- 7 - gemeente, dat positief doen. Dan betrekken wij er dat ook niet in. Ik heb ook gezegd dat laatste stukje kunnen we nog wel doen zoals we het gedaan hebben. U hebt mij niet voldoende overtuigd, al heeft U een breedvoerig betoog gehouden over de noodzaak van dit alles. V/e hebben een college van burgemeester en wethouders en we hebben twee wethouders gekozen. U haalt er dingen bij waar ik vroeger niet zo gemakkelijk over dacht, Wanneer U nu b.v. zegt: "het zou kunnen dat die man door drukke ambtsbezigheden eens een keer meer verstek zal moeten laten gaan", natuurlijk zal dat kunnen. Vroeger veronderstelde men als men zo'n benoeming aanvaardde dat men er vanuit moet gaan dat men daar ook de tijd voor beschikbaar moet stellen. Zit er dit bij voorbaat niet in, dus dan hoeven wij er dit bij voorbaat niet in te betrekken in het ver weer, dan moet men dat doodeenvoudig niet aanvaarden. Men kent de consequenties. Men wordt wethouder en men moet eenvoudig de tijd daarvoor, die dat vraagt per weck, beschikbaarstellen. Dan komen voor mij natuurlijk andere dingen, ziekte, ga zo door, in aanmerking. Dan vulfc alles weg, dat is buiten kijf, iordt dit langdurig, dan kunnen we er nog in voorzien» Ik stap dan ook niet af van wat ik vier jaar terug gezegd heb. Ik zou het woordelijk kunnen herhalen: "ik zie er de nood zaak niet van in". Ik weet niet wat de rest besluit. Als het niet zó kan, dan zou ik het in stemming willen brengen, hesr Pakkers: Mijnheer de voorzitter, het is inderdaad niet in strijd met de wet om hern nu tc benoemen. Dal: ben ik dus roerend met U eens. Het is waarschijnlijk alleen een interpretatie dier er aan de wat gegeven wordt. En mijn interpretatie is dus: "zodra nodig". Dan is het voor mij tijd genoeg. Ik zou het voorstel van de heer van Ducren den Hollander, om dit in stemming te brengen, willen ondersteunen. De j-iecr van Dis: Mijnheer de voorzitter, het loopt hier over het woord zodra nodig"Wanneer ik het artikel goed lees dan wil ik meer de nadruk leggen op de geest van de wet. Wanneer een wethouder een keer niet komt, acht ik het nog niet noodzakelijk dat er een plaatsvervangend wethouder komt. We hebben die tijd al dikwijls genoeg gekend dat een wethouder niet kon. Dan hielden burgemeester en wethouders met do wethouder die er was, vergadering. Dat artikel is voor mij duidelijk ge- noeg. Het is ingelast voor het geval dat een wethouder tijdelijk ziek is, al staat er dat zo niet in. Volgens mij is dat de bedoeling van dat artikel. En zo is het, zolang het mij heugt, altijd opgevat. P-°. voorzitter: De discussie hierover is thans gesloten. Ik wil nog heel in het kort proberen iets te zeggen. Ik voel dat ik U niet kan overtuigen. Dat vind ik jammer. Ik heb naar Uw kritiek geluisterd de vorige keer en ik was er niet gelukkig mee. Ik geloof dat U op z'n minst zou kunnen beginnen met het vertrouwen, nu deze functionaris tot één wordt terug gebracht, dat er meer wezenlijke inhoud aan die functie kan worden gegeven. Mijnheer van Dis, in artikel 04 van de gemeentewet staat: Bij ongesteldheid, afwezigheid of ontstentenis van de burgemeester wordt hij vervangen door een wethouder, door burgemeester en wethouders aan gewezen". De woordjes "zodra nodig" ontbreken daarin. In zoverre hebt U gelijk. Maar U hebt geen gelijk als het gaat, mijnheer van Dueren den Hollander, om de duur van de ontstentenis, afwezigheid, of ongesteldheid. Nu kan dat juist op precies hetzelfde slaan. Alleen zijn bij de burge meester, omdat hij gezagsorgaan in eigen persoon is, de woorden "zodra nodig" weggelaten. Want er moet een burgemeester zijn. Er hoeven in een college geen twee wethouders te zijn, omdat de wet zegt dat dc burge meester een beslissende stom heeft als er twee wethouders zijn. Zonder burgemeester kan de gemeente niet. U vindt daarom in artikel Q4 de woorden zodra nodig" niet. Maar de zelfstandige naamwoorden, ongesteld heid, afwezigheid of ontstentenis zijn precies dezelfde. Daaruit zou U runnen aflezen - ik moet U eerlijk zeggen ik heb het commentaar er niet

Raadsnotulen

Fijnaart en Heijningen: 1934-1995 | 1970 | | pagina 162