereidingsbesluit daartoe nodig is en in hoeverre het enig effect heeft.
Uw raad heeft evenwel al een jaar geleden besloten om de in 1953 op zeer
dubieuze gronden gemaakte fout recht te trekken. Het college gaat door
met het beleid van Uw raad van een jaar geleden voort te zetten, omdat
wij namelijk van mening zijn dat we midden in de gemeente niet een stuk
grond met een halve agrarische en half stedelijke bestemming kunnen
houden. Daarom moet dit stuk grond alsnog worden getrokken óf bij het
bestemmingsplan "Oost" waar het nog altijd in hoort, zij het met een
aangegeven bestemming zonder bebouwingsvoorschriften, óf dat het komt te
horen, dat zou ook heel goed mogelijk zijn, mijnheer van Dis, bij het
bestemmingsplan "Bejaardencentrum Edvard Griegstraat"In elk geval als
U een voorbereidingsbesluit neemt benadrukt U in elk geval dat U van plan
bent daarvoor een bestemming te creëren. Ik neem dus aan dat het niet
Uw bedoeling kan zijn om de bestemming zo te handhaven zoals die daar
nu geldt. U zegt dat de heer van Dis een bouwaanvrage heeft ingediend.
Dat is mij niet bekend, althans niet dat hij daar op zit te wachten. We
hebben met de beide heren van Dis in augustus j.l. zitten praten en het
is helemaal in orde gekomen. Er is in goede sfeer van wederzijds overleg
en begrip besloten om tot een transactie te komen, zoals Uw raad vanavond
zal worden voorgesteld. Mijnheer van Dis heeft eenvoudig niet meer ge
vraagd om een bouwvergunning. Sterker nog. De heer van Dis heeft zelfs
toegezegd om op het land, dat vandaag niet in discussie is, indien Uw raad