GEMEENTE FIJNAART EN HEIJNINGEN
Voorstel tot het beschikbaar stellen van een crecliet Raadsvergadering
voor verbetering van de Oude Heijningsedijk (tertiair 27-2-1969 nr. 10
gedeelte)
4e wijziging gemeentebegroting 1969.
Aan de raad, 18 februari 1969,
Het wegdek op de Oude Heijningsedijk heeft voor het laatst in 1960 een
oppervlaktebehandeling gehad. Daar thans dit wegdek gaat scheuren is het
noodzakelijk dit een nieuwe behandeling te geven.
De kosten hieraan verbonden worden als volgt geraamd:
a. profileren en uitvullen van het wegdek 20 ton koud asfalt
cl 90,— 1.800,—
b. herstel stroken straatwerk 700 m2 a 2,80 11 1.960,
c. oppervlaktebehandeling 14.000 m2 bestaande uit 1,7 kg
wegenteer en 17 kg porfier-split 8/12 per m2 a 1,15 16.100,
d. aanbrengen van witte strepen ap het wegdok 300,
e. kosten van voorbereiding en toezicht: 5P/o van 20.160,1,008,
f. onvoorzien en afronding 582,
Totaal 21.750,
Ingevolge de verdelingsverorclening Noord-Brabant voor de jaren 1963
tot en met 1967 zou deze gemeente in de kosten van rente en afschrijving een
bijdrage ontvangen van 73%, op basis van een 20-jarige 64p/0 annuïteitslening.
Hoewel voor 1968 en volgende jaren nog geen verdelingsverordening is ge
maakt, kan op een gelijke bijdrage worden gerekend.
Gezien de steeds toenemende intensiteit van het verkeer (vooral van het
zware vrachtverkeer van en naar het industrieterrein Dintelmond) dient de
afschrijvingstermijn van deze uitgaaf gestold te worden op 5 jaren.
Gedurende het eerste jaar bedragen cle kosten van rente en afschrijving
derhalve: 5,199% van 21.750,- f. 1.130,73 en
1/5 x 21.750,— 4.350,— of
totaal derhalve 5.430,70
Daar bij de uitkeringsverordening echter wordt uitgegaan van een 20-jarige
annuïteitslening en de gemeente derhalve gedurende 20 jaren een uitkering ont
vangt van 79% ven de aldus vastgestelde kosten van rente en aflossing, lijkt
het ons gewenst de afschrijvingstermijn ook vast te stellen op 20 jaar.
De jaarlijkse kapitaalslasten bedragen dan 9,075640 x 21.750,
1.973,95, de uitkering 75% of 1.430,46, Het ten laste van de gemeen
te blijvende deel ad 493,49 kan worden bestreden door verhoging van de
raming der straatbelasting (kohier 1963: 50.526,78, geraamd in 1969;
43.000,
