GEMEENTE FIJNAART EN HEIJNINGEN
HANDELINGEN VAN DE OPENBARE RAADSVERGADERING VAIN DONDERDAG 6 AUGUSTUS 1970.
1. Openincj^
De voorzitter; Ik open deze vergadering en verzoek U een ogenblik stilte
in acht te nemen.
2. Onderzoek geloofsbrieven nieuw benoemde raadsleden.
De voorzitter; Ik zou willen verzoeken om de commissie van onderzoek bedoeld
in de artikelen 41 t/m 44 van het reglement van orde te doen bestaan uit
mejVerhagen, de heer van Hoof en de heer van Dueren den Hollander. Neemt
U deze benoeming aan?
De commissieleden; Jawel mijnheer de voorzitter.
De voorzitter schorst om 19.45 uur de vergadering om de commissie van
onderzoek de gelegenheid te geven de geloofsbrieven te onderzoeken.
De voorzitter heropent om 19.50 uur de vergadering.
Mag ik de commissieleden verzoeken? Wie van hen zal rapporteren?
De heer van Dueren den Hollander; Voorzitter, dat zal ik doen.
Wij hebben deze stukken consciëntieus onderzocht, hebben daarin niets
kunnen ontdekken dat we zouden zeggen;'tbar zit iets verkeerd, of iets fout".
De .raad besluit tot lid van de raad toe te laten; mej, A.M. Verhagen en
de heren W.A, Bos, A.H. Munters, P. Nagtzaam, J. van derWerf, J.M, Nuiten,
H. van Dis, B. van Dueren den Hollander, J.C.M, Evers, F.P. Fakkers en
HKannekens
3. Notulen van de raadsvergadering van 25 juni 1970.
De heer Bos; Voorzitter, in de vorige raadsvergadering is aangehouden het
voorstel tot ongegrondverklaring van het beroep van de heer van Dorst,
tegen weigering van een bouwvergunning. Als ik me niet vergis hebt U in
de zaak de Vos gezegd dat het niet langer dan één vergadering kon worden
uitgesteld. Ik heb dit punt op de agenda van deze vergadering gemist.
De voorzitter: Mijnheer Bos, U krijgt antwoord van mij, maar ik moet vast
stellen dat U buiten de orde bent. Op verzoek van één der raadsleden is
dit punt nogmaals één vergadering uitgesteld. Dit punt komt precies binnen
de beroepstermijn terug. Ik heb me helaas niet gerealiseerd dat ik daarmee
in conflict kwam. Het is natuurlijk een besluit van burgemeester en wethou
ders om dit uit te stellen. En wij meenden alle kansen, die geboden konden
worden,of die aangeboden werden om tot een oplossing van dit punt te komen,
te mouten aangrijpen. Daarom hebben wij gemeend dit van de agenda af te
voeren en het in de volgende vergadering te brengen. Dat neemt niet weg dat
Uw raad beslist welke punter, or aan de orde komen in tweede instantie.
Als U er prijs op stelt om dat punt aan de agenda toe te voegen en een
meerderheid uit Uw raad is van mening dat dat moet gebeuren, hebben burge
meester en wethouders geen enkel bezwaar tegen het op de agenda brengen
van dit punt. Maar wij meenden dat het in belang was van de zaak zelf om het,
nogmaals, niet door onze actie, maar door actie van één van de raadsleden,
te doen. Het staat in de notulen,daar wordt op gewezen.