Ik v/ens mij, mejuffrouw mijne heren, von de politiek voor zover dat
iets anders is dan het voeren van het bestuur der gemeente, te ont
houden.
Als voorzitter heb ik er behoefte aan om in Uw raad en in Uw college
van burgemeester en wethouders collegiaal te besturen. En dat doo ik
dan liever met meerderen dan met dén. Ik moet toegeven aan degenen,
die kritiek op het instituut hebben geuit, dat wij er in vooraf gaan
de jaren niet in geslaagd zijn er voldoende inhoud aan te geven.
Daarom, maar het is niet gauw goed, heeft het oude college ook aan
n plaatsvervangend wethouder gedacht, die dus voor beide wethouders
kan optreden, zodra ze niet kunnen. Dat komt in de drukke tijd heel
vaak voor. Denk maar aan de oogst en aan een drukke baan. Hot is de
uitdrukkelijke bedoeling van mij als voorzitter, en van het oude
college, wat er nu dus niot meer is, dat deze ene plaatsvervangende
wethouder, indien Uw raad mocht besluiten hem te kiezen, wordt inge
schakeld zodra een der andere wethouders verstek laat gaan. Dat kan
dus veel en veel vaker zijn. Ik wil U er overigens toch wel aan her
inneren dat zowel de heer Lambregts als de lieer van der Werf, enkele
malen als plaatsvervangers hebben deelgenomen aan de oeraadslagingen
in het oude college van burgemeester en wethouders.U moet dus nu ook
weer niet zeggen dat het helemaal niet gefungeerd heeft. Een wethouder
kan langdurig ziek worden. Dan kunt U inderdaad, zodra nodig, een
vervanger aanwijzen. Het is zelfs wel mogelijk dat don de hele zaak
toch weer terug moet in de raad. Maar het gaat ons veel meer om korte,
tijdelijke waarnemingenHet staat ook in de wet. Als het werkelijk
om oen heel andere wethouder gaat dan wordt er nog betaald. Dan wordt
het allemaal heel anders. Dit is ochter een onbezoldigd ambt.
Mijnheer van Dueren den Hollander, de samenvoeging zou ik hier abso
luut buiten willen laten. Als het een argument wordt dan kunnen we
de raad sluiten en dein hoeven we geen wethouders te kiezen, l'/ij zul
len tot en met de laatste dan van het bestaan van onze gemeente deze
gemeente besturen zoals zij is, n.l» een zelfstandige gemeente. Dat
lijkt mij, hoe praktisch het ook lijkt, eenvoudig een onjuist argument.
Ik vind het heel interessant, mijnheer Fakkers, wat U opmerkt over
artikel 9G der gemeentewet. Ik geloof waarlijk niet dat het in strijd
is met de wet, zeker niet als U het doet, zoals U net voorstelt. Dat
hoort U mij niet zeggun. De wet laat eenvoudig in het midden wanneer
deze wethouder wordt aangewezen. En ik geloof dat het prettig is voor
Uw raad om tc weten, dat de man die Uw raad straks zal benoemen, in
dien Uw raad tot die benoeming besluit, altijd als plaatsvervanger
aanwezig is. Als U desnoods van de benoemde zelf hoort, dat het col
lege onvoldoende inhoud aan het ambt geeft, welnu Uw raad is het hoofd
van de gemeente, U brenge het punt terug. U zegt het vertrouwen in de
plaatsvervanger op, en U schaft het instituut, omdat het wederom niet
werkt, af. Zover het in mijn vermogen ligt als één van de drie nieuwe
leden van het college van burgemeester en wethouders zal ik alles doen,
omdat ik er eenvoudig in geloof, omdat ik meer mensen wil betrekken
bij het beraad in de vergadering van burgemeester en wethouders, om
het instituut waardiger te maken. Nogmaals, dat mag in mijn geval met
enige politiek niets te maken hebben. Als die politiek er is dan is
er, wat mij betreft, een zeer gelukkige samenloop van omstandigheden,
als ik die éne man heb en niet die twee, die zich inderdaad met twee
niet ten volle konden waar maken, Daarvoor was de taak te gering.
Wie van U mag ik in tweede en laatste instantie het woord geven?
Do heer van Dueren den HollanderIk heb natuurlijk die samenvoeging
van die gemeenten iaatst genoemd, U vindt het natuurlijk prima en
leuk om daarop terug tc komen. Ik heb dat niet als zwaarste argument
bedoeld. '7ij moeten natuurlijk zolang wij enkelvoudig optreden als