- 10 - Anders blijft U eenvoudig met het tekort von 7G.0Ü0,zitten. Als de belas tingen niet worden verhoogd komt U niet in aanmerking voor die aanvullende bij drage, die niet alleen gaat gelden voor 1968 en 1969, maar ook voor 197G en zo verder. Daar zijn dus zeer grote bedragen mee gemoeid. Wij kunnen U wel beloven op dit moment niet mot andere voorstellen tot belasting verhoging te zullen komen dan die door de Minister zijn genoemd. Bij Uw algemene opmerkingen, mijnheer van der Werf, sluit ik me gaarne aan. Mijnheer van Dueren den Hollander, U hebt minder vragen gesteld. U hebt ook ge zegd, dat U in mindere mate behoefte hebt dan andere jaren om uitvoerig te zijn. U hebt zojuist gesproken over een aanzienlijk tekort. Daarmede hebt U de kern geraakt en toch kan die kern iets milder zijn misschien door de uitleg die ik U geef. U ziet een tekort van za'n 80.000, precies 74,000,Maar U ziet ook dat er nog een belastingverhoging moe:. komen van 10.000,en dat er een post "onvoorzien" is van 7.000,Als de belastingen verhoogd worden, hebben wij een goede kans op een aanvullende bijdrage van 70.000,en dan krijgt U achteraf een heel ander begrotingsbeeld. Dan krijgt U, afgezien weer van tussentijdse begrotingswijzigingen, niet alleen een sluitende begroting, maar zelfs een begroting met een batig slot. Natuurlijk, dis die aanvullende bijdrage komt, Omdat U misschien denkt in 1970 komt U weer met een tekort, wil ik U mede delen als het zo doorgaat komen wij misschien nog dit jaar op tijd - 4 maanden van tevoren - dat hangt van de Minister van Binnenlandse Zaken en van Den Bosch af, met een begroting die sluitend is met een kleine post voor "onvoorzien"e Openbare werken proberen we inderdaad binnen de perken te houden. U hebt in de begroting kunnen lezen dat een bepaalde vacature niet is aangevuld. En ik kan U wel zeggen dat de directeur gemeentewerken met z'n mensen alles doet om zo goedkoop mogelijk te werken. Maar onze gemeente is - dat heb ik U al eerder ge zegd - bijzonder bewerkelijk en bijzonder duur, voornamelijk door de industrie, maar ook door zijn uitgestrektheid, U hebt gesproken over een prioriteitslijst. Wij komen met een investeringsnota. Of we daar nu mee moeten wachten tot wij het bescheid hebben van de Minister van Binnenlandse Zaken, dat vraag ik me persoonlijk af. Ik geloof, dat we eerder bij Uw raad moeten komen, omdat we die nota toch moeten maken. Of we die aanvul lende bijdrage nu krijgen of niet, daar moet een investeringsschema komen, zodat Uw raad weet wat we eigenlijk nog allemaal zouden moeten doen. Uw vraag over de belastingen heb ik al beantwoord. Ook over de herindeling hebt U gesproken. Ik ben dankbaar dat U dit punt genoemd hebt. Ik kom daar in de Nieuwjaarsrede uitvoerig op terug, evenals op het Moerdijkplan0 Mijnheer Bos heeft zich de vraag gesteld of zoveel tijd en werk voor een begroting wel nodig is. Wat blijft er over? Ik sluit me daarbij aan, mijnheer Bos, Wij hebben in de begrotingscommissie—vergadering gezegd - en dat is niet een nieuwe sugges tie - of het geen tijd wordt met twee of driejaarlijkse begrotingen te werken, juist omdat de begrotingen vrij eentonig zijn en dat er van een echt financieel beleid, door middel van zulke begrotingen, vaak zo weinig terecht komt. Maar het moet nu eenmaal en we doen het toch. l-let is toch weer wel goed, mijnheer Bos, omdat U naar aanleiding van die begroting ieder jaar met ons alle dingen de revue kunt laten passeren. Uw vraag over de brandweer heb ik al beantwoord. De kwestie over de eigen bouw is ook reeds ter sprake geweest. Ik wil dus nog eens met nadruk stellen, dat wij niet over de financiën van de inwoners beschikken, het zijn hun gelden. Op het verzoek van de IJsclub "De Striene" wil ik graag even ingaan. Er is, mijnheer Bos en mijnheer Evers, werkelijk geen sprake van dat dit door ons op de lange baan wordt geschoven. Wij hebben de IJsclub "De Striene" indertijd gezegd, dat we alle medewerking zouden verlenen. Dat hebben we tot nu toe gedaan. De bouwvergunning is al lang verleend, We wachten nu op het overleggen van de exploitatie-opzet van die ijsbaan. Ineen schrijven van maart 1968 hebben wij daar reeds om gevraagd. Een subsidie-verzoek van deze omvang kunnen wij niet beoordelen als er niet een goede exploitatie-opzet bij is. Dat is zó van zelfsprekend, mejuffrouw, mijne heren, dat wij dat vragen. - 11 - Wij krijgen als gemeente ook geen cent subsidie voor gemeenschapsvoorzieningen als er niet een exploitatie-opzet bijgaat. Denkt U maar aan het instructie zwembad, we hebben het plan hierom moeten wijzigen. Als die exploitatie- opzet er is zal het college van burgemeester en wethouders zich beraden of deze subsidie gegeven kan worden. Wij komen dan met een voorstel on het laatste woord is aan Uw raad. Over de belastingen, mijnheer Bos, heb ik voldoende gezegd. Het wordt een moeilijk uur voor U als deze voorstellen komen. Ik vraag U toch wel het consequent zijn van Uw standpunt te overwegen. Mijnheer Evers, Uw vraag over de standplaats voor de woonwagens heb ik al beant woord. V/at de rode streep betreft, die zouden twee mensen twee partijen zou ik willen zeggen - in de gaten moeten houden. Van beide kanten moet men weten waar die rode streep ligt. Dat zal wel eens heel moeilijk zijn, daar zult U ook begrip voor hebben, voor ons als college, voor ons als hoofdamb tenaren, om precies in de gaten te hebben waar die rode streep ligt, want je bent er sorns overheen, zonder dat je het zelf in de gaten hebt. En dan gaat het fout. Maar ik ben het helemaal met U eens en ik ben ook blij dat U het zegt, dat wij de mensen boven alius moeten blijven stellen. Ik kan U al leen maar zeggen dat wij ons best hiervoor doen en dat het zo ook in onze ge-- meente toegaat. U hebt het gehad over contacten met de woningbouwverenigingen, om zodoende meer huizen te kunnen bouwen. Maar dat is niet waar, mijnheer Evers. V/ij hebben contact gehad met de woningbouwvereniging "Fijnaart", die bouwt op het ogenblik 17 bejaardenwoningen en met de Sint Jacobus-stichting, die bouwt twee bejaardenwoningen. Ook plegen we overleg met de Landelijk Hervormde Stichting, die heeft namelijk plannen voor uitbreiding van het aantal bejaardenwoningen naast de "FendertshafWe hebben vorig jaar ook nog contact gehad met de Christelijke Woningbouwstichting "West-Brabant" die zou in onze gemeente 15 huizen bouwen, doch dit plan is helaas door de Centrale Directie van de Volkshuisvesting afgekeurd. We hopen nu alleen maar dat diezelfde woningbouwstichting, mijnheer van der Werf, heel snel is met het indienen van hetzelfde plan en om er razendsnel voor te zorgen, dat het in 1959 onze neus nu niet voorbij gaat. Aan ons ligt het niet. De bejaardenwaningen bij de Jan-Puntstichting, mijnheer Evers, die zijn in derdaad verkeerd gebouwd, wat de plaats betreft. Ik heb dit punt opgenomen met de directeur gemeentewerken en die heeft mij beloofd na te gaan of het personeel van de gemeenterciniging die bakken daar kan ophalen, hoewel het eigenlijk niet hun taak is. En dan moet er nog een particulier bereid zijn om die vuilnisauto op zijn eigen terrein toe te laten. Maar het probleem had al onze aandacht. Het intergemeentelijk ontspanningscentrum, dat is een mooi punt voor de agen da van het Overlegorgaan, Hei: is prachtig zo'n plan, maar als je op dit mo ment nog ziet hoe men z'n eigen weg gaat, dan geloof ik helaas nog niet in een intergemeentelijk ontspanningscentrum. Ik zou alleen maar kunnen zeggen: "het is een reden temeer om die gemeenten samen te voegen". Het tweede gymnastieklokaal. Wij hopen nog dit jaar te kunnen komen met een voorstel, dat in die richting wijst. Als U goed op let kunt U dat vanavond horen. We zijn ook van mening dat het nodig is. Ik moet U er wel op attent maken, dat een tweede lokaal nooit geheel rendabel is te exploiteren, omdat we dat namelijk met ons eerste lokaal ook niet kunnen, hoewel het voor alle activiteiten veel te klein is. Het klinkt ingewikkeld, maar het is waar. Je zou zeggen: "als één lokaal niet rond te krijgen is begin dan niet aan een tweede", We kunnen inderdaad aan de voorbereiding van de bouw van een tweede lokaal beginnen, maar we weten nu al dat we dat nooit rond krijgen. Wie van U mag ik in tweede instantie het woord verlenen over de algemene beschouwingen?

Raadsnotulen

Fijnaart en Heijningen: 1934-1995 | 1969 | | pagina 38