hot landelijke karakter aan te tasten. Zeker als U in Uw hart niet
da overtuiging hebt dat hier van ccn zuiver agrarische dienstwoning
sprake is, maai"' dat veeleer moet worden gedacht aan oen woning die
zal worden gebouwd an betrokken door iemand die nu juist de landbouw
niet moor actief zal gaan beoefenen. Nu is dit vorder niet belangrijk.
Formeel moet U zien is er op een niet zuivere wijze bouwvergunning
verleend voor een huis. Dit hadden we kunnen weigeren, maar wc hebben
dat niet gedaan. Terwijl de heer Jacobs cfie schuur niet gebouwd heeft,
en er dus eigenlijk op dit moment bij dat bedrijf wederrechtelijk
een dienstwoning staat, vraagt hij oen vergunning aan voor een tweede
dienstwoning. Punt drie van de agenda gaf U misschien nog een marg-
om anders te- besluiten dan burgemeester en wethouders U hebben voor
gesteld. Naar mijn mening kunt U in dit geval niets anders besluiten
dan burgemeester en wethouders volmondig gelijk te geven. Iets anders
is, dat ik graag aanknoop bij de opmerkingen van do heer van der
Werf. Het is inderdaad mogelijk dat wij op dit punt terugkomen. U
kunt het dan natuurlijk niet aanhouden, U zult het dus moeten ver
worpen want do beroepstermijn verloopt. U zult wel als raad kunnen
zeggen:" dat do raad het zijne wil doen om te bevorderen dat in het
nieuwe bestemmingsplan voor do buitengebieden de mogelijkheid wordt
geschapen orn bij een gesplitst bedrijf een dergelijke woning te
bouwerf' Daar zou ik U vanavond nog geen uitspraak over durven
vragen, want daar moot U over dubben, studeren en over nadenken.
Maar U kunt, mijnheer van der Werf, gelukkig enige hoop geven door
te zeggen: "we verwerpen het nu en or is oen mogelijkheid, U komt
erop terug, als in de toekomst, on dat moot do nabije toekomst
zijn, een nieuw bestemmingsplan wordt vastgesteld".
Mijnheer van Dueren den Hollander, ik ben het met U eens. Het zou
een bijzonder leuke woning worden, maar er zijn zoveel bijzondere
mooie bungalows te bouwen in het Landelijk Gebied, dia er nu juist
niet mogen staan. Er is op dit moment een landbouwer bozig met het
bouwen van een dienstwoning in de korr. Fijnaart, Deze landbouwer
hooft zijn bedrijf liggen op vier kilometer van da bebouwde kom.
Wat moet deze man wel denken als U de heer Jacobs een vergunning
verleent, want hij heeft hetzelfde te horen gekregen. Er zijn land
bouwers, die al lang eon dienstwoning willen bouwen. Er zijn kleine
zelfstandigen, die oen krotje hebben aan de dijk, die dat willen slopen
en daar een huis willen bouwen, U moet eenheid van recht waarborgen
U kunt eigenlijk alleen maar blij zijn dat da hear Jacobs al meer
heeft gekregen dan waar hij strikt genomen, recht op heeft.
Ik wil U non ét!n geval noernon. Burgemeester en wethouders hebben de
heer J. van der IVeijgaerttoen het nog net kon, een bouwvergunning
verleend op grond van artikel 20 der U'edcropbouwwet voor het bouwen
van oen stenen muur rond de houten bungalow. Daarop hebben wij een
vernietigend antwoord ontvangen van Gedeputeerde Staten. Deze ver
gunning is niet goedgekeurd, met ais voornaamste motief, dat het
hier een keet betrof, en met daarop volgend motief dat de bouw van
burger bebouwing in het Landelijk Gebied moet worden voorkomen.
We hadden deze vergunning verleend op dezelfde grond dat op die
plaats wel eon dienstwoning zou mogen staan. Als het tot oen hoger
beroep rnocht komen zou geen enkel college tot een andere beslissing
hebben kunnen komen, hoe naar het ook is. Persoonlijk vind ik dit
voor Uw raad gernnkkolijkcr dan het vorige agendapunt.
Win van U mag ik hierover het woord vcrlenon?
De heer van der Werf: Voorzitter, U zegt dat het geval gemakkelijker
is. Om er van af te komen misschien wel, maar in werkelijkheid niet.
Dit geval ligt heel anders. Wc hebben hier met een fruitteler te maken