- 5 - methode te zoeken om deze bouwvergunning te geven. Ik kan U er zo een hele serie opnoemen. Ik vind dit gewoon een kwade verdenking die U niet siert en ons collego niet toekomt. Loten we verder de verhandelingen zakelijk houden. Er is niemand in ons college die enige roden zou hebben om iemand die een huis weg mag zetten, die een bouwvergunning toekomt, die bouwver gunning te onthouden. Ik verzoek U dus echt ons van dergelijke opmerkingen verder te verschonen. Artikel 2G van de Y.'cderopbouwwet kunt U niet meer toepassen. Iets anders is, of het college het in dit geval zou hebben gedaan. In het voorstel kunt U lezen dat we het juist in dit geval niet hebben gedaan om de vol gende redenen: De heer Jacobs heeft een jaar of drie geleden een bouwvergunning aange vraagd voor een huis voor zijn zoon. Het bedrijf was toen nog niet ge splitst en hut is nu nóg niet gesplitst, juridisch. Wij hebben toen aange nomen voor dat bouwplan, omdat wij wisten dat zijn zoon in de fruitteelt zat, dat het bedrijf gesplitst was. Wij hebben toen overeenkomstig de bebouwingsvoorschriften gezegd: "U kunt Uw gang daar gaan als U daar een woning en een schuur bouwt". De bebouwingsvoorschriften zeggen n.l. dat U daar een woning cn een schuur von 3G0 m3, inhoud mag bouwen mits het bouwperceel 60 meter breed is en U 40 meter uit de as van de weg blijft. Formeel hadden wij drie jaar geleden de bouwvergunning kunnen weigeren, want het was toen ook geen gesplitst bedrijf en wij hadden niet de over tuiging dat de schuur zou worden gebouwd. De hoer Jacobs heeft ons toen die overtuiging gegeven en gezegd dat het bedrijf gesplitst zou worden, Wij hebben toen aangenomen dat er sprake was van een dergelijk bedrijf en tegen de wettische voorschriften, mijnheer van Ducren den Hollander, aan dc heer Jacobs een bouwvergunning verleend voor een "Fijnaort" bungalow, waarbij nu drie jaar later nog immer - in strijd met zijn ver zekeringen - geen schuur is gebouwd. Wat hebben we dus nu? Laten wc er van uitgaan dat die schuur er komt de heer Jacobs zegt dat die schuur er komt want hij houdt nog steeds vol dat er twee gesplitste bedrijven zijn. Dan hebt U nu óón huis met een schuur, dc oorspronkelijke boerderij, zoals het hoort, en ódn huis met een schuur op de andere plaats, U hebt twee gesplitste bedrijven waarbij staat wat er bij mag komen. De huidige bebouwingsvoorschriften, en daar zit de kneep, die voorzien nl. niet in het bouwen van een dienstwoning. Nu zijn wij von plan en we zijn daar nog niet mee klaar - om in de komende bestemmingsplannen, mijnheer van der Werf, en U weet dat we daar al vrij ver mee gevorderd zijn, een mogelijk heid te bieden, hoewel we liet daar nog niet allemaal over eens zijn en daar nog veel studie zal moeten plaats vinden, en Uw raad zich toch wel ernstig zal moeten beraden bij het vaststellen van die bebouwingsvoor schriften, die wij toch hopen binnen niet al te lange tijd in Uw raad te brengen, tot het bouwen van een dienstwoning. De dón denkt dan aan altijd maar en de ander denkt dan aan een bepaalde grootte vein de boerderij en aan een bepaalde afstand van die boerderij tot een bebouwde kom. Ik persoonlijk dunk ook dan nog niet aan een dienstwoning bij de boerderij, zoals die van de heer Jacobs, omdat naar mijn mening het begrip "dienstwoning" achterhaald is. Ik sta daarin niet alleen, de tegenstanders staan overi gens ook niet alleen, dat wil ik duidelijk zeggen. U zult wel begrijpen die komen uit de hoek van het Landbouwschap. Uit de hoek van de Ruimte lijke Ordening, mijnheer van Dueren den Hollander, komt de opmerking, en dat is al jaren gemeengoed, dat de huidige landbouwbedrijven toch geen arbeidskrachten meer aantrekken en dat die mensen, die daar arbeiden, zoals alle fabrieks- en andere arbeiders die soms uren moeten pendelen, rustig kunnen wonen in dc bebouwde kom, U hebt besloten gelden uit te trekken voor de aanleg van een afvoerleiding en een persgemaal voor dc riolering, mijnheer van Dis, en U gaat met deze bebouwing door om het platteland tc ontzuiveren, U wilt het landelijk karakter bewaren, mijnheer van Dueren den Hollander, U gaat door als U zulke vergunningen afgeeft met

Raadsnotulen

Fijnaart en Heijningen: 1934-1995 | 1970 | | pagina 129