GEMEENTE FIJNAART EN
HEiJNINGEN
Nota rioolbelasting en rioolrechten. Raadsvergadering
27-3-1969 nr. 5.
17 maart 1969.
Aan de raad,
Het lijkt ons gewenst omtrent de vraag hoe de rioleringskosten op een
zo billijk mogelijke wijze kunnen worden verhaald in een korte nota een
uiteenzetting te geven, waarbij wordt uitgegaan van twee systemen voor ver
haal van de rioleringskosten, te weten:
a. de heffingen, gebaseerd op artikel 280 der gemeentewet (Straatbelasting).
b. retributieverordening, gebaseerd op artikel 275 der gemeentewet.
a. Straatbelasting (artikel 28ü)
Volgens dit artikel kan een belasting geheven worden van eigenaren van
gebouwde en ongebouwde eigendommen naar grondslagen volgens welke een
billijke bijdrage gevorderd wordt in de ten laste van de gemeente komende
kosten voor aanleg en onderhoud land- en waterwegen, voor hunne verlich
ting en voor afvoer van water en vuil. Deze heffing kan dus geschieden
als onderdeel van de straatbelasting doch ook (zoals in onze gemeente)
bij een afzonderlijke verordening (rioolbelasting-verordening) gebaseerd
op dit artikel 280 van de gemeentewet.
b. Retributie (artikel 275).
De in naam der gemeente gevorderde gelden voor de door of vanwege het
gemeentebestuur verstrekte diensten worden voor plaatselijke belastingen
gehouden, (matige winst ad 25% is hierbij toegestaan).
Alvorens hierop verder in te gaan wordt eerst nagegaan met welke kosten
factoren wij te maken hebben.
1. aanleg van het rioolbuizennet (hoofdafvoorleidingen)
in onze gemeente het gemengde stelsel (afvoer van hemelwater en afval
water)
2. huisaansluitingskosten (verbinding van de perceelsgrens tot hoofdafvoer-
leiding in de openbare weg)
3. onderhoudskosten van het buizennet;
4. zuiveringskosten (rioolwaterzuiveringsinstallatie)
De straatbelasting draagt het karakter van een algemene bijdrage in de
kosten van aanleg en onderhoud van wegenverlichting en riolering en in
feite is de enige grens welke aan de heffing is gesteld, deze, dat de op
brengst beperkt moet blijven tot een billijke bijdrage in de kosten 85%
der uitgaven).
-Het-