m GEMEENTE F IJ NA ART EN HEIJNINGEN Wijziging begrotingen in verband met de bouw van 16 woningwetwoningen. 1Go wijziging gemeentebegroting 1969. 3e wijziging begroting woning-grondbedrijf 1969, Raadsvergadering 27-2-1969 nr. 22 Aan de raad, 11 februari 1969. In Uw vergadering van 19 september 1963 heeft U besloten 16 woningwet woningen te bouwen en de voor deze bouw benodigde credieten beschikbaar te stellen, te weten 66.112,49 en 476.594,36, respectievelijk voor grond en bouwkosten der woningen. In ons voorstel, hetwelk tot dit besluit heeft geleid, deelden wij U reeds mede, dat de te dezer zake vast te stellen begrotingswijzigingenU zouden worden aangeboden, zodra bekend zou zijn, dat de Minister met de stichtingskosten akkoord gaat. Inmiddels heeft de Minister van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening ons bij schrijven d.d. 27 december 1963, kenmerk NV 3036-,58, doen weten, dat hij akkoord gaat met het door ons ingezonden bouwplan van 16 woningen en dat voor de financiering en exploitatie de benodigde voorschotten en bijdragen zijn toegekend. De door de Minister aanvaarde stichtingskosten kunnen als volgt worden gespecificeerd: basisbedrag grondkosten 16 x 4.158, renteverlies tijdens de bouw (9 maanden 6 3/EP/oJ 66.528,00 3,130,87 aannemingssom bouwkosten bouwkundige kosten van de centrale verwarming installatiekosten centrale verwarming installatiekosten centraal antennesysteem architectenhonorarium constructeurskosten dagelijks toezicht onvoorziene uitgaven aansluitingskosten renteverlies tijdens de bouw totaal der bouwkosten 69.708,37 362.900,00 6.016,00 38.380,00 3.266,00 11.072,00 16001 4.300, 1.860,91 8.000, 9.600,— 447.494,91 Het verschil tussen de door de Minister en de door ons geraamde grond kosten vindt zijn oorzaak in het feit, dat de Minister zijn raming heeft ge baseerd op een normbedrag van 4.158,per woning, terwijl onze raming gebaseerd was op de werkelijke grondprijs van de gronden in plan "Westkreek I". Bij de reeds eerder in dit plan gebouwde woningwetwoningen bleken de werkelijke grondkosten per woning hoger te zijn dan het door het rijk gehanteerd- de normbedrag, doch bij de onderhavige meer—ruimtswoningen blijkt de zaak juist andersom te liggen.

Raadsnotulen

Fijnaart en Heijningen: 1934-1995 | 1969 | | pagina 79