De laatste vijf jaar werd buiten bank en giro om 93.196,gegeven. De gevers zullen het zo gegeven geld méér gevoeld hebben dan een formeel gemeentelijk offer. (De gemeente bood bij die acties wél bijna steeds hulp in woord en daad.] Beide offers,zowel in de particuliere als in de overheids sfeer zowel in de gemeenschap als in de gemeente, zullen overigens pas werkelijk offers zijn als men - burger of gemeente, enkeling of collectivi teit - ze echt voelt. Er is dan tenslotte weinig verschil meer tussen deze twee, zoals de gehele scheiding tussen samenleving en overheid steeds meer vervaagt. 1970 begon met het Biafraanse drama. V/ij zijn vooral daarom met dit onderwerp begonnen. Maar het zal niet de laatste maal geweest zijn, dat wij - in welk verband danook - voor de nood in de wereld hebben gegeven. Een volgende maal is ons handelen misschien nog fundamenteler, nóg bewuster, nóg compromis-armer, nóg guller, omdat we er vanavond over nadachten. Er zijn nog vele andere onderwerpen buiten de geijkte die we zouden willen aansnijden, omdat ze je bijna dagelijks om de oren vliegen: bij voorbeeld het proces van verdergaande democratisering in de héle maatschap pij. We komen daarop aan het slot nog terug. Voorlopig houden we ons aan de vertrouwde nummering en zaken. 1. Bevolking. In het midden van 1969 kwam voor het eerst een maand voor waarin zich meer mensen in de gemeente vestigden dan er vertrokken. Voor ons was dat het begin van de hoop, dat 1969 ook het eerste jaar in de (jongste) geschiedenis onzer gemeente zou worden waarin een bevolkingstoename van 1°/ó zou worden bereikt. Die hoop ging in vervulling: van 5202 inwoners op 1 januari 1969 naar 525B inwoners op 1 januari 1970. Ook volgens de Tweede Nota Ruimtelijke Ordening is Fijnaart en Heijningen nu geen kwijnende gemeente meer. Onze verwachting is, dat ook 1970 de 1% net zal halen. Als de woningbouw lukt tenminste. Daarover straks meer. Bij alle vreugde over bevolkingsgroei past ook distantie. Ons land heeft binnenkort 13 miljoen inwoners. De tijd dat vreugde over groei in bezorgd heid omslaat kan niet meer veraf zijn. 2. Ruimtelijke Ordening-Herindeling. In 1969 boog Uw raad zich over de herindelingsplannen van Gedeputeerde Staten In een zeer uitvoerig raadsvoorstel (27 augustus 1969) zetten wij onze me ning, waar U zich achter kon scharen, uiteen. Die mening is bekend: wij zijn voorstanders van een herindeling die van Dinteloord en Prinsenland, Willemstad en Fijnaart en Heijningen één gemeente maakt. Kritiekloos gejuich houdt deze mening niet in. Gouden bergen verwachten we van deze moeilijk te hanteren drie-in-de-pan niet. Wij blijven echter van mening, dat een herindeling juist nodig is met het oog op de toekomstige taken. Een Westhoek, radicaal opengelegd en ontsloten voor volkshuisvesting, recreatie en industrialisatie, zal geen concurreren de, kleine gemeenten moeten hebben, maar grotere gemeenten die met een duidelijk groter apparaat dan nu de nieuwe Delta taak - die heel veel groter en minder locaal zal zijn dan nu in de knusse eigen plaats - zal aarkunncn. De gemeentelijke overheid in de Hoek van Brabant, omspoeld door Hollandsch Diep en Volkcrak en doorsneden door een weg die Rotterdam en Antwerpen gaat verbinden, moet één gemeentelijke overheid zijn. Er moet geen samen voeging komen, ómdat er al zo'n grote samenhang bestaat tussen de drie ge meenten, maar ópdat die zal ontstaan. Het zal, zoals gezegd, in die nieuwe gemeente niet gemakkelijk worden. Maar het kan een hele mooie, interessante en boeiende gemeente worden.

Raadsnotulen

Fijnaart en Heijningen: 1934-1995 | 1970 | | pagina 12