GEMEENTE
FIJNAART EN
HEIJNINGEN
Wijziging verordening, regelende
de subsidiëring van gezinsverzorging
en gezinshulp.
Raadsvergadering
28-1-1969 nr. 5.
21 januari 1969,
Aan de raad,
De instellingen voor gezinsverzorging en gezinshulp beschikken tot nu
toe over de volgende financiële bronnen:
a. Rijkssubsidie 25 - 4ü°/o, afhankelijk van de verschillende hulpverlenings
vormen
b. Gemeentelijk subsidie: sinds 1 januari 1960 verleent deze gemeente een
subsidie van 45°/0. De meeste andere gemeenten subsidieerden tot 1 januari
1968 naar een gelijk percentage als het rijk; met ingang van 1 januari
1968 werd vrijwel algemeen het percentage verhoogd tot 45.
c. Retributies: de instellingen hanteren zogenaamde retributietabellen,
waarnaar de bijdrage wordt vastgesteld die de gezinnen zelf dienen te
betalen.
d. Bijdragen van derden: kerken
particuliere bijdragen (donaties e.d.).
Sinds enkele jaren blijkt het echter niet meer mogelijk voor de instel
lingen om tot een sluitende exploitatie te komen. Vooral de personeelslas
ten zijn in korte tijd zeer sterk toegenomen. De jaarlijkse tekorten ver
tonen bovendien een stijgende lijn.
Er zijn instellingen die de exploitatie sluitend trachten te maken,
door een standaardretributie op te leggen die voor ieder gezin gelijk is en
met meer of minder draagkracht geen rekening houdt.
De vraag doet zich daarom voor, welke de mogelijkheden zijn om de in
stellingen uit de impasse te helpen.
(a.) De rijkssubsidie wordt waarschijnlijk niet verhoogd.
(d.) Het zal voor de instellingen niet mogelijk zijn de bijdragen van der
den te verhogen; vooral de kerkelijke bijdragen schijnen het maximaal
mogelijke te hebben bereikt. Bovendien kunnen de kerkelijke middelen
wellicht beter worden aangewend voor andere vormen van hulpverlening
(o.a. voor het algemeen maatschappelijk werk is het van rijkswege
vereist, dat het kerkelijk particulier initiatief 10$ bijdraagt)!
Er blijven dus twee mogelijkheden:
1. Het verhogen van de retributies;
2. Het verstrekken van een gemeentelijk aanvullend subsidie.
ad. 1: Het verhogen van de retributies zal tot gevolg hebben, dat er een
massaal beroep zal worden gedaan op de Algemene Bijstandswet. In een
brief van 10 augustus 1966 verklaarde de Minister van Cultuur,